GEODESIA ren voor de softwarematige detectie van scheuren. Tevens wordt de weg met een naar voren gerichte videocamera op genomen, waarmee aanvullende informatie op de meet gegevens voor de verwerking op kantoor beschikbaar is. De plaatsbepaling komt tot stand door afstandmeting in het langsprofiel van de weg met een aan het linkerachterwiel gekoppelde afstandmeter (fig. 6). Als referentie worden daarbij de hectometerbordjes langs de weg gebruikt. Deze grove wijze van plaatsbepaling is voldoende voor de tot nu toe uitgevoerde metingen van het ARAN-voertuig. Twee jaarlijks wordt de onderhoudstoestand van het volledige rijkswegennet (ongeveer 3000 km) met de ARAN vastge legd voor het opstellen van de meerjarenplanning en bud gettering van het verhardingsonderhoud. Daarnaast wordt de ARAN ingezet voor het meten van vlakheid en schade beelden op verzoek van de Regionale Directies in verband met specifieke vraagstellingen. In 1994 is naar aanleiding van vragen van Regionale Direc ties een proef uitgevoerd met de ARAN om herprofilerings metingen te kunnen uitvoeren. De resultaten van deze proef zijn beschreven in [3]. Geconcludeerd werd in deze proef dat het mogelijk is met de ARAN - na het aanbren gen van de in de proef geteste modificaties aan het voertuig, zoals onder andere een betere wijze van plaatsbepaling herprofileringsmetingen uit te voeren. Het principe van de herprofileringsmeting met de ARAN is gebaseerd op het gebruik van een INS (Inertieel Navigatie Systeem) voor de plaatsbepaling en voertuigoriëntatie in combinatie met de ultrasone meetbalk (fig. 7 en 8). Om de invloed van gyro- drift en sensorbiases op plaatsbepaling en voertuigoriën tatie te elimineren worden deze laatste grootheden met behulp van een Kalmanfilter geschat uit de INS-waar- nemingen aangevuld met DGPS. Voor deze oplossing is in afwijking van de proef gekozen, omdat inmiddels de hier voor op de markt beschikbare software en GPS-apparatuur sterk is verbeterd in vergelijking met de ten tijde van de proef beschikbare software en GPS-apparatuur. Fig. 7. Inertieel navigatie systeem. Fig. 8. Ultrasone meetbalk. Overigens is de hoogtebepaling met de gebruikte plaatsbepalingmethode nog niet voldoende nauwkeurig om zonder meer te gebruiken voor het DTM ten behoeve van herprofilering van de weg. Hiertoe wordt eerst nog een filte ring van de baan van het INS uitge voerd, waarbij golflengten groter dan 150 m worden verwijderd. Dit is no dig vanwege de hoogte-instabiliteit van het INS. Voor herprofileringsme tingen vormt dit geen bezwaar omdat voor comfort en veiligheid de reden voor het uitvoeren van een herprofile ring alleen golflengten in langsrich- ting van de weg kleiner dan 70 m van belang zijn. Dit is mede de reden dat de Clear Cone-techniek naast de ARAN nog zal blijven bestaan: daar waar Regionale Directies behoefte hebben aan absolute plaatsbepaling of andere informatie dan alleen van het wegdek, kan de ARAN dat niet leve ren en zal worden teruggegrepen op Clear Cone. Wel zal worden gestreefd naar minimalisering van de Clear Co- ne-metingen. Sinds de proef heeft de DWW een nieuw ARAN-voertuig aangeschaft en is het in de proef geteste INS reeds in het voertuig ingebouwd. Na uitvoe ring van de proef is tevens het besef ge groeid dat niet kon worden volstaan met de ontwikkeling van een systeem. Ook de verwerking na inwinning, de presentatie van de gegevens, de bege leiding van de ontwerper bij het ge bruik van de gegevens en de imple mentatie van de gekozen werkwijze 496 /aserSDP

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 10