nomen met betrekking tot vastgoed
informatie. Tevens werd voorgesteld
een adviesraad in te stellen, die zich
bezig zou moeten houden met advise
ring over vastgoedinformatie in brede
zin. Deze adviesraad zou tevens de
taak moeten vervullen, die volgens de
bij het Parlement ingediende Kadas-
terwet zou moeten worden vervuld
door een Kadasterraad. Ook de taken
van de VCKR en de BOCO-over-
leggroepen Vastgoedinformatie, en
Topografie en Leidingen zouden daar
onder moeten vallen.
De stap: 1983-1992
Het advies van de VCKR werd overge
nomen door de staatssecretaris van
VROM, waardoor het Kadaster meer
financiële ruimte kreeg om dit beleid
uit te voeren. De PKC's kregen meer
armslag om een eigen beleid te voeren.
Er ontstonden in verschillende pro
vincies meerjarenplannen. In Fries
land, Utrecht, Noord-Holland en
Zeeland werden plannen gemaakt
voor de bedekking van het gehele
grondgebied met de GBKN, waarbij
de deelname van de betreffende ge
meenten per project moest worden ge
regeld. In Noord-Brabant ontstond
een samenwerkingsverband tussen
PNEM, PTT en Kadaster voor de ver
vaardiging van een uitgeklede versie
van de GBKN met uitsluitend infor
matie in het wegpatroon. Dit product
kwam ook in Limburg in beeld, om
dat geen structurele bijdrage van ge
meenten kon worden verwacht. In
Gelderland kwam geen provinciaal
plan van de grond, omdat de Provin
cie een eigen productieplan had ge
maakt samen met enkele nutsbedrij
ven. In Zuid-Holland werd een plan
gemaakt gericht op gebieden waar
geen gemeentelijke kaarten beschik
baar waren en geen hermeten ka
dastrale kaarten. In Groningen en
Drenthe kwam wel een projectenplan
tot stand, maar niet voor de gehele
provincie. In sommige provincies
kwamen de waterschappen als moge
lijke deelnemer in beeld, evenals de
kabeltelevisiebedrijven. De gedecen
traliseerde aanpak leidde tot een pluri
form GBKN-beleid met betrekking
tot productspecificaties, kosten, kos
tenverdeling en bijhouding.
Intussen was de rol van de VCKR nagenoeg uitgespeeld.
Als gevolg van het advies van de BOCO werd de voorlopige
Raad voor Vastgoedinformatie (Ravi) opgericht, die de
verantwoordelijkheid voor de GBKN zou overnemen. Bij
Koninklijk Besluit van 24 april 1984 werd de Ravi formeel
ingesteld als adviesorgaan van de Minister van VROM in
zijn kwaliteit van coördinerend bewindsman voor de vast
goedinformatie. De door de Ravi ingestelde Commissie
Topografische Basisbestanden (CTB) nam de taken over
van de VCKR. Deze commissie hield zich voornamelijk
bezig met de meerjarenplanningen van de PKC's en daar
naast met onderzoek op het gebied van topografische be
standen [8],
Op 25 november 1988 werd een studiedag gehouden over
de GBKN, waar de toenmalige visie van de drie belang
hebbende sectoren van de GBKN Kadaster, Gemeenten
en Nutsbedrijven - werd gepresenteerd. Het Kadaster gaf
bij monde van Koen [9] een helder beeld van het nut van
de GBKN voor het Kadaster als gebruiker. De ideeën over
de afstemming van het kadastrale bijblad en de GBKN
werden geconcretiseerd in twee beleidsuitgangspunten: een
geïntegreerde opbouw van een landmeetkundig-kartografi-
sche databank en geïntegreerde bijhouding van beide kaart-
series. Het gemeentelijk standpunt werd verwoord door
Boeije [10] die vanuit de visie op de gemeentelijke vast
goedinformatievoorziening een pleidooi hield voor een
meer centrale rol van gemeenten bij de vervaardiging en
bijhouding van de GBKN. Het begin 1988 gepresenteerde
Voorblad van
het Koninklijk
Besluit.
323
GEODESIA
2000-7/8
Stap
Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
410
Besluit van 9 juli 1975 tot de invoering van een grootschalige basiskaart v,
Nederland en de instelling van een Centrale Kaarteringsraad
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Or
dening van 3 juli 1975. no. 0702949, Centrale Afdeling Juridische Zaken, me
de uit naam van Onze Ministers van Defensie, van Verkeer en Waterstaat en
van Landbouw en Visserij,
handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Raad van Mi
nisters;
Overwegende dat het wenselijk is, te komen tot de vervaardiging, bijhou
ding en uitgifte van een grootschalige basiskaart van Nederland en tot de in
stelling van een orgaan voor het geven van adviezen te dier zake;
Hebben goedgevonden en vi
Artikel 1
1. De Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers is belast met de
vervaardiging, bijhouding en uitgifte van een grootschalige basiskaart van
Nederland.
2. Deze kaart is een in de grondslag van het stelsel van de Rijksdriehoeks
meting vervaardigde raamkaart op grote schaal met een zodanige topografi
sche inhoud, dat deze de basis kan zijn voor aanvullingen die worden ge
wenst door degenen die de kaart gebruiken voor de uitvoering van hun
werkzaamheden.
3. Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening geeft, ge
hoord de in artikel 2 bedoelde Raad, nadere regelen omtrent de vervaardi
ging, bijhouding en uitgifte van de grootschalige basiskaart.
Artikel 2
1. Er is een Centrale Kaarteringsraad, die tot taak heeft. Onze Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in verband met de in artikel 1 be
doelde vervaardiging, bijhouding en uitgifte van de grootschalige basiskaart
te adviseren omtrent;
a. het opstellen van urgentieschema's op lange termijn;
b. het aangeven van prioriteiten op korte termijn;
c. het onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden in verband met de
vervaardiging, bijhouding en uitgifte;
d. de kosten
e. de auteursrechten;
f. organisatorische en technische maatregelen in het algemeen.
2. De Centrale Kaarteringsraad bepaalt zijn werkwijze naar eigen inzicht.
Staatsblad 1975 410