persoonlijke opdracht tot het vormen van een Studiecom
missie Grootschalige Basis Kaart (GBK) in samenwerking
met de NVG. De commissie werd samengesteld uit des
kundigen van de rijksoverheid en het wetenschappelijk on
derwijs, allen met een geodetische achtergrond. Op
merkelijk is dat dus geen vertegenwoordigers van de nuts-
sectoren en de gemeenten in de commissie werden opgeno
men! Deze sectoren werden overigens wel geraadpleegd
door de commissie.
In december 1972 publiceerde prof. Koeman, lid van de
Studiecommissie GBK, een spraakmakend artikel in Inter
mediair, getiteld "Versplintering van de kaartering in
Nederland" [2], waarin nut en noodzaak van een uniforme
grootschalige basiskaart werden aangetoond. Dit artikel gaf
een duidelijke impuls aan de meningsvorming bij bestuur
ders van overheid en bedrijfsleven ten aanzien van het be
lang van een grootschalige basiskaart.
De Studiecommissie GBK bracht in het voorjaar van 1973
een interim-rapport uit [3] en organiseerde in mei 1973
een studiedag die geheel was gewijd aan de realisering van
een uniforme grootschalige basiskaart voor Nederland. De
commissie stelde het probleem als volgt:
is het mogelijk om voor het gehele land tot een groot
schalige kaart te komen met een zodanige inhoud, schaal
en nauwkeurigheid dat de vraag naar deze kaart de ver
vaardiging en bijhouding rechtvaardigt?
op welke wijze moet deze kaart worden vervaardigd en
bijgehouden en wie kan hiervoor zorgdragen?
Het doel van de grootschalige kaartvoorziening in Neder
land was volgens de commissie tweeledig:
eenheid brengen in de chaos van kaartindelingen, vor
men en schalen;
een kaartinhoud verschaffen, die voor vele doeleinden
voldoende gegevens bevat om als ondergrond te dienen
voor aanvullingen naar behoefte van de gebruiker, die
deze zelf zal verzorgen.
In het rapport werd aandacht besteed aan de volgende
aspecten:
beschrijving van de inhoud;
fotokaart of lijnenkaart;
behoefte aan raamkaart op schaal 1:2000;
primair in landelijk gebied;
geen topografische databank;
toepassing van fotogrammetrie;
landelijke organisatie verantwoordelijk voor planning en
uitvoering (kadastrale dienst?).
Tijdens de discussie werd opgemerkt dat de behoefte van
de gebruikers meer zou moeten worden gepeild. Vrij alge
meen werd uitgesproken dat men zich niet zou moeten be-
320
perken tot landelijk gebied. In dat ver
band werd ook gewezen op de ontwik
kelingen bij gemeenten en hun am
bitieuze automatiseringsplannen geïn
spireerd door de SOAG (Stichting
Óverleg Automatisering Gemeenten).
Er werd door velen een voorkeur uit
gesproken voor schaal 1:1000. Som
migen pleitten voor een digitale aan
pak vanaf het begin. De kaartinhoud
werd in relatie gebracht met de kosten,
die voor een naverkende kaart in
landelijk gebied op schaal 12000
werden geraamd op 2300,- per km2.
Er waren hierover verschillende stand
punten. Tenslotte werd er groot be
lang gehecht aan regionale samen
werking.
Na het uitkomen van het interim
rapport in 1973 werd een uitgebreide
enquête gehouden door de Commis
sie GBK en uitgewerkt door de TU
Delft. Door deze enquête werd de
fotokaart als optie afgewezen, vooral
omdat de nutssector daar geen brood
in zag. Op basis van nader onderzoek
en van de resultaten van deze enquête
is het eindrapport van de Studiecom
missie GBK verschenen in 1974 [4] in
een speciale uitgave van het Neder
lands Geodetisch Tijdschrift. In dit
rapport werden de volgende conclusies
getrokken:
de belangstelling voor een groot
schalige basiskaart is groot;
de schalen die in aanmerking ko
men, zijn 1:2000, 1:1000 en
1:500;
een lijnenkaart in de vorm van een
raamkaart in het stelsel van de Rijks
driehoeksmeting in het formaat 50 x
100 cm;
als maat voor de nauwkeurigheid is
een standaardafwijking in de coördi
naten van goed identificeerbare ob
jecten van 0,2 mm aanvaardbaar;
de inhoud wordt beperkt tot be
grenzingen van wegen, kanten van
wegverhardingen, twee soorten ver
harding, waterwegen, sloten, onder
en bovenkant dijken, bruggen, heg
gen, alle opstallen, aanduidingen
van aaneengesloten hoge begroeiing,
straatnamen en huisnummers;
weergave van objecten door gelijke
lijndikte;
afbeelding op maatvaste film;
jaarlijkse bijhouding van belangrijke
veranderingen.
2000-7/8
GEODESIA
Aanloop