A
vanuit tachymetrische veldmetingen.
De eerder genoemde gegevens zijn
door middel van een GIS bewerkt en
gekoppeld ten behoeve van verdere
toepassing voor onder andere de vei
ligheidstoetsing, legger en beheerregis-
ter. De woorden van Van Cranenburg
werden door Sjaak van Popering ver
duidelijkt met enige GIS-prakdjk-
voorbeelden.
Veiligheidstoets
Als laatste spreker zette de heer Van
der Sande, medewerker van de afde
ling Planvorming Waterkeringen, uit
een welke zaken voorhanden moeten
zijn voor de veiligheidstoetsing, de ba
sis voor het uitvoeren van werkzaam
heden aan de waterkeringen. Om een
toetsing te kunnen uitvoeren, moeten
de volgende drie zaken voorhanden
zijn:
vertaling van de veiligheidsnorm
(voor Zeeland 1/4000) naar hydrau
lische belastingen;
constructieve en geometrische gege
vens van de waterkering;
rekenregels voor vergelijken van de
benodigde sterkte met de aanwezige
sterkte.
Sinds 1996 is de Wet op de Water
kering van kracht. Hierin is de ver
plichting opgenomen dat de beheerder
iedere vijf jaar een veiligheidstoets uit
voert en hiervan per dijkringgebied
verslag doet aan Gedeputeerde Staten.
Gedeputeerde Staten rapporteert ver
volgens aan de minister. Tenslotte
brengt de minister hierover verslag uit
aan de Tweede Kamer. Verder is in
deze wet opgenomen dat de hydrauli
sche belastingen iedere vijl jaar op
nieuw door de Minister van Verkeer
en Waterstaat worden vastgesteld. De
rekenregels worden onder de verant
woordelijkheid van de Technische Ad
viescommissie Waterkeringen (TAW)
vastgelegd in leidraden en aan de be
heerder beschikbaar gesteld. De be
heerder is verantwoordelijk voor het
verzamelen en actueel houden van de
gegevens. Verder is de beheerder ver
antwoordelijk voor de toetsing. In sep
tember/oktober 2000 wordt de toet
sing voor de eerste maal afgerond.
Omdat de aanwezigen natuurlijk het
naadje van de kous wilden weten en
hier en daar een discussie met de spre
kers wilden aangaan, werd de hiervoor
ingeruimde tijd ruimschoots benut.
Na afloop werd de mini-vakbeurs be
zocht of het relatienetwerk uitgebreid,
en een drankje en een hapje genuttigd,
waarna de deuren om 18.00 uur wer
den gesloten.
Tot slot willen wij de volgende expo
santen hartelijke danken voor hun zeer
gewaardeerde medewerking: ESRI
Nederland, Waterschap Zeeuwse Ei
landen, Sokkia, Globalcom, Gront-
mij-Geogroep en Projectbureau Zee
weringen.
Namens de rayoncommissie
Zuidwest:
Jan Witte en Ton van der Linden
Op 14 juni 2000 promoveerde ir.
Maarten Moolenaar, oud-hoofdredac
teur van dit tijdschrift, in Delft tot
doctor in de technische wetenschap
pen op een proefschrift met de intrige
rende titel 'Kennis aan herverkavelen'.
De promovendus beschrijft in het
voorwoord dat het om meer gaat dan
kennis van of kennis over; het gaat om
een emotionele betrokkenheid ver
woord in een nu wat ongebruikelijk
geworden uitdrukking. De subtitel
van het proefschrift luidt, wat nuch
terder: 'Codificatie en modellering
van herverkavelingskennis'. Op basis
van eigen jarenlange ervaring als her-
kavelaar, en gedreven door verande
ringen in maatschappij, gereedschap
pen en de organisatie van de kadastrale
bijdrage in landinrichting, heeft Maar
ten alle componenten van het her-
verkavelingsproces diepgaand geanaly
seerd. Doel hiervan: afbeelding van
deze componenten in een multi-
agentsysteem dat de herverkavelaar bij
zijn of haar werk kan ondersteunen
(niet vervangen!). Het motief hiervoor
is de toenemende complexiteit van het
herverkavelingsproces gecombineerd
met een vrij snel afnemende kennis en
ervaring bij degenen die het werk
moeten uitvoeren.
Proefschrift
Het proefschrift bestaat uit acht, rijke
lijk van schema's voorziene, hoofd
stukken:
1. Introductie, 2. Object, 3Eisen, 4.
Handelingen, 5Herverkavelaar, 6.
Van object, eisen en handelingen naar
multi-agentsysteem, 7. Theoretisch ka
der, 8. Conclusies en verder onderzoek.
Alles bij elkaar ongeveer zevenhon
derd pagina's.
In hoofdstuk 2 wordt het object van
herverkaveling geanalyseerd op de
componenten blok, bedrijf, gebied en
oplossingsruimte, en naar de verschil
lende situaties en toepassingen waarin
dit blok kan verkeren. Hoofdstuk 3
geeft een breed overzicht van alle eisen
uit allerlei sectoren waaraan het te ont
werpen object en de uit te voeren han
delingen moeten voldoen. Hoofdstuk
4 beschrijft in detail de activiteiten en
strategieën die de herverkavelaar moet
volgen, rekening houdend met dyna
miek en onzekerheid. Hoofdstuk 5 is
gewijd aan de rol en eigenschappen
van de herverkavelaar.
We zijn nu echter pas halverwege. De
herverkavelingskennis is uitvoerig be
schreven in een verfijnd begrippen
apparaat, maar moet nu worden afge
beeld in een ondersteunend kennissys
teem. Daarover gaat hoofdstuk 6. Het
object komt in een gegevensbank, de
eisen in een sjablonenbank en de han
delingen worden toegekend aan soft-
ware-agenten. Alles bij elkaar vormt
dit een beschrijving van een multi-
agentsysteem. Aan de technische reali
satie is de onderzoeker nog niet toege
komen, maar alle inhoudelijke bouw
stenen zijn nu wel aanwezig. Hoewel
de voorgestelde structuren duidelijk
voortkomen uit de praktische ervaring
van de onderzoeker, worden de ideeën
nog verder theoretisch onderbouwd in
hoofdstuk 7. Geen makkelijke kost,
maar wel een fraaie getuigenis van het
geslaagde 'geploeter' van de auteur.
Verdediging
Ondersteund door twee paranimfen
(de ondergetekenden van dit bericht)
mocht de promovendus zijn werkstuk
verdedigen tegen de bedenkingen van
de promotiecommissie. Het ging er
360
2000-7/8
GEODESIA
Promotie Maarten Moolenaar