Zwaartekrachtmetingen in België Op weg naar een verbeterde geoide voor Nederland ir. M. J. E. GEODESIA 2000-7/8 physical geodesy, geoid, height measuring keywords fysische geodesie, geoï'de, hoogtemetingen trefwoorden Eind 1999 heeft de Meetkundige Dienst van de Rijks waterstaat zwaartekrachtmetingen verricht in het noor delijk deel van België. De resultaten van deze bijzondere campagne gaan bijdragen aan een verbeterde geoïde voor Nederland. Dit artikel beschrijft het doel van de metingen, de voorbereiding, de praktische uitvoering ervan, en de verwerking van de gegevens. Steeds vaker wordt GPS gebruikt voor het inwinnen van geometrische in formatie. GPS-metingen leveren coör dinaten op in het WGS84-stelsel, een wereldwijd gebruikte ellipsoïde. WGS84-coördinaten zijn voor prak tische doeleinden overigens gelijk te stellen aan ETRS89-coördinaten. WGS84-coördinaten kunnen worden omgerekend naar de in Nederland gebruikte Bessel-ellipsoïde, en vervol gens via de juiste kaartprojectie naar de vertrouwde RD-coördinaten, het in Nederland gebruikte coördinaatsys teem voor de planimetrie. Even ver trouwd als de RD-coördinaten zijn de NAP-hoogten. Om uit WGS84-coör- dinaten NAP-hoogten te kunnen be rekenen - het zogenaamde 'waterpas sen met GPS' - is kennis van de zoge naamde geoïdehoogten noodzakelijk Crombagbs, werkzaam bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Fig. 1. Om een GPS- hoogte (h) te kunnen omrekenen naar een NAP- hoogte (H) is de geoïdehoogte (N) (fig. 1). Daarvoor kan een geoïdemodel worden berekend. Eén van de voorwaarden voor het berekenen van een accu raat geoïdemodel is de beschikbaarheid van voldoende gedetailleerde zwaartekrachtdata. In Nederland richten we ons op een geoïdemodel met een precisie van ongeveer één centimeter voor geoïde-hoogte- verschillen tot afstanden van zo'n vijftig kilometer. De hui dige geoïde voor Nederland, de De Min-geoïde, haalt deze precisie in het algemeen, maar langs de zuidelijke lands grenzen kan de geoïdefout oplopen tot meer dan vijf centi meter [2] [3]Dat is onder andere gebleken uit ervaringen van de meetploegen van de Meetkundige Dienst. De oor zaak hiervan is dat bij de berekening van de De Min-geoïde onvoldoende zwaartekrachtgegevens in België beschikbaar waren. Voor de bepaling van de geoïdehoogte op een be paald punt worden namelijk zwaartekrachtdata in een cirkel met een straal van maar liefst 550 km rond dat punt gebruikt. Hierbij geldt wel dat de invloed van de zwaarte krachtdata daalt naarmate de afstand toeneemt. Het is niet moeilijk in te zien dat het belang van zwaartekrachtdata over de Nederlandse landsgrenzen toeneemt naarmate het punt waarvoor de geoïdehoogte berekend moet worden, dichter bij de grens ligt. Voor het berekenen van de De Min-geoïde is in de periode 1990-1994 door de gezamenlijke regiokantoren van de Meetkundige Dienst en een aantal ingenieursbureaus een 2e orde zwaartekrachtnet gemeten, bestaande uit bijna acht duizend punten, waarmee in heel Nederland om de twee kilometer een zwaartekrachtwaarde bekend is [2] [3]Merk op dat hermeting van dit net de komende eeuw niet nodig is, doordat de verwachte verandering in zwaartekracht klei ner is dan voor de geoïdeberekening van belang is. Overi gens wordt het le orde zwaartekrachtnet van Nederland (dat uit zo'n vijftig punten bestaat) wel periodiek (iedere vijf jaar) hermeten, met als doel het opbouwen van een lange reeks waarnemingen voor bodembewegingsanalyse [4]. Voor de landen rond Nederland en voor de Noordzee (ook op water kan zwaartekracht worden gemeten) geldt dat er telkens voldoende bestaande data van goede kwaliteit 343 oppervlak geoïde

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 29