A De stelselherziening bezien door de bril van operationele diensten Naast de meer persoonlijke benaderingswijze in de interviews wil dit themanummer ook schetsen hoe de stelselherziening leeft in de operationele wereld van bedrijven en diensten. Daartoe heeft de redactie aan een zestal van hen gevraagd om hun visie. Lees de visies van infrastructuur- en territoriumbeheerders en het commerciële bedrijfs leven. NS op p. 382, Oranjewoud en Geodelta op p. 394, de NAM en gemeente Rotterdam op p. 404 en provincie Gelderland op p. 405. De visie van NS Railinfrabeheer Duidelijke informatie is nodig Met een blik op de kaart zijn er vele stukken van het Neder landse spoorwegnet te vinden, die op het oog kaarsrecht zijn. Meer in detail bekeken blijken deze delen, tot soms 25 km lang, echter niet kaarsrecht. Bij de berekening van de spoorgeometrie voor het systeem Permanente Vastlegging Spoorgeometrie CY (PVS) is het noodzakelijk om deze lange recht- standen op te splitsen in kortere delen, verbon- jA" den middels kleine bogen (knikjes). Dit is nood- o-r zakelijk om de huidige spoorligging te beschrij ven met een maximale afwijking van enkele cen timeters. Waardoor wordt dit veroorzaakt? Ik heb geen historisch onderzoek gedaan, maar het is zeer aan nemelijk dat genoemde delen van het spoorwegnet zo'n honderdvijftig jaar geleden als een kaarsrechte lijn zijn ont worpen. Dit was dus in de periode van voor het huidige RD-stelsel. Deze spoorlijnen zijn gerealiseerd in het stelsel van Krayenhoff en de toenmalige meet- en bouwtechnie ken. De huidige metingen voor het systeem PVS zijn uiter aard gebaseerd op het RD 1918 en grotendeels middels ta- chymetrie uitgevoerd. Misschien zijn de geconstateerde af wijkingen een effect van de stelselherziening van 1918. Het is in ieder geval duidelijk dat de overgang naar een nieuw stelsel op dit moment tot gevolg zou hebben dat alle 4000 km vastgelegde spoortracés (as spoor) moeten worden her berekend. Door de vervorming zullen rechtstanden niet meer recht zijn en bogen een zeer kleine straalverandering ondergaan, waardoor een tracéberekening met de bestaande spoorgeometrische gegevens geen wiskundig sluitend traject zal opleveren. Dit is vervelend en kost wat energie, maar wordt toch niet als een onoverkomelijk probleem gezien omdat PVS voor de gebruikers een relatief systeem is met een werkgebied - voor wat betreft de maatvoering - van maximaal enkele honderden meters. De 'absolute' RD- informatie wordt in principe (nog) niet gebruikt. Ook voor de overige twee geodetische informatiesystemen bij de spoorwegen, de grootschalige NS-Basis- A, P- kaart schaal 11000 en het NS-Kadastersysteem, ylf achten we een stelselherziening van het RD uit- voerbaar. De gevolgen voor de systemen en appli- caties bij de gebruikers achten wij, op dit mo- Ak ment, niet al te groot en zeker uitvoerbaar. NS f- Geodesie Infradata is dan ook in beginsel voorstander voor een overgang naar een nieuw (minder vervormd) coördinatenstelsel. NAP Het NAP wordt alleen gebruikt in het systeem PVS. Het bovengenoemde probleem voor de horizontale tracés geldt ook voor de 'verticale' tracés (lengteprofielen). De omvang is echter veel geringer omdat kilometerslange (vlakke) pro fielen niet voorkomen en de verschillen tussen het herziene en het bestaande NAP veel geringer zullen zijn. Het poten tiële gevaar bij een wijziging in het NAP zit vooral in het ge bruik van verouderde (niet herziene) gegevens in combina tie met nieuwe gegevens. Aan het kenmerk, de hoogte, is als zodanig niet af te zien op welk stelsel dit gebaseerd is. Zo hebben wij of anderen binnen de spoorwegen nog 'af en toe te maken met hoogten in AP en het grote gevaar dat het ver schil tussen beide stelsels verkeerd wordt toegepast, een - als of andersom. Dit probleem zal bij een stelselherziening in intensieve mate gaan optreden en vraagt om verhoogde alertheid bij alle gebruikers. Duidelijke informatie omtrent het hoe en waarom is beslist noodzakelijk, met name voor de niet-geodetische gebruikers. René van Noord 382 2000-9 GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 16