ONS WERKTERREIN
vrijblijvend oriënterend gesprek.
Geo Meetdienst, bureau voor landmeetkunde, begeeft zich al sinds 1966
op de meest uiteenlopende werkterreinen. Met ruim 80 gespecialiseerde
medewerkers bieden we u de landmeetkundige dienstverlening waar u om
vraagt: maatwerk in de letterlijke zin van het woord. Uw werkterrein kent
voor ons weinig geheimen. Uw werkterrein is immers ons werkterrein.
GEODESIA
2000-9
Zouden bij de eerste premisse mis
schien al vraagtekens kunnen worden
geplaatst, bij de tweede doet Herman
Quee dat zelf. Hij vraagt namelijk
naar de kern van het vakgebied, con
stateert dat het vakgebied wel erg
breed is gedefinieerd en weet ook niet
waar de grenzen liggen tussen het vak
zelf en zijn toepassingsgebieden. Hij
stelt dus de identiteit, de eigenheid, de
eenheid van het vakgebied ter discus
sie, en daarmee zijn eigen conclusie!
Nu vind ik zijn vragen niet juist. Een
vakgebied hoeft, net als sommige le
vende organismen, helemaal geen kern
te hebben om te kunnen overleven.
Wat me wel noodzakelijk lijkt is, dat
er een duidelijke wetenschappelijke en
maatschappelijke samenhang bestaat
tussen de verschillende activiteiten.
Daar heb ik al zo'n 25 jaar mijn vaak
heftige twijfels over. Als goed geodeet
vraagt Herman Quee ook naar de
grenzen tussen vak en toepassingsge
bieden. Nu, die zijn er niet. Ook de
rapporteurs van Bakkenist constateren
een steeds toenemende vervlechting
van "primaire processen", waarmee ze
naar ik aanneem in dit geval behalve
de bedrijfsprocessen (onze "toepas
singsgebieden") ook de meer in ons
bereik liggende geometrische en the
matische (administratieve) informatie
verzorgingsprocessen bedoelen. Kijk
maar naar wat er gebeurde op de stu
diedag "Kijken in de grond" op 23
mei 2000. Waar was de, op p. 135 van
Geodesia beloofde, "Geodetische in
formatievoorziening bij Ondergronds
Bouwen?". Waar was onze identiteit,
behalve dan het vertrouwde millime
terwerk en het opeenstapelen van ba
ken? We zullen veel beter moeten na
denken over de op afspraken berusten
de rolverdeling tussen de informatie
verzorgers en de bouwers, bestem
mers, inrichters, beheerders, belas-
tingheffers en rechtsverkeersagenten
dan tot nu toe het geval is. Wanneer
we geen rekening houden met die toe
nemende verweving van activiteiten
gaan we de boot in, niet alleen op
GIS-terrein. Ik citeer hier een passage
uit een brief van de toenmalige voor
zitter van de Stichting Geodesia, geda
teerd 20 september 1999, naar aanlei
ding van mijn zorgen over het niet ver
vullen van de Delftse leerstoel geo-
informatievoorziening en mijn al wat
oudere ideeën over een Geodetisch
Gekleurd GIS-boek:
"De Stichting onderkent dat de geodeti
sche professionals niet a priori degenen
behoeven te zijn die geo-informatie aan
wenden voor specifieke toepassingen. De
geodeet moet eerder door uitgekiende in
winning, processing, analyse, en presen
tatie de andere beroepsbeoefenaren in
hun rol als eindgebruiker toegang bieden
tot goed bruikbare informatieproduk-
ten
Met de eerste zin kan ik instemmen,
met de tweede ben ik zeer ongelukkig
omdat daarin de uiterst complexe ver
weving van informatieverzorgingspro
ces en bedrijfsproces wordt genegeerd.
Analyse en presentatie maken al on
derdeel uit van het bedrijfsproces van
de "eindgebruiker". Kaarten zijn niet
langer meer een vastleggingsvorm,
maar een middel om een verhaal te
vertellen, of een gereedschap in een in
teractief analyseproces. Wij als geodeet
hebben dat verhaal niet, en de ruimte
lijke analyse heeft in onze opleidingen
nooit enige rol van betekenis gespeeld!
Bij een colloquium in Delft begin dit
jaar, over mijn LM/VM-paradigma,
werd vanuit de zaal kartografie voorge
steld als lokmiddel voor potentiële ge-
odesie-studenten. Nu hoeft u aan mijn
enthousiasme voor dat vak niet te twij
felen, maar ik zit toch wel met de
vraag: wat doen geodeten eigenlijk
met kartografie, wat is hun verhaal?
Zo'n vraag heb ik bij mijn vroegere
onderwijs in Wageningen, voor land
schapsarchitecten, planologen en cul
tuurtechnici, nooit hoeven stellen:
daar werd wat geanalyseerd en gepre
senteerd! Bij recente gesprekken met
Wageningse mensen bleek me ook,
dat ze in hun nieuwe GIS-opleiding
juist uitgaan van de verweving, van de
synergie, en niet denken in "grenzen
tussen het vak zelf en zijn toepassings
gebieden".
Dit alles is geen pleidooi om nu maar
meteen onze vertrouwde geodesie-op-
leidingen op te heffen. Maar het lijkt
me verstandig toch eens heel goed na
te denken over onze eigen samenhang
en onze relatie (niet grenzen!) met an
dere vakgebieden, en daarbij een dis
cussie over het meer samengaan of op
gaan in andere disciplines niet te schu
wen. Dat opgaan zal gebeuren met de
MBO-opleiding. Voorzover ik kon
nagaan zagen de plannen er goed uit.
Waarom dan een "reddingsactie",
Herman? Andere vakgebieden hebben
ook hun "identiteit" verloren (bijvoor
beeld de cultuurtechniek, zo bleek me
bij het afscheidscollege van prof. Van
Lier in Wageningen, 23 juni), maar de
bijbehorende activiteiten blijven nog
best plaatsvinden, misschien wel met
meer samenhang en kwaliteit.
René van der Schans
BUREAU VOOR LANDMEETKUNDE
Hoofdkantoor
Bunschoten
Celsiusweg 7
Bunschoten
Postbus 13
3750 GA Spakenburg
Tel. (033) 298 42 84
Fax(033)298 66 85
Bijkantoor Assen
Geulstraat 71
9406 RR Assen
Tel. (0592) 31 34 00
%9yiEETD!f!^