ken, zoals zwaartekrachtmetingen. In principe zijn twee opties mogelijk: handhaaf het oude datum, maar scherp de definitie waar nodig aan voor de hoogte en de zwaartekracht; koppel het Nederlandse datum aan ETRS via een vastgestelde transfor matie. Het voordeel van de tweede optie is dat de transformatieparameters een malig worden vastgesteld en verder niet meer veranderen. Echter, de coör dinaten van het datumpunt hebben dan niet meer een vastgestelde waarde en zullen in de loop van de tijd veran deren. Het nadeel van de eerste optie is daarentegen dat de transformatie parameters niet constant zijn. Bij de herdefmitie van het RD-sys- teem en het NAP is voor de tweede variant gekozen: koppeling aan ETRS89. Daarbij heeft de voorkeur voor Europese harmonisatie de over hand gehad in de keuze, waarbij, om de continuïteit met het verleden te waarborgen, gekozen is voor een spe ciale kaartprojectie. De definitie voor het Nederlandse referentiestelsel kan daarmee als volgt worden gekarakteri seerd: identiek aan ETRS89; gebruik van geografische coördina ten (lengte, breedte en ellipsoïdische hoogte) in ETRS89 ten opzichte van de GRS80-ellipsoïde; specifieke kaartprojectie voor Ne derland (RDNAPTRANS), bestaan de uit: 1de 7-parametertransformatie uit de HTW van het Kadaster [6]; 2. de dubbelprojectie van Schreiber van de geografische coördinaten ten opzichte van de Bessel-ellip- soïde naar kaartcoördinaten; 3. een locatie-afhankelijke correctie (max. 25 cm) voor de vervormin gen in het oude RD. De specifieke kaartprojectie zorgt er voor dat de nieuwe kaartcoördinaten op 1 a 2 centimeter met het oude RD overeenkomen. De locatie-afhankelij ke correctie zorgt er dus voor dat het nieuwe RD dezelfde (kleine) vervor ming krijgt als het oude RD. Voor de hoogte van de GPS-kernnetpunten kan men, naast NAP, gebruikmaken van de ellipsoïdische hoogte, die uit een andere meettechniek is afgeleid. Fig. 7. Stations van de EUVNGPS- campagne, UELN- waterpaslijnen en pijlmeetstations. (Bron: Johannes Ihde, BKG, Duitsland. De verbindende schakel wordt gevormd door de geoïde voor Nederland [5]. Voor de realisatie wordt gebruikge maakt van het AGRS.NL- en het GPS-kernnet. Daarbij is voor een vaste waarde gekozen voor de coördinaten van de AGRSNL-stations Conclusie In dit artikel is een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van internationale referentie stelsels en wat de consequenties daarvan zijn voor RD en NAP. Nederland heeft daarbij gekozen voor een her defmitie van RD en NAP, waarbij enerzijds wordt aange sloten op Europese ontwikkelingen en anderzijds bestaande investeringen in RD en NAP veilig worden gesteld. GPS- en internationale gebruikers mogen zich verheugen op een 3-dimensionaal stelsel, vrij van systematische effecten, dat in geheel Europa in gebruik is en compatibel met WGS84. Zij zullen voornamelijk gebruikmaken van geografische coördinaten (lengte, breedte en hoogte) in ETRS89. An derzijds hoeven beheerders van GIS-bestanden in RD niet om te schakelen. Alleen in incidentele gevallen, waarbij uit wisseling met andere Europese databases moet plaatsvin den, is een transformatie naar ETRS89 nodig. a EUREF sites GPS permanent stations - nodal points A GPS permanent stations - EUREF Tide gauge sites A GPS permanent stations GPS permanent stations - tide gauge UELN UPLN nodal points N UELN lines 379 GEODESIA 1000-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 13