Generaliseren van vlakkenpartities (I) GAP-trees, theorie en implementatie1) Inleiding GEODESIA 2000-I0 geo-information engineering, spatial data structures, theory geo-informatievoorziening, ruimtelijke gegevensstructuren, theorie KEYWORDS TREFWOORDEN Dit artikel toont de resultaten van on-the-fly generali seren met behulp van de GAP-tree ('Generalized Area Partitioning-tree oftewel de 'Gegeneraliseerde Vlakken Partitie'-boom) toegepast op twee grootschalige topo grafische datasets, de vlakGBKN 11.000 en de ToplOvector. Door toepassing van de GAP-tree is het nu mogelijk om interactief te navigeren door deze ruim telijke datasets vanaf de oorspronkelijke schaal 11.000 (110.000) via een middenschaal als 125.000 tot en met zelfs kleine schalen 1100.000). Het blijkt dat met de opkomst van in- ternet-GIS de behoefte aan on-the-fly generaliseren sterk is toegenomen. Ten eerste omdat de bandbreedte be perkt is en het dus van belang is dat er zo weinig mogelijk onnodige details worden overgestuurd; dat scheelt im mers tijd. Belangrijk is dat snel een goed kaartbeeld wordt opgebouwd, dat eventueel later kan worden aange vuld met meer details, al dan niet na het inzoomen op een specifieke loca tie. Ten tweede maakt internet-GIS het mogelijk om datasets van verschil lende bronnen (en dus vaak ook van verschillende schalen) te combineren, maar dit is alleen zinnig indien eerst van alle datasets een presentatie op ge lijke schaal wordt afgeleid. Behalve de testresultaten en de imple mentatie van de standaard GAP-tree, wordt er een uitbreiding beschreven, die is gebaseerd op de toevoeging van parallelle lijnen aan de GAP-tree voor lineaire objecten zoals straten en wa terwegen. Dit maakt het mogelijk om een betere en duidelijkere, in de breed te overdreven, representatie van deze objecten op kleinere schalen te tonen. drs. J. D. van Putten'), Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium te Marknesse, en prof.dr.ir, P.J.M. van Oosterom, TU Delft, afdeling Geodesie, sectie GISt. Gepresenteerd op het Internationaal Sym posium over Spatial Data Handling, SDH'98 Vancouver, Canada, 12-15 juli 1998. 2) Dit onderzoek werd uitgevoerd tijdens de periode dat de auteur bij het Kadaster mee werkte aan dit pro ject voor het behalen van haar doctoraal- Hoewel het gebruik van de GAP-tree zeer geschikt is voor efficiënte on-the-fly generalisatie, vergt het in één slag bouwen van de GAP-tree voor een grote dataset soms (te) veel computergeheugen. Daarom wordt er een nieuwe methode voorgesteld om van een grote dataset de GAP-tree representatie te bouwen, gebaseerd op een verdeel-en-heers techniek. Dit artikel is opgesplitst in twee gedeelten. Dit eerste deel behandelt de theorie en de implementatie van de GAP-tree, terwijl het tweede gedeelte in het vol gende nummer nader ingaat op de testresultaten en de verbeteringen. Met de komst van Geografische Infor matie Systemen (GIS) is de wijze waarop mensen kaarten of geografi sche data gebruiken drastisch veran derd. Moderne informatiesystemen maken het mogelijk door geografische datasets te navigeren door middel van het selecteren van (typen van) objec ten en ze vervolgens op verschillende schalen af te beelden. Simpelweg ver kleinen van objecten als de gebruiker uitzoomt, resulteert echter in een ma tige kwaliteit van de kaartrepresenta- tie. Bovendien wordt deze kaartrepresentatie erg langzaam opgebouwd, omdat deze veel te veel informatie bevat. Niet alleen moeten de objecten worden verkleind, maar ze moe ten ook veel minder gedetailleerd worden weergegeven (vanwege de kleinere schaal). Minder belangrijke objecten moeten in hun geheel worden weggelaten, omdat ze voor de kleinschalige kaart niet van belang zijn. Een eenvoudige oplossing voor dit probleem is om de kaartrepresentatie op verschillende schalen, dus op verschillende detailniveaus, op te slaan. Dit brengt enkele serieuze nadelen met zich mee, zoals mogelijke inconsistenties tussen de verschillende representaties en een fors toegenomen gebruik van het ge- 443

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 5