A
TU Delft
Sinds 1 augustus 2000 versterkt drs.
Jan van Berkel als consultant het Geo-
Data-team van ESRI Nederland. Hij
houdt zich bezig met de advisering
op het gebied van geografische data en
de verdere uitbouw van de afdeling
GeoData. Voorheen was hij werkzaam
bij Siemens Nixdorf waar hij ver
antwoordelijk was voor consultancy
van Geolnformatie-systemen. Binnen
ESRI Nederland heeft hij al enige ja
ren ervaring opgedaan als business
consultant, laatstelijk voor de telecom-
markt.
De afstudeerscripties van de TU
Delft, afdeling Geodesie, zijn te ver
krijgen bij de bibliotheek, Thijsseweg
11, 2629 JA Delft, telefoon (015)
278 25 60 of 278 25 68. De publica
ties zijn ook aan te vragen via: www.
geo.tudelft.nl/bibliotheek.
Marnix van der Wolk
(Afstudeerdatum: 25-2-2000)
Voor een verantwoorde toepassing van
digitale hoogtemodellen (DHM) is
het van belang om de precisie van de
hoogte-informatie in het DHM goed
te beschrijven. Het kansmodel is met
name van belang bij de aansluiting van
DHM's, interpolatiemethoden en het
berekenen van afgeleide functies (bij
voorbeeld helling en volume).
De precisiebeschrijving van hoogte-in
formatie in DHM kan worden uitge
voerd middels geostatistische analyse
methoden, zoals variogramschatting.
Hiermee is het mogelijk om een kans
model voor de hoogten op te stellen
uit het DHM-puntenveld zelf, onaf
hankelijk van de gebruikte meettech
niek.
In het onderzoek is allereerst onder
zocht hoe de procedure voor het op
stellen van het kansmodel voor de
hoogte-informatie er moet komen uit
te zien. Vervolgens kan met behulp
van dit stochastische kansmodel een
interpolatie worden uitgevoerd om
ook de precisie op plekken waar geen
metingen zijn verricht, te kunnen be
oordelen. Tenslotte is op basis van de
gebruikte interpolatie een toetsing uit
gevoerd. De gemeten hoogten kunnen
hiermee op hun juistheid worden ge
controleerd. Bij deze drie analysetech
nieken zijn zaken als terreinvariatie en
puntdichtheid van de metingen aan de
orde gekomen.
Het onderzoek heeft zich gericht op
vijf verschillende datasets die elk een
ander soort terrein beschrijven. De ge
vonden resultaten komen in hoofdlij
nen overeen met de meetprecisie van
de gebruikte meetmethode.
Cor Fokkinga
Grondprijsbeleid van gemeenten
(Afstudeerdatum: 26-5-2000)
De grondmarkt is de laatste jaren in
beweging. Er zijn signalen dat er span
ningen zijn tussen vraag en aanbod.
Verder zijn er de enorme prijsstijgin
gen van de grond. In dit kader is het
kabinet een Interdepartementaal Be
leidsonderzoek (IBO) gestart naar de
grondmarkt. Eén van de vragen die
kan worden gesteld, is hoe de grond
prijs tot stand komt. Daarom stelt het
Ministerie van Economische Zaken
zich de vraag hoe de grondprijs voor
bedrijventerreinen in gemeenten tot
stand komt.
Voor het afstudeeronderzoek zijn ge
sprekken gevoerd met zestien gemeen
ten in Nederland, die gezamenlijk
goed zijn voor 20% van de totale op
pervlakte aan bedrijventerreinen. Uit
de interviews blijkt dat er een grond
prijsbeleid wordt gevoerd als onder
steuning voor de creatie van werkgele
genheid. Om niet teveel van de omlig
gende gemeenten af te wijken, wordt
de_ comparatieve (vergelijkende) me
thode gebruikt als prijsbepalingsme
thode. In een enkel geval wordt de re-
siduele grondwaardemethode gebruikt
of wordt ermee geëxperimenteerd.
Het grondprijsbeleid van gemeenten is
zich aan het ontwikkelen door de ver
anderingen op de grondmarkt. Door
de wijze waarop de gemeenten om
gaan met hun grondprijsbeleid, kun
nen ze worden ingedeeld in drie groe
pen. De eerste groep is al een groot
aantal jaren bezig met het ontwikkelen
van het grondprijsbeleid. De gemeen
ten tasten de markt af wat mogelijk is.
De tweede groep probeert het grond
prijsbeleid goed op poten te zetten. De
gemeenten zijn dan ook aan het expe
rimenteren met prijsbepalingsmetho-
den. De rest van de gemeenten valt in
de derde groep. Deze groep is net om
geschakeld van een kostprijsbenade
ring naar een meer marktgerichte be
nadering. Daarnaast beginnen ze met
proeven wat betreft samenwerking
met private partijen.
Tom Hornstra
(Afstudeerdatum: 26-5-2000)
Eén van de meest veelbelovende ont
wikkelingen in de remote sensing is
het gebruik van 'imaging spectrosco
py' voor aardobservatie. Met behulp
van 'imaging spectrometers' of'hyper
spectrale sensoren' wordt een bijna
continue representatie gegeven van
een groot deel van het electro-magne-
dsch spectrum van de door de aarde
gereflecteerde straling.
Classificatie van imaging spectroscopy
beelden door gebruik te maken van de
huidige classificatiemethoden levert
nogal eens problemen op vanwege de
hoge spectrale resolutie van de beel
den. Tevens laten conventionele clas
sificatietechnieken de ruimtelijke in
formatie buiten beschouwing, vaak re-
2000-IO
GEODESIA
PERSONALIA
SCRIPTIES
Het kansmodel van Digitale
Hoogte Modellen
Totstandkoming grondprijzen
van bedrijventerreinen
Combinatie van Ruimtelijke en
Spectrale Informatie in een
Classificatie van Imaging
Spectroscopy beelden: De
Spatial and Spectral Classifier
Toepassing op beelden van de DAIS
7915 spectrometer
482