lijke randen gebeuren, zowel bij de knopen vóór als na deze verwijderde rand. Tijdens dit proces van verbinden ontstaan weer nieuwe randlijsten die ringen vormen. Een nieuwe randlijst kan worden gevonden nadat een ver wijderde gemeenschappelijke rand is verwerkt. De lijst met gemeenschap pelijke randen EL kan voorwaarts of achterwaarts doorlopen en worden af gehandeld, maar de volgorde waarin die gemeenschappelijke randen wor den afgehandeld, mag niet verande ren. In het geval dat een gemeenschap pelijke rand e niet de eerste rand in de lijst EL is, zoek dan een nieuwe rand lijst aan de kant van de knoop van de gemeenschappelijke rand e aan de kant waar de andere gemeenschappelijke randen al verwerkt zijn; bijvoorbeeld knoop a van rand e2 in fig. 7, aanne mende dat rand el als eerste is ver werkt. Ingeval dat de gemeenschappe lijke rand e de laatste rand in de lijst EL is (bijvoorbeeld e3), moet ook een nieuwe randlijst aan de andere kant van deze gemeenschappelijke rand worden gevonden. Twee verschillende soorten randlijs ten, die de nieuwe ringen van de sa mengestelde face representeren, kun nen nu zijn ontstaan. Dit zijn randlijs ten met een draairichting met de klok mee en randlijsten die tegen de klok indraaien. Er zal precies één randlijst ontstaan, die met de klok meedraait; dit is de buitenring van de nieuwe face. De overige randlijsten, indien aanwezig, zullen alle tegen de klok in draaien en komen overeen met de bin nenringen van de nieuwe face. Bij het samenvoegen van twee faces is het mogelijk dat nieuwe 'loshangende' randen ontstaan, die verwijderd moe ten worden. Dat wil zeggen, twee opeenvolgende verwijzin gen naar randen in de nieuw gecreëerde randlijst wijzen naar dezelfde rand, maar wel met een tegenovergesteld te ken. Dit zal zowel bij rand el als rand e2 in fig. 8 gebeuren. Deze randen moeten worden ontdekt en verwijderd. Merk op dat een nieuwe loshangende rand alleen kan ontstaan indien de oorspronkelijke rand zowel links als rechts dezelf de face had. Deze randen zijn niet nodig voor het werken met enclaves in een planaire partitie, maar kunnen in de dataset voorkomen om een lijnvormig object te represente ren, bijvoorbeeld een hek. In plaats van het verwijderen van deze randen bij het bouwen van de GAP-tree, hadden ze ook vooraf verwijderd kunnen worden. Fig. 7. Creatie van nieuwe (binnen)ringen. Afsluiting Fig. 8. Nieuwe los hangende randen. Deel twee van dit artikel gaat nader in op de resultaten van het testen van de GAP-tree bij het gebruik van een vlakGBKN en de ToplOvector. Ook zullen twee belang rijke verbeteringen worden beschreven, namelijk parallelle lijnen om lineaire objecten beter te kunnen meenemen in het generalisatieproces, onder andere door deze te over drijven, en een aanpassing om met zeer grote datasets om te kunnen gaan. Generalization of Area Partitions (part 1) The GAP-tree is a structure which can store generalizations in such a way thatfor every scale the matching generalization can be determined rapidly. In this research GAP-trees were built for two different datasets, the vectorGBKN and the ToplO vector. After setting the feature type priority and compatibility values, the generalizations were performed automatically. This is of great importance for efficient use of cartographic data via the internet. During webbrowsing, a correct generalization for every maplevel is determined and can be shown very fast. In this first part of the article the authors discuss the theoretical backgrounds and the implementation. In the next issue of this magazine the second part will deal with the test results and discuss possible improvements. [1] Boudriault, Gerard, Topology in the TIGER file. Auto-Carto 8, p. 258-269, 1987. [2] DGIWG. DIGEST - digital geographic information - exchange standards - edition 1.1. Technical report, Defence Mapping Agency, USA, Digital Geographic Information Working Group, oktober 1992. 447 GEODESIA Summary Literatuur

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 9