Ins immMkbf:: m mi
ml litm
lVlv~ 7
-Mr 1
fflstmsa
WëÊMm
J* \\w - i.F r
l-
Q/ucJy 'Juhiijüiiï
(Jij DJ;\iüQ 'J*üpÜij/u/Jb:
Fig. 4.
Centrale database:
uitgangssituatie
vóór het uit-
checken.
bevinden, in één keer worden verwerkt. Daardoor komt het
niet vaak voor dat er meerdere gebruikers in hetzelfde ge
bied mutaties doorvoeren. Toch is het risico aanwezig dat
twee gebruikers hetzelfde object gelijktijdig muteren. Om
dit risico te voorkomen is er een lockingmechanisme ont
worpen. De toegepaste wijze van locken wordt ook wel pes
simistisch locken genoemd. Dit 'pessimistisch locken' zorgt
er vooraf voor dat alle objecten binnen een te muteren ge
bied beveiligd worden tegen muteeracties van een andere
gebruiker. Deze methode van pessimistisch locken voor
komt conflicten achteraf. De tegenhanger van pessimistisch
locken, 'optimistisch locken' genoemd, lost eventueel ont
stane problemen achteraf op en gaat vooraf dus geen objec
ten locken. In de applicatie is gekozen voor pessimistisch
locken, omdat dit veel inzichtelijker is voor de gebruiker en
problemen voorkomt. Het nadeel van te veel of onnodig
objecten locken wordt daarbij op de koop toegenomen.
Mutatiemechanisme
Zoals al eerder vermeld, is het voor een beheerder van een
basiskaart van belang dat hij beschikt over een methode van
registeren van de uitgevoerde mutaties op zijn bestand.
Redenen hiervoor zijn:
het kunnen uitwisselen van mutatiebestanden, zodat niet
na elke wijziging het complete bestand hoeft te worden
geleverd;
het achteraf kunnen raadplegen hoe
de situatie op een bepaald tijdstip is
geweest.
Het is mogelijk om deze wijzigingen
bij te houden door tussentijds kopieën
te maken van de basiskaart en deze
dan achteraf onderling te vergelijken.
Het is verstandiger om het tijdsaspect
(de vierde dimensie) te integreren in
de datastructuur. Zoals verderop in dit
artikel wordt uitgelegd, is het gebruik
van deze vierde dimensie essentieel in
het proces. In de praktijk werkt het als
volgt: zodra er een nieuw object in het
systeem wordt ingevoerd, wordt auto
matisch het tijdstip van invoering op
geslagen. Objecten die vervallen zijn,
worden niet volledig verwijderd uit de
database, maar blijven opgeslagen on
der registratie van het archiveertijd-
stip. Elk object heeft altijd een datum
5FHHWPf
A,\ c 'l!Èft Wf-'W
Fig. 5.
Centrale database:
situatie na het uit-
checken. Het grijze
l is in gebruik
bij een operator.
Fig. 6.
Uitchecken
(let op awibuut
'ingebruik).
van inwinning en vervallen objecten
hebben daarnaast ook een datum van
vervallen. Op deze wijze is men in
staat om over elke gewenste periode,
voor elk gewenst gebied, de toegevoeg
de en vervallen objecten uit het sys
teem te filteren. Het wordt zelfs moge
lijk om de toestand van het topogra
fisch basisbestand op een willekeurig
moment in het verleden weer terug te
roepen. Tot hoelang de vervallen ob
jecten bewaard moeten blijven, kan
men zelf bepalen. In fig. 2 kunt u een
overzicht zien van een deel van de to
pografische basiskaart van Rotterdam
(omgeving van Feyenoordstadion De
Kuip). Getoond wordt het overzicht
tussen twee datums. In rood ziet u al
les wat nieuw is tussen die datums, in
blauw alles wat vervallen is. De zwarte
geometrie is ongewijzigd.
454
GEODESIA
J BOAA BB i
B KH
f## i
Actueel object
Inwin
09-02-1996
Vervel
NULL
ID
1646363728
Ingebruik
NULL
Gelocked object
Inwin
09-02-1996
Vervel
NULL
ID
1646363728
Ingebruik
14
Ultchecken op
01-03-2000
Actueel object
Inwin
014X3-2000
Vervel
NULL
ID
1646363728
-.'I-—-. D....... lly-.DK.OS.^r
x a
VA v l'j?ï
h'SS&u
l "'m&ï
iïftfc:
w»t
<SUrt| Al f 1-v 1| da DIALOG