8
Fig. 3.
Het proces van
uitchecken,
muteren en weer
inchecken is een
continu proces.
Natuurlijk zijn al deze opmerkingen
geen nieuws en zijn er genoeg applica
ties die prima werken en waarbij deze
tekortkomingen een ondergeschikte
rol spelen. Maar de nieuwe technieken
betreffende ruimtelijke databases zijn
veelbelovend en ze verdienen het om
in de praktijk te worden toegepast.
Ruimtelijke of spatial
databases
De problemen bij het koppelen van
CAD-bestanden en relationele data
bases onderling hebben ertoe geleid
dat er oplossingen zijn gecreëerd, die
zowel de geometrische als de admini
stratieve kenmerken van objecten in
één relationele database opslaan.
Daarmee is het probleem van twee ge
scheiden gegevensbronnen opgelost.
Helaas schieten relationele databases
tekort bij opslag en gebruik van ruim
telijke gegevens op de volgende onder
delen:
geen ondersteuning van geometri
sche datatypen (punten, lijnen en
vlakken);
geen ruimtelijke operatoren (dicht
bij, kruisend, afstand tussen) om te
bepalen of twee punten dicht bij el
kaar liggen in een relationele tabel;
geen ruimtelijke indexen. Het zoe
ken naar een specifiek punt in een
relationele tabel moet op twee of
drie kolommen van die tabel gebeu
ren.
Deze tekortkomingen komen tot ui
ting door onmogelijke of inefficiënte
wijze van beantwoording van vragen
Een boom kan relationeel worden opgeslagen in een tabel
met voor elke coördinaat een veld. Aangenomen dat een
boom maar twee coördinaten heeft (X en Y), zal deze in een
bepaalde tabel worden opgeslagen in een rij met twee vel
den: veld X en veld Y. Op deze wijze heeft de X-coördinaat
geen enkele functie zonder de bijbehorende Y-coördinaat.
In een ruimtelijke database kan een boom worden opge
slagen met een specifiek geometrisch datatype POINT.
X en Y zijn dan 'onlosmakelijk' met elkaar verbonden.
Het datatype POINT gedraagt zich net zoals een getal of
een datum. Er kan eenvoudiger en sneller worden bepaald
wat de onderlinge afstand is tussen twee bomen en hoeveel
bomen er op een bepaald perceel staan. We zien weer
bomen door het bos.
als: welke kadastrale percelen liggen in een bestemmings
plan of welke leidingen liggen in een bepaald gebied. Deze
inefficiëntie komt aan het licht bij de beantwoording van
ogenschijnlijk zeer eenvoudige vragen die enkel te beant
woorden zijn door zeer complexe queries en/of een zeer
langdurig rekenproces om tot het juiste antwoord te
komen.
Ruimtelijke of spatial databases ken
merken zich door een verzameling van
procedures en functies voor het snel en
efficiënt opslaan, ophalen en analyse
ren van informatie waarbij de geome
trische kenmerken (de coördinaten)
van groot belang zijn. Ruimtelijke da
tabases zijn in het algemeen ook geba
seerd op de OpenGIS Simple Features
specification [4]. Deze beschrijft hoe
geometrie in een relationele database
behandeld kan worden alsof het een
gewoon datatype is en hoe gewone be
vragingen op deze relationele database
met ruimtelijke aspecten kunnen wor
den uitgebreid. Er kan dus op een eenvoudiger en snellere
wijze antwoord worden gegeven op vragen als 'toon alle
eigenaren van huizen binnen een afstand van veertig meter
van deze leiding'.
Zoals eerder genoemd was één van de uitgangspunten dat
het basisbestand continu raadpleegbaar moet zijn, dus ook
de gebieden die door een operator in bewerking zijn. Dat
betekent dat er een beveiliging moet zijn tegen het gelijk
tijdig wijzigen van dezelfde objecten. De in dg DLALOG
Topografie gehanteerde methode noemt men een 'long
transaction'. De tegenhanger, een 'short transaction', ken
merkt zich door het gedurende een zeer korte tijd compleet
blokkeren van een tabel of record in de database. Zo'n
short transaction speelt zich meestal af binnen een paar
seconden. De long transactions kenmerken zich als volgt:
de mutatie heeft een langere doorlooptijd en beperkt zich
niet tot een eenvoudige update van een record;
de database moet altijd, ook indien er mutaties plaatsvin
den, een aaneengesloten gebied vormen met de situatie
zoals die was voor aanvang van de mutatieverwerking;
meerdere gebruikers kunnen tegelijkertijd een afgeba
kend gebied bewerken.
Niet alleen bij het bijwerken van de basiskaart, maar ook
bij het uitwerken van verschillende alternatieven van een
bestemmingsplan of het doorrekenen van verschillende sce
nario's bij een milieu-effectrapportage komen long trans
actions van pas.
Meestal is het zo dat, indien er mutaties worden verwerkt
op de database, deze zich concentreren op een gebied van
beperkte omvang. Tevens zal de beheerder er zorg voor
dragen dat verschillende mutaties die zich dicht bij elkaar
453
GEODESIA
Principe
Voorbeeld
Short en long transactions
Beveiliging tegen gelijktijdig muteren
van hetzelfde object