Generaliseren van vlakkenpartities (2) GAP-trees, testresultaten en verbeteringen geo-information engineering, spatial data structures, theory geo-informatievoorziening, ruimtelijke gegevensstructuren, theorie Zijn in het eerste deel van dit artikel in het oktober nummer de theorie en de implementatie beschreven, dit tweede deel gaat nader in op de resultaten van het testen van de GAP-tree bij het gebruik van een vlakGBKN en de ToplOvector. Ook zullen twee belangrijke ver beteringen worden beschreven, namelijk parallelle lijnen om lineaire objecten beter te kunnen meenemen in het generalisatieproces, onder andere door deze te over drijven, en een aanpassing om met zeer grote datasets te kunnen omgaan. Twee verschillende grootschalige to pografische datasets zijn gebruikt voor het testen van de GAP-tree: de GBKN, meestal in beheer bij het Kadaster, en de ToplOvector van de Topografische Dienst Nederland. Bei de geografische datasets zijn een nauw keurige weergave van de terreinsituatie zonder verplaatsingen van objecten vanwege kartografische redenen. Wel zijn in de ToplOvector sommige ob jecten vereenvoudigd weergegeven. Resultaten met de GBKN De GBKN is in de meeste gevallen vervaardigd via stereo-fotogramme- trie, aangevuld door naverkenning in het terrein, vooral wat de gebou wen betreft. De presentatieschaal is 1:1.000 (1:2.000 in landelijk gebied) en de dekking is landelijk. De inhoud bestaat uit gebouwen, wegen, water wegen, spoorwegen en terrein. De nauwkeurigheid is beschreven in ter men van relatieve precisie: in landelijk gebied is de relatieve precisie van de af stand tussen twee goed gedefinieerde punten beter dan 40 V 2 cm en in be bouwde gebieden is dit beter dan drs. D. van Putten1Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium te Marknesse, en prof dr. ir. P.J.M. van Oosterom, TU Delft, afdeling Geodesie, sectie GISt. 20V2 cm. De GBKN is een lijngebaseerde kaart zonder expliciete vlakobjecten. In de toekomst wordt deze wellicht toch topologisch gestructureerd en zullen vlakobjecten wel expliciet worden gerepresenteerd in de zogenaamde object- gerichte of vlakGBKN. Een prototype vlakGBKN is ver vaardigd van het gebied rond Zevenaar en bevat zes hoofd typen vlakobjecten (tabel 1). De generalisatie-eisen voor de vlakGBKN hangen af van de doelstelling van de kaart. Stel dat dit het weergeven is van stedelijke gebieden en de verbindende wegen. Kruisingen krijgen een lage prioriteit en mogen aan de wegen wor den toegevoegd. Neem verder aan dat spoorwegen en water(wegen) ook niet zo belangrijk zijn en al snel aan het ter rein mogen worden toegevoegd. In de bebouwde gebieden zijn er de volgen de richtlijnen: terreinen geleidelijk aan de gebou wen toevoegen; vervolgens wegen aan de vergrote gebouwen toevoegen (eerst de onbe langrijke wegen, daarna ook de be langrijkere wegen); uiteindelijk zou er slechts een be bouwd gebied moeten overblijven en eventueel nog een aantal belang rijke wegen. Tabel 1. priotiteit_t (a) GBKN objectklasse prioriteit. Naam kleur code prioriteit Terrein groen TRN 5 Weg grijs WEG 80 Water blauw WTR 10 Kruising zwart KNP 2 Gebouw rood GBW 400 Spoorbaan bruin SBN 20 499 GEODESIA 2000-II KEYWORDS TREFWOORDEN Dit onderzoek werd uitgevoerd tijdens de periode dat de auteur bij het Kadaster mee werkte aan dit pro ject voor het behalen van haar doctoraal-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 13