Maatvoering bij de ombouw van een kraanschip SERIE Serie Technisch Meten (2) GEODESIA surveying, tachymetry, applications landmeetkunde, tachymetrie, praktijk KEYWORDS TREFWOORDEN Het ombouwen van een kraanschip tot pijpenlegger is geen dagelijkse bezigheid voor constructiebedrijven en scheepswerven. Ook het maatvoeren van zo'n project is bijzonder. Er komen namelijk vele facetten bij het meet- werk kijken, die voor landmeters hoogst ongebruikelijk zijn. In dit artikel zal ik eerst een beeld schetsen van de achtergronden die uiteindelijk hebben geleid tot de ombouw. Een werkomschrijving, de problematiek bij de metingen, de oplossingen en een gedetailleerde omschrijving van de diverse stappen in het proces volgen elkaar dan op. Doel van het artikel is om de lezer een idee te geven wat het technische meetwerk in deze branche inhoudt. Vanwege de hevige concurrentie en de teruglopende investeringen in de off shore-industrie is de wens van aanbie ders in deze markt hun beschikbare materieel zo efficiënt mogelijk in te zetten. Ten eerste kan ernaar worden gestreefd om met het bestaande mate rieel in andere marktsegmenten te gaan opereren. De tweede mogelijk heid is om door middel van aanpassin gen het materieel nieuwe toepassings mogelijkheden te geven. Offshore transport- en installatiebe drijf Saipem, dochter van het Italiaan se energiebedrijf ENI, had te kampen met teruglopende bezetting van haar grootste kraanschip, de S 7000 (voor heen MICOPERI 7000). Dit kraan schip met tweemaal 7000 ton hef vermogen is speciaal ontwikkeld voor het plaatsen van booreilanden op zee (fig. 1). Het gaat daarbij om eilanden die in relatief ondiep water (tot 400 m) worden geplaatst op zogenaamde jackets, die ook door het kraanschip worden geplaatst. Uitbreiding van het S. Schroder, bedrijfsleider afdeling Speciale Projecten, ingenieurs bureau Passe- Partout bv. aantal van dit soort eilanden is de laatste jaren sterk terug gelopen. Wel worden er relatief veel nieuwe olievelden aan geboord op grotere waterdiepte (tot 1500 m), maar daar bij speelt plaatsing geen rol. Op deze diepten wordt uitslui tend met drijvende eilanden gewerkt. Deze velden, die vaak ver uit de kust liggen, moeten wel worden verbonden met het vaste land door middel van pijpleidingen. Geen dunne leidingen die van een rol kunnen worden gelegd, maar lei dingen tot een diameter van zo'n 1,5 m, die in segmenten van 12 m net voor het leggen aan elkaar worden gelast. En juist het leggen van pijpen op grote diepte is relatief nieuw, Keuze van het meetbureau Passe-Partout heeft specialisten die de vaktaal van hun klanten spreken, over een drietal afdelingen verdeeld: bouw nieten, landmeten en speciale projecten. Binnen de afdeling speciale projecten zijn de surveyors geodeten met affiniteit en kennis van de staalconstructiebouw of juist werktuigbouwers of civieltechnici met kennis van het meetvak. Het meetwerk in de staalconstructiebouw vraagt namelijk een zeer prakti sche aanpak. Men wil niet vermoeid worden met verhande lingen over meetnauwkeurigheid en hoe deze wordt gereali seerd. Daadkrachtig handelen staat voorop. Alles moet in één keer goed zijn. Dat betekent dat een meting zo moet worden opgebouwd, dat herhalingsmetingen en vereffeningen wor den voorkomen. Tevens is het belangrijk dat de surveyor kan meedenken. Worden er toleranties overschreden, hetzij in het meetwerk, hetzij in de constructie, dan wordt van de surveyor verwacht dat hij meedenkt over praktische oplossingen voor het ontstane probleem. De surveyor moet kennis hebben van toeslagen op materiaal, vervormingen door laskrimp, het recht of juist krom maken van staal door verhitting, enzo voort. De landmeter krijgt hiermee niet te maken in zijn op leiding. Zonder affiniteit met de staalconstructiebouw is het moeilijk werken in deze branche. Daarom zijn de mensen die dit wel in zich hebben, bij Passe-Partout ondergebracht in de afdeling Speciale Projecten. Belangrijk laatste sterk punt van Passe-Partout is dat het als enige in Nederland over drie com plete Sokkia MonMos 3D-meetsystemen beschikt. 335

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 21