Hou het helder
GEODESIA
2000-9
Interview met Ronald Verdoom, directeur LNR Globalcom, en
Jeroen Zomerdijk, technisch commercieel manager
Sinds 1995 houdt LNR Globalcom zich bezig
met het realiseren en onderhouden van een lo
kaal referentienetwerk dat de gebruiker, vier
entwintig uur per dag voorziet van accurate
GPS-data ten behoeve van postprocessing en
RTK-plaatsbepaling. Ronald Verdoorn geeft
eerst enige uitleg over de werkwijze van zijn
onderneming.
Toen het mogelijk werd om over grote afstanden nauwkeuriger
te meten met GPS, werd men geconfronteerd met afwijkingen
in de gepubliceerde coördinaten. De afstand tussen Den Haag
en Maastricht kan nu op enkele centimeters nauwkeurig worden
berekend, maar de klant heeft slechts behoefte aan een nauw
keurige maat tussen twee lokale objecten in Maastricht. Wij
hebben dit probleem in eerste instantie opgelost door het toe
passen van zogenaamde lokale tranformatiesets. Dat betekende
wel dat er verschillende sets in gebruik waren en dat gaf aan de
rand van een gebied problemen. Maar sinds de publicatie van de
HTW is het mogelijk om te werken met de landelijke transfor
matieset die wij, evenals de geoïde 'De Min', hebben geïmple
menteerd in onze apparatuur. Doordat wij ETRS-coördinaten
versturen vanaf onze referentiestations, moet de klant nu zelf de
juiste transformatieparameters kiezen bij de door hem gebruikte
RD-aansluitcoördinaten. Zodra het Kadaster de (rubberband-)
correctie tussen ETRS/RD en RD 1918 publiceert, zal deze
worden geïmplementeerd binnen de Leica hard- en software en
dan behoren de transformatieproblemen tot het verleden.
Gevolgen voor LNR Globalcom
De herziening van de geometrische infrastructuur heeft voor ons
dus wel degelijk consequenties, maar ook de klant moet erg
goed opletten welke gegevens hij ontvangt. Lang niet alle land
meetkundigen blijken voldoende inzicht te hebben in die mate
rie. Het gebruik van verschillende notaties leidt daarom weieens
tot verwarring. Gelukkig is voor een notatie in de publicatie ge
kozen voor een vorm waarbij het onderscheid tussen ETRS89
en RD1918 duidelijk te zien is aan de coördinaten. Onze refe
rentiestations (binnenkort tien stuks), oorspronkelijk bedoeld
voor postprocessing, kunnen tegenwoordig ook worden ge
bruikt voor RTK-medngen, omdat de huidige GSM-techniek
het mogelijk maakt op vrijwel iedere plaats een verbinding tot
stand te brengen met één van de referentiestations. Deze metho
de van meten vraagt om een andere aanpak. Vroeger werden de
GPS-metingen achteraf verwerkt door specialisten. Tegenwoor
dig gebeuren de berekeningen 'real-time' in het veld. De land
meter moet er dus tijdens de meting al voor zorgen dat de juiste
transformatieset wordt gebruikt. Jeroen Zomerdijk wijst nog op
de keuze of je ellipsoïdische of orthometrische hoogten wilt krij
gen. Daar kan wel tien of meer centimeters verschil in zitten,
wat vooral voor waterpeilen in grote gebieden van belang is. De
keuze voor twee stelsels was voor ons niet nodig geweest. Wij
hebben genoeg aan het ETRS89-stelsel. Het is een sterk stelsel
dat we kunnen vereffenen. Die dubbele mogelijkheid vraagt
meer kennis van de gebruiker. Wij moeten de
klant daarop wijzen en aangeven hoe wij hier
op inspelen. Jeroen ziet de gekozen oplossing
als een tussenoplossing. Er verandert veel. De
hard- en software, en ook de satellieten kunnen
veranderen; misschien komt er wel een tweede
satellietsysteem en doen we straks plaatsbepa
ling zonder aansluiting. Maar de gekozen op
lossing zal niet binnen tien jaar worden losgelaten.
Herziening van de NAP-hoogten
Hoewel de hoogte van de ondergrondse merken veranderen,
heeft dat tot nu toe niet geleid tot een herziening van alle hoog
ten. Vaak wordt nog lokaal aangesloten met het eerdergenoem
de nadeel dat de transformatieset slechts voor een beperkt ge
bied geldt. Eigenlijk is de situatie hetzelfde als bij de RD-pun-
ten, met dien verstande dat centimeterverschil in x of y minder
erg is dan centimeterverschil in de hoogte, uiteraard afhankelijk
van de toepassing. Een update van de geoïde van De Min wordt
door ons direct geïmplementeerd, wat de gevolgen van de NAP-
herziening en de geoïde-aanpassing voor ons beperkt. Jeroen ziet
het nog wel als een probleem dat, wanneer je met ellipsoïdische
coördinaten werkt, je niet direct de hoogtecomponent kunt af
lezen, wat visueel dus minder duidelijk is.
Overheidsverantwoordelijkheid
De zorg voor een primair puntennet (bijvoorbeeld AGRS) is
duidelijk een overheidstaak. Verdere verdichting kan ook door
particulieren gebeuren (zoals LNR Globalcom), maar de verant
woordelijkheid voor de kwaliteit moet bij de overheid blijven.
Ter voorkoming van wildgroei zouden er strengere regels moe
ten komen, een soort overheidskeurmerk van eisen waaraan
moet worden voldaan. Jeroen vraagt zich af wat een basis-geo
metrische infrastructuur nu eigenlijk is. Behalve de vijf AGRS-
punten en enkele NAP-hoogtemerken is het eigenlijk alleen een
wiskundige definitie. Een echt fysiek stelsel, een verzameling
boutjes en stenen, is niet nodig en dus is er niets te onderhou
den. Je zou kunnen zeggen dat de bewaking van ETRS89 bin
nen de EUREF de enige taak is van de overheid. Of er wel of
niet betaald moet worden voor informatie over de geometrische
infrastructuur, is een belangrijke overweging. Het heeft voorde
len als de gegevens, bijvoorbeeld via internet, gratis ter beschik
king zouden komen voor iedereen. Het is een waarborg van ge
bruik van recente gegevens.
Boodschap en wens
Wij zijn gelukkig met de keuze van een vast (en niet dynamisch)
stelsel, ook al hebben de natuurlijke veranderingen op onze pla
neet wel de nodige verschuivingen ten gevolge. Maar als dat met
formules kan worden opgelost, is dat een geruststellende ge
dachte. Hou het dus alstublieft statisch, zegt Ronald. En helder,
voegt Jeroen er nog aan toe. Maar dat laatste zal vast nog een
hele klus worden.
413