Basiskaarten in een ruimtelijke
database
Rotterdamse specificaties als voorbeeld
Huidige situatie
GEODESIA
Gis-technology, data structures, application
Gis-technology, gegevensstructuren, praktijk
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Dit artikel is een vervolg op een eerdere publicatie
in dit tijdschrift [1]. Hierin wordt uiteengezet waar
om de bestaande CAD-structuren ontoereikend zijn
voor een geodeet in de rol van beheerder van topo
grafische basisbestanden. De conclusies van dit artikel
zijn:
een CAD-structuur is in essentie een lijnenstructuur
en minder geschikt voor het opslaan van objecten;
een CAD-structuur staat niet toe dat op puntniveau
kwaliteitsaspecten worden vastgelegd;
een CAD-structuur heeft de vierde dimensie (de tijd)
niet geïntegreerd in de data-opslag. Hierdoor is het
een moeizaam proces om mutaties te registreren en
uit te wisselen.
Alle beperkingen van een CAD-struc
tuur kennende, heeft Grontmij Geo-
groep enige jaren geleden dg DIA-
LOG Topografie ontwikkeld als be-
heerapplicatie voor topografische ba
sisbestanden. Deze applicatie heeft een
eigen datastructuur die specifiek is af
gestemd op beheer van grootschalige
basiskaarten. Er zijn ook beperkingen
bij het gebruik van een eigen data
structuur. Deze concentreren zich
vooral op de geslotenheid van de data
structuur. Door gebruik te maken van
opslag van basisgeometrieën in een
open en ruimtelijke database wordt
het mogelijk om deze basisinformatie
te benaderen vanuit andere applicaties
en zo deze informatie toegankelijker te
maken en conversieloos ter beschik
king te stellen.
In dit artikel wordt ingegaan op de
knelpunten die tijdens de opzet, ont
wikkeling en gebruik van deze nieuwe
software aan het licht zijn gekomen.
Er wordt aangetoond dat het gebruik
B. van der Lely,
productmanager
afdeling
Infomiatie
Technologie,
Grontmij
Geogroep bv.
van een ruimtelijke database voor elke beheerder van basis-
kaarten een meerwaarde heeft.
In [1] worden de probleemgebieden genoemd, die spelen
bij CAD- en gesloten bestandsformaten. Deze problemen
zijn onder meer:
het is lastig om objecten op te bouwen en te ontsluiten,
waarbij de coördinaten zijn opgeslagen in een CAD-
bestand of een gesloten dataformaat en administratieve
kenmerken in een relationele database. De koppeling
wordt vooral door applicatie-afhankelijke parameters ge
legd en niet door een logische opbouw van het bestand;
Aanleiding
Gemeentewerken Rotterdam heeft in 1999 Grontmij Geo
groep opdracht gegeven voor het ontwikkelen van een uit
breiding van dg DIALOG Topografie. Deze uitbreiding
betrof het opslaan van de basiskaart van Rotterdam in een
database waarbij de volgende aspecten als uitgangspunten
hebben gediend
de gegevensopslag mag niet afhankelijk zijn van het sys
teem. De gegevens zijn belangrijker dan het systeem. Uit
gegaan moet worden van een open, met industriestan
daarden toegankelijke databasestructuur;
als standaard voor database wordt bij Gemeentewerken
Rotterdam Oracle gehanteerd;
de performance moet voldoende zijn (dit is door Ge
meentewerken Rotterdam verder gespecificeerd).
Deze uitgangspunten in ogenschouw nemende heeft Gront
mij Geogroep besloten om de bestaande functionaliteit van
dg DIALOG Topografie uit te breiden met een interface
naar Oracle 8i. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de nieu
we techniek om ruimtelijke gegevens op te slaan op een
relationele wijze. Deze keuze was begin 1999 riskant, omdat
de techniek van ruimtelijke databases nog in de kinder
schoenen stond.
451