keerd. Het voordeel van het centeren is dat de markering zo'n 2 mm diep is, waardoor hij ook na langere tijd nog is terug te vinden. Bij het aftekenen van de brandlijnen wordt gebruikgemaakt van de inmiddels aangebrachte refe rentiepunten, waarbij uiteraard werd gekeken of eventuele sluitfouten nog een acceptabele waarde hadden. De sluitfout was namelijk steeds wisse lend, omdat de omgevingstempera tuur wisselde en dus de temperatuur van het staal van het schip ook. Dat betekende dat de referentiepunten continu in beweging waren ten op zichte van elkaar. Gelukkig is het meetwerk in de wintermaanden uitge voerd, zodat van ongelijkmatige ver warming niet of nauwelijks sprake was. Daarom konden de fouten op de referentiepunten gelijkmatig worden verdeeld en het uitzetwerk gewoon worden uitgevoerd. Nadat de brand lijnen waren afgetekend, hebben de ijzerwerkers van Verolme Botlek de secties uit het dek gebrand, zodat het schip klaar was om de nieuwe secties te ontvangen. Begeleiding sectiebouw In de nieuwbouwloods van Verolme Botlek werd ondertussen hard gewerkt aan de nieuwe secties (fig. 3). Alle on derdelen van een sectie worden eerst door de ijzerwerkers geplaatst volgens de werktekeningen. Daarvoor maken zij gebruik van traditionele meetge- reedschappen als meetbanden, stelwa- terpassen, blokhaken en schietloden. De diverse onderdelen worden met een kleine las aan elkaar gezet. Zij noe men dit hechten. Nadat de hele sectie is gehecht, een zogenaamde fit-up, moet hij worden gecontroleerd. Met het Sokkta MonMos 3D-meetsysteem werd zo'n fit-up dan door Passe-Par- tout nagemeten. Direct na de meting moest een meetrapport worden gepre senteerd, waarop eventuele afwijkin gen duidelijk waren af te lezen. Deze afwijkingen werden dan samen met de projectcoƶrdinator van Verolme Bot lek besproken om te zien of aanpassin gen nodig waren. Soms zijn er name lijk afwijkingen die buiten de toleran tie vallen, maar die na het laswerk door krimp waarschijnlijk binnen de tolerantie liggen. De omgekeerde situ atie kan zich natuurlijk ook voordoen. Soms kan door de volgorde van het laswerk een afwijking worden weggenomen. Ook kan het voorkomen, dat enkele onderdelen moeten worden losgehaald en opnieuw ge hecht. Een enkele keer ontstond er een dusdanig gewijzigde fit-up, dat een tweede controlemeting moest worden uit gevoerd. Pas nadat door de surveyor een rapport werd afge geven, waaruit een voor iedereen aanvaardbaar resultaat bleek, werd groen licht gegeven voor het definitief lassen. Nadat de secties waren gelast, moesten zij uiteraard weer worden gecontroleerd. De laswerkzaamheden veroorzaken immers dusdanige vervormingen, dat het rapport van de fit-up niet meer mag worden aangehouden. De controle na het lassen, de zogenaamde as-built meting, liet de afwijkin gen zien waarmee moest worden gewerkt bij de plaatsing in het schip. Op de secties werden ook referentielijnen afge schreven, die konden worden gebruikt om de secties op het schip correct te kunnen positioneren. Hoewel er zowel op de secties als aan boord diverse referen tielij nen werden afgetekend, waren controles door Passe- Partout noodzakelijk. De toleranties waren immers van dien aard, dat een kleine verdraaiing van een sectie ervoor kon zorgen dat de bevestigingsogen toch nog buiten de toleranties kwamen te liggen.. Dus nadat Verolme Botlek de secties had geplaatst (fig. 4), controleerde Passe-Partout de ligging van het oog voordat de sectie definitief in het schip werd gelast. Uiteraard werd hierbij ook weer gekeken naar de mogelijke invloeden van het lasproces op de plaat sing van de sectie. Pas nadat een sectie zo was geplaatst dat alle partijen er vertrouwen in hadden dat de sectie na het lassen op de correcte positie zou komen, werd met het lassen begonnen. Bij de twee grote secties aan de voorzijde onder het dek werd ook halverwege het lasproces nog een controle uitgevoerd om te zien of het lasproces nog moest worden bijgesteld. Dit bleek gelukkig nooit nodig. Fig. 5. Het plaatsen van het A-frame, waarbij het duidelijk zichtbaar is. Aangezien de toleranties op de positie van de bevestigings ogen in bepaalde richtingen erg klein waren, konden deze nooit worden gerealiseerd zonder machinale nabewerking. Op de gaten bevond zich een materiaaltoeslag, zodat de gaten naar de correcte maat konden worden gekotterd2). 339 GEODESIA Kot teren is een ver spanende bewerking, waarbij de beitel rond een as draait. Met behulp van kotteren kunnen gaten groter worden gemaakt. Begeleiding plaatsing secties aan boord Machinale bewerking na het plaatsen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 25