blijvende grondslag. Het is een mooi
gebied aan de rand van het dorp langs
de Oude IJssel. Aan de andere kant
van het water ligt het bedrijventerrein
van DRU, dat te zijner tijd zal worden
omgezet in een woonwijk; en dan is
een grondslag nabij die wijk erg ge
makkelijk. Grondslagpunten hebben
meer gewicht dan detailpunten, maar
de vraag is of dat misschien ook met
de RTK-methode kan. Om het ver
schil te weten moet je zowel RTK als
statisch meten. Dat is wel even wen
nen voor de jongens (en meisjes). Het
ging eerst zo lekker snel met die stok
eroverheen, nu moeten ze nog een
keer statisch meten en bij elke opstel
ling minstens tien minuten staan 'nik
sen'. Bovendien is hier nogal veel be
groeiing aan één kant van het fietspad
en de meting verloopt nog niet opti
maal. Maak er maar een kwartier van,
zegt Frank, want de meting rammelt
nogal hier en daar. De aansluiting aan
kerktorens is ook belangrijk, want
deze grondslag wordt later gebruikt
voor de tachymetrie. De landmeter zal
daarbij ook op de torens richten voor
oriëntering. In het derdejaars reken
centrum rekent Frank de uitkomsten
na. Na vereffening (met een universi
taire variant op MOVE) en aanslui
ting op torens en andere bekende pun
ten blijkt het verschil tussen de twee
systemen meestal minder dan 1 cm te
zijn. Conclusie: je kunt dus ook
grondslag goed met RTK meten? Dat
gaat te snel, vindt Frank. Voor detail
grondslag wel, maar voor een 'chique'
grondslag moet er nog wat meer wor
den uitgeprobeerd.
Spannend is het
om vanaf het water
te meten met GPS.
In het reken
centrum van
het kamp worden
de metingen
uitgewerkt.
De proeven hebben eigenlijk ten doel uit te vinden hoever
je kunt gaan, legt docent Edward uit. Er kan veel meer met
GPS dan we nu denken. Maar de vraag is hoe efficiënt het
is. Daarvoor dient ook een proef met het meten van akte-
posten. Dat gaat bijna overal feilloos. Nieuwe grenzen tus
sen de gebouwen of dichte begroeiing meten is nauwelijks
een probleem meer. Als je niet dicht bij de gevel van een
huis kunt komen, dan kun je door een excentrische op
stelling een betere plaats zoeken en met behulp van de
reflectorloze afstandmetertjes, die op de GPS-stok worden
geschoven, tot twintig meter van je object nog meten. En
een heel groot voordeel is dat je alleen op stap kunt gaan.
In de wijk waar de derdejaarsploeg haar taak uitoefent, is de
begroeiing zo zwaar dat je de hemel niet kunt zien. Toch
lukt het (RTK-)meten hier wonderwel. Alleen vanmiddag
kwam er en kink in de kabel. Een combinatie van slechte
stand van de satellieten en regenachtig weer zorgde voor
een slechte ontvangst. De ploeg loste dit op door de rest
van de middag vrij te nemen en vanavond verder te gaan
meten aan de akteposten.
Tot slot
Een dagje blijkt te kort om alle soorten proeven en taken
mee te maken, want er staat nog veel meer op het program
ma. Er worden bijvoorbeeld ook zwaartekrachtmetingen
gedaan, want bij nauwkeurige metingen speelt dat een gro
te rol. Iets is ervan te zien als in het rekencentrum een groep
studenten onder leiding van Arnoud de Bruijne (ingeleend
van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat) de
gravimetriewaarnemingen van gisteren gaat invoeren en
verwerken. Hij geeft uitgebreid uitleg over getijdencorrec-
ties, vereffeningen, de w-toets, de drift van de instrumen
ten en de aansluiting aan bekende punten, respectievelijk
ondergebracht in de bewerkingen met de benaming grav. 1
grav. 2 en grav. 3. Maar daarvoor is in dit verhaal weinig
463
GEODESIA