verricht, net zolang tot er een con
stante reeks ontstaat. Voor de invoer
in de vereffening moeten deze waar
nemingen worden gemiddeld en ge
corrigeerd voor de schaalfactor van
het instrument. Als er waarnemin
gen worden gevonden, die niet pas
sen bij de andere waarnemingen op
dezelfde standplaats, wordt eerst ge
keken of er een schrijf- of tikfout is
gemaakt. Als dit niet het geval is,
wordt de waarneming verwijderd;
het uitvoeren van een vrije vereffe
ning met de daarvoor bestemde
GRAV-software. De gemiddelde
waarnemingen per standplaats wor
den omgerekend naar zwaarte-
krachtverschillen, en gebruikt als in
voer in het mathematische model
van de vrije vereffening. Er worden
Fig. 8.
Het Belgische le
orde zwaarte-
krachtpunt
in Meer. Zouden
de lastige meet-
omstandigheden
verband houden
met de verwerping
van dit punt in
de aansluitings
vereffening?
Fig. 9.
Verschillen op de
aansluitingspunten.
-•
correcties aangebracht, onder andere
voor getijden met behulp van de
planimetrische coördinaten en de
genoteerde tijden waarop is waarge
nomen, en voor het meten op ver
schillende hoogten bij opstelpunten
die meer dan één keer zijn bezocht.
De waarnemingen worden gegroe
peerd in reeksen per dag in verband
met de driftmodellering (het 'ver
loop' van de gravimeter [5]). Vervol
gens wordt een vereffening uitge
voerd volgens het kleinste kwadra-
tenprincipe. De resultaten waren be
vredigend voor een 2e orde zwaarte-
krachtnet;
het uitvoeren van een aansluitings
vereffening, eveneens met de
GRAV-software. In de vrije vereffe
ning zijn absolute zwaartekracht
waarden berekend op basis van een
willekeurig gekozen basispunt. Om
realistische absolute waarden te ver
krijgen, dient een aansluitingsver-
elfening aan punten met een beken
de absolute zwaartekrachtwaarde te
worden uitgevoerd. In fig. 7 zijn de
Fig. 10.
Berekende
zwaartekracht
waarden in Noord-
België opstel-
punten geïnter
poleerd beeld).
beschikbare aansluitingspunten in België en Nederland
afgebeeld. Langs de zuidrand van het netwerk waren
helaas geen aansluitingspunten beschikbaar. Er is alleen
aangesloten op le orde aansluitingspunten. Om de
globale toetsgrootheid sluitend te krijgen, werden drie
le orde aansluitingspunten verwijderd als aansluitings-
punt.
Na de aansluitingsvereffening zijn voor alle punten in het
netwerk absolute zwaartekrachtwaarden bekend. De be
rekende waarden van de 2e orde punten uit fig. 7 zijn nu
vergeleken met de reeds bekende waarden. De verschillen
zijn klein: gemiddeld zo'n 0,05 milligal. Om deze verge
lijking mogelijk te maken, dienen zowel de nieuwe als de
'oude' zwaartekrachtwaarden gegeven te zijn voor dezelfde
hoogte, bijvoorbeeld de peilmerkhoogte. Deze waarden
zijn uit de zwaartekrachtwaarden van het opstelpunt van de
gravimeter (het maaiveld) te berekenen met behulp van de
normaalgradiënt (0,3086 milligal/m). De ruimtelijke sprei
ding van de verschillen op de aansluitingspunten is in fig. 9
gevisualiseerd. Er is geen ruimtelijke systematiek waar te
nemen. De standaardafwijking van de berekende zwaarte
krachtwaarden is gemiddeld 0,013 milligal, maximaal
0,019 milligal. De berekende zwaartekrachtwaarden zijn in
fig. 10 gevisualiseerd.
347
GEODESIA
2000-7/8
981102
081100
081188
081180
981184
081182
081180
981178
981170
981174
081172
981170
081168
981186
981164
981162
981160
■981158
K«f|j 981156
tóggOSI 154
981 152
H081150
*981148