De vier eerstejaars meetploegen heb
ben een duidelijke taak: het vervaar
digen van een digitale topografische
kaart van een deel van Gendringen.
Alle geleerde landmeetmethoden wor
den daarbij in praktijk gebracht. Er is
al wat digitaal materiaal van dit gebied
voorhanden, maar dat is onvolledig.
Meerdere gemeentelijke onderafdelin
gen zien het nut van de digitale kaart,
waardoor de vragen om opnemen van
meer objecten en gegevens toenemen.
Daaruit ontstaat de vraag naar een
'overdreven digitale kaart'. De TU-
meetploegen storten zich met meet
band, tachymeter en GPS-apparatuur
op de aanvullingen, waarbij het wer
ken met de GPS-ontvangers het leuk
ste is. Tenminste als het 'real time'
kan, want dat schiet lekker op. Als je
eenmaal derdejaars bent, wordt het
nog spannender als je wat moeilijkere
opstellingen moet maken om je pun
ten te meten. Een steile waterkant lijkt
al helemaal niet haalbaar tot een paar
studenten ontdekken dat er kajaks in
de buurt te huur zijn. Daar blijf je mee
meten.
De burgers van Gendringen vinden
het allemaal wel leuk: toch is het hier
twee jaar geleden al helemaal opgeme
ten door een of ander groot instituut,
vertelt een geïnteresseerde mevrouw.
De naam van dat bedrijf is ze even
kwijt, maar later weet ze het weer: het
Kadaster, dat was het. Maar dat was
461
niet voor een digitale kaart en we wil
len nu veel meer meten, legt docent
Hans Garlich uir. Mevrouw heeft
toch al een erg complete kaart van die
vorige meting, maar als aan haar een
nieuw kaartje wordt beloofd, is ze
weer tevreden.
Bepakt en bezakt
op stap.
De detailmeting
van de eerstejaars
trekt belangstelling.
Een paar straten verderop is meetploeg
twee bezig met de opmeting (met ta
chymeter) van wat huizen. De waar
nemingen moeten hier nog handmatig
in formulieren worden verwerkt. Gis
teren zijn ze hier gestopt en ze vervol
gen nu die meting. Vanmorgen is men
hier net begonnen met het opbouwen
van een kermistent. Jammer, daar
moet nu omheen worden gemeten of
een extra opstelling gemaakt. In het rekencentrum van de
eerstejaarsgroep in het gemeentehuis worden de gegevens
van de formulieren handmatig ingetypt in een pc-bestand
(LISCAD). De GPS-metingen worden automatisch over
genomen. Achter de vijf pc's werken de studenten de gege
vens verder uit en controleren de kaart op volledigheid
door het verbinden van de opgenomen punten. Als ze klaar
zijn, wordt alles overgenomen in het programma Micro-
Station waarmee de gemeente werkt. De kaartb es tanden
groeien langzaam maar zeker, en zien er al aardig volledig
uit.
'Fast and speed'
Het is inmiddels tijd voor de lunch.
Het kamp is vlakbij, dus alle ploegen
melden zich daar, niet alleen voor de
stapel pannenkoeken waarop de cam
pingbaas vandaag trakteert, maar ook
om nadere instructies te krijgen, te
overleggen met de docenten of gauw
wat uit te werken, want de tweede- en
derdejaars hebben hun rekencentrum
in het kamp.
De opdrachten van de tweedejaars be
vatten alle aspecten van inwinning en
bijhouding. Er kan een jaar meer theo
rie in praktijk worden gebracht en
Werken met de
tachymeter is een
volgende stap.
Het hoofd van de afdeling GEO van de gemeente, Ben
Bourgondiën, komt regelmatig even kijken of alles goed
gaat. Hij heeft er nu ineens tien werknemers bij. Dat spaart
de gemeente wel een paar jaar werk, oppert Hans Garlich.
Ben reduceert dat tot een jaar, maar dat is toch nog wel ge
noeg om blij mee te zijn. Volgend jaar regent het waar
schijnlijk aanvragen van gemeenten. Maar ook een water
schap zou weieens een leuke opdrachtgever kunnen zijn.
Behalve bijmeten moeten de eerstejaars ook nog vier NAP-
punten waterpassen (waarvan er één
niet deugt) en de hoogte bepalen van
de watertoren ten opzichte van NAP.
GEODESIA 2000-10