Fig. 4. Voorzijde schip met trappentoren, waarvanafde metingen aan de torenbevestigings- ogen hebben plaats gevonden. De bak boordsectie, rechts op de foto, is reeds geplaatst, de stuur boordsectie staat klaar om getakeld te worden. rapportage konden de engineers de ge vonden afwijkingen in de bestaande situatie zo verwerken in de secties van de bevestigingsogen, dat de maatvoe ring van de ogen onderling en ten op zichte van het scheepscoördinaten- stelsel correct was. Intussen is het be stand met de referentiepunten, die ook naar het scheepscoördinatenstelsel zijn getransformeerd, verspreid over de drie SDR4E-veldcomputers. Daar mee werd zeker gesteld dat ook als er meerdere metingen gelijktijdig moes ten plaatsvinden, dit ook daadwerke lijk mogelijk was en bovendien de resultaten meteen in het gewenste meetstelsel konden worden weerge geven. Aan boord van de S 7000 moesten de nieuwe secties nauwkeurig in het be staande casco worden geplaatst. Daar toe moesten diverse meetlijnen wor den afgetekend. Aangezien het huidige dek en de spanten moesten worden doorgebrand, wordt gesproken over zogenaamde brandlijnen. Deze lijnen worden om de twee meter ingekrast met een stalen kraspen en vervolgens met een centerpunt definitief gemar- ogen aan voorzijde onder het dek, al leen uit te voeren bij gestreken kranen (kranen 'in de mik'). Saipem was hier om twee redenen niet gelukkig mee: ten eerste worden de kranen vrijwel continu gebruikt bij werkzaamheden aan boord en ten tweede slijten de kra nen het hardst bij het in de mik leggen (harder dan bij het hijsen van een last van 7000 ton). Het naar beneden brengen van de referentiepunten door het dek kon be trekkelijk eenvoudig worden opgelost. Met behulp van een slim bedachte truc kon op goedkope wijze een voor ziening worden getroffen om 'door het staal heen te meten'. Voor het meten van de punten onder het ruim is ge kozen voor een hele aparte oplossing. Over de rand van het dek is een trappentoren gehangen, die Verolme overigens standaard op de werf heeft (fig. 4). Deze trappentoren is in ver band met de stabiliteit op enkele plaatsen aan de huid van het schip vast gelast. Boven op deze toren werd het instrument opgesteld om op de voor zijde enkele referentiepunten te kun nen aanbrengen. Daarna kon het instrument onderin de trappentoren worden geplaatst, zodat er onder het schip door kon worden gekeken en het meetwerk ten behoeve van de twee onderste bevestigingsogen kon worden uitge voerd. Inmeten bestaande situatie Voordat de engineers de definitieve tekeningen konden maken, moesten de werkelijke maten van het schip ter plaatse van de bevestigingsogen worden bepaald. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd, terwijl de S 7000 in de fjord bij Stavanger lag. Tijdens dit bezoek is ook de meet- sessie uitgevoerd om de vervormingen van het schip door het draaien van de kranen te bepalen. Nadat was bepaald dat de vervormingen van dusdanige grootte waren dat het meetwerk alleen kon worden verricht met de kranen in de ruststand, is dit gerealiseerd. Bovendeks is om te beginnen een aantal punten gemeten om het coördinatenstelsel van de metingen te kunnen omzetten naar het zogenaamde scheepscoördinatenstelsel1). Vervolgens is een tiental referentiepunten in de vorm van reflecterende meetstickers aangebracht en ingemeten. Daarna zijn alle gevraagde langs- en dwarsschotten gemeten. Aangezien de schotten allemaal onder het dek zitten, zijn deze vanuit het ruim ge meten. Op ons kantoor in Gouda is vervolgens de rapportage ge maakt voor de engineers. Uiteraard moest het coördinaten stelsel eerst zo worden getransformeerd, dat dit samenviel met het scheepscoördinatenstelsel. Aan de hand van deze 2000-7/8 GEODESIA Het scheepscoördi- natenstelsel is als volgt opgebouwd: de oorsprong is het snijpunt van hartlijn schip met de lijn door het hart van de roerkoningen en dan op kiellijnhoogte. De positieve X-as valt samen met hart lijnschip richting de boeg. Dit betekent voor bakboord een positieve Y en voor stuurboord een negatieve Y. Uitzetten brandlijnen aan boord

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 24