gbk
Om de belangstelling voor de GBKN te stimuleren, zond
de VCKR op 22 maart 1978 een brief aan de Minister van
VROM, waarin een aantal knelpunten werd gesignaleerd:
divergerende wensen leiden tot versnipperde opzet, het nut
voor de afnemers is verschillend, problemen bij kosten
verdeling, conversie van eigen gegevens van de afnemers
vergt grote investeringen, systematische vervaardiging en
bijhouding zijn wenselijk. Voorgesteld werd een aantal
proefprojecten te houden, verdeeld over het gehele land,
om deze knelpunten nader te onderzoeken. Op 8 juni 1978
ging de minister akkoord met een investering van driemaal
2,5 miljoen gulden voor proefprojecten gedurende drie
jaar.
Er werden zestien proefprojecten geselecteerd voor de ver
vaardiging en zes voor de bijhouding, verdeeld over ver
schillende provincies. In april 1982
werd het eindrapport van deze proef
projecten uitgebracht aan de VCKR.
In dit rapport wordt een aantal con
clusies getrokken en aanbevelingen ge
daan:
de voornaamste gebruikers zijn het
Kadaster, de gemeenten en vier
nutsbedrijven: waterleiding-, elek-
triciteits- en gasbedrijven en de
PTT. De gemeenten kunnen de
kaart voor een scala aan werkzaam
heden gebruiken, voor de nutsbe
drijven gaat het voornamelijk om de
registratie en het beheer van leidin
gen;
de eisen van de gebruikers lopen
sterk uiteen. In het algemeen stellen
het Kadaster en de gemeenten ho
gere eisen aan inhoud en kwaliteit.
De nutsbedrijven gaat het slechts om naverkende topo- Rapport van de
grafie in en langs het wegpatroon. Op grond van de ge- Studiecommissie
bruikerseisen is een GBKN gespecificeerd, die voldoet GBK.
aan de wensen van het merendeel van de afnemers: de
GBKN-informatie wordt vrij volledig weergegeven in het
wegpatroon en een selectie van de harde topografie wordt
met een zodanige precisie afgebeeld, dat informatie op
een verantwoorde wijze kan worden toegevoegd.
In het algemeen zal voor de vervaardiging worden uitge
gaan van fotogrammetrie. Om redenen van efficiency dient
zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaand
kaartmateriaal. Een goede procedure van opsporing, mel
ding en verwerking van mutaties is essentieel voor het
handhaven van de actualiteit. Gemeenten kunnen daarbij
een belangrijke rol vervullen. Tijdens de proefprojecten is
veel aandacht besteed aan de kostencalculatie teneinde in
zicht te kunnen verschaffen over de vervaardigings- en bij-
houdingskosten. In de proefprojecten is steeds uitgegaan
van een bijdrage van het Kadaster van 50% van de bruto
vervaardigingskosten. In de meeste gevallen bleek de vol
gende verdeelsleutel voor de resterende 50% aanvaardbaar:
gemeente 50%, vier nutsbedrijven ieder 12,5%. Omdat het
Kadaster in principe net als de andere afnemers zijn aandeel
Rapport
van de
Studiecommissie
Grootschalige Basiskaart
moet baseren op het nut, is het de
vraag of het aandeel van het Kadaster
steeds op hetzelfde percentage moet
worden gefixeerd.
Intussen had de VCKR reeds in 1977
een studiecommissie GBKN-Bestem-
mingsplannen ingesteld, die begin
1981 haar rapport indiende. Een ver
plicht gebruik van de GBKN voor be
stemmingsplannen werd hierin afge
wezen. In het rapport wordt wel aan
bevolen in het kader van de proefpro
jecten de mogelijkheid van combinatie
van de GBKN en de kadastrale kaart
te onderzoeken. Op grond van de re
sultaten van de proefprojecten heeft de
VCKR in februari 1983 een advies
uitgebracht met betrekking tot de ver
vaardiging, bijhouding en uitgifte van
de GBKN [6]. Dit advies bevat de vol
gende beleidsuitgangspunten:
de vervaardiging dient gebaseerd te
blijven op een duidelijk gebleken
behoefte, die verschillend kan zijn
naar inhoud en presentatie (markt
benadering);
de fragmentarische werkwijze die de
marktbenadering tot gevolg kan
hebben, kan voor een belangrijk
deel worden ondervangen door le
vensvatbare projecten op te nemen
in door PKC's opgestelde meerja
renprogramma's met bijbehorende
kostenraming;
voor het opstellen van provinciale
meerjarenplannen zijn vaste afspra
ken over de kadastrale bijdrage en de
kostenverdeling tussen de overige af
nemers van groot belang. De kadas
trale bijdrage is gebaseerd op het nut
voor het Kadaster en het algemeen
overheidsbelang;
de integratie van GBKN en kadas
trale kaart wordt door de overgrote
meerderheid van de afnemers afge
wezen;
de vraag naar digitale vervaardiging
en gebruik neemt toe. Het meren
deel van de afnemers is daar echter
nog niet aan toe. Wel worden proef
nemingen aangemoedigd.
Tezelfdertijd kwam de Bestuurlijke
Overleg Commissie Overheidsauto-
matisering (BOCO) met een advies
over de informatievoorziening binnen
de overheid op het gebied van vast
goed, topografie en leidingen [7]. In
dit advies zijn structuurplannen opge-
2000-/8
GEODESIA
322
Delft 1974