-fh 'JTJ naar bestemmingsplannen in drie dimensies. Deze 3D modellen zouden zelfs kunnen worden voorzien van voor spellingsmodellen om beleidsmatige en juridische knelpun ten vast te stellen. Hoewel er nog vele vragen resten op het gebied van eigen domsrecht, leek het Kadaster geen problemen te voorzien met betrekking tot de registratie van ondergronds ruimtegebruik. Waarschijnlijk zal toch nader onderzoek moeten worden ge daan naar de juridische consequenties van ondergronds bouwen op grote schaal. Ook de Meetkundige Dienst (MD) van de Rijkswaterstaat kwam na verschillende onderzoeken tot de conclusie dat de weergave en presentatie van gegevens in een 3D GIS niet tot onoverkomelijke problemen hoeft te leiden. Ir. E. Koomen van de MD weidde uit over de integratie van in formatie boven en onder de grond in een GIS. "Het weer geven van de ondergrond en bovengrond in één GIS, stuit op moeilijkheden", zo begon hij zijn betoog. "De grootste moeilijkheid is de onbekendheid van de ondergrond en het probleem van het weergeven in 3D. Er is veel vraag naar een GIS van de ondergrond en er is ook een enorm aanbod van gegevens. De rol van de MD in dit proces zal zijn om de data van de verschillende instanties te verzamelen en weer te geven in een 3D-GIS". Daarbij valt te denken aan de bodemopbouw en de grondwaterstanden, de leidingen in de bodem, de hoogte van het maaiveld en eventuele ar cheologische elementen die zich in de bodem bevinden. Ook sprak hij in zijn verhaal over het onderzoek van de Meetkundige Dienst naar de bekendheid met de grond onder de bodem. Wat weten we van structuur, eigendom, bestaande kabels, leidingen en funderingen? Samen met zijn werkgever had Koomen uigezocht in hoeverre deze informatie samengevoegd kon worden in een GIS. Hij concludeerde dat er een redelijke hoeveelheid gegevens be schikbaar is, maar dat deze verspreid zijn over een aantal organisaties. Voor deel is wel dat zij goed zijn te combi neren in een GIS. De Noord-Zuidlijn in Amsterdam waar een week voor de studiemiddag een definitieve beslissing over werd ge nomen, was het volgende onderwerp van gesprek. Als projectleider van de Noord-Zuidlijn vertelde ir. Kaalberg dat hij de onder grondse metrolijn als een 'ongelooflijke uitdaging' be schouwde. Met een schitterende 3D-presentatie beperkte de spreker zich tot een monitoring van ondergronds bou wen bij de Noord-Zuidlijn. "Bij de Noord-Zuidlijn is ge kozen voor een traject dat volledig onder de openbare weg ligt. Hier is voor gekozen om het probleem van de ontbre kende wetgeving onder particuliere eigendommen zoals huizen te omzeilen", legde de projectleider uit. Een lastig punt in de vastlegging van de route waren volgens Kaalberg de boogstralen in het traject. De toekomstige metro kan immers geen al te scherpe bochten ma ken. Om tot een acceptabel traject te komen, werd ervoor gekozen de twee tunnelbuizen deels bóven elkaar te leg gen. Middels een 3D-presentatie liet hij de aanwezigen vervolgens een ritje maken in de toekomstige metro door een tunnelbuis. De laatste lezing op deze studiemiddag werd verzorgd door ir. J. Jonker van Railinfrabeheer van de Nederlandse Spoorwegen. De titel van zijn lezing: Ondergronds bouwen vanuit de trein gezien. De heer Jonker ging voorna melijk in op het technische aspect van het ondergronds boren en belichtte de bouw van de tunnelboormachine (TBM) met alle moeilijkheden die daarbij kwamen kijken. Aan de hand van een videofilm toonde hij hoe het boren van een tunnel technisch gerea liseerd kan worden. Uiteraard besteed de hij een deel van zijn tijd aan de uit eenzetting van de techniek rondom de Betuweroute. Uiteraard zal ondergronds boren in een eeuwenoude stad als Amsterdam problemen met zich meebrengen. Te denken valt alleen al aan de vele mo numenten die Amsterdam telt langs het traject, de paalfunderingen van de huizen en de historie van de oostelijke metrolijn. Massaal protest was het ge volg toen werd besloten tot sloop in de nabijgelegen buurt. Kaalberg legde de werkwijze uit, die was gehanteerd bij de planning van de nieuwe metrolijn. "Aan de hand van geotechnische mo dellen is een inventarisatie gemaakt van de zone rond de toekomstige lijn waarbinnen gebouwen hinder kunnen ondervinden van de boring. Bij toe komstige stations zal deze zone breder zijn, aangezien de stations aanzienlijk minder diep zullen liggen dan de lijn zelf. Aan de hand van deze modellen werd besloten dat elfhonderd gebou wen gemonitored zullen worden". Uit een bericht in Het Parool van 20 mei 2000 viel ook al op te maken dat er van deze elfhonderd gebouwen al tweehonderdvijftig bij voorbaat hun fundering moeten verstevigen om mo gelijke verzakking te voorkomen. Ei genaren van deze panden krijgen een subsidie van eenderde van de totale kosten om hun fundering aan te pas sen. De maximale zetting die de ge- 466 GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 28