LlU'i F> ftgRiK C/,\ ■- II Wl* In landelijk gebied zijn er de volgende uitgangspunten: gebouwen mogen aan terrein worden toegevoegd; verschillende terreinen (en andere soorten vlakken, spoorwegen, waterwegen) mogen worden samengeno men; wegen moeten zo lang mogelijk behouden blijven; uiteindelijk zou er slechts één groot terrein moeten over blijven. In de GBKN is er geen onderscheid tussen de terreinen in stedelijk gebied en de terreinen in landelijk gebied. Het enige verschil is de omvang van deze terreinen. Met dit in het achterhoofd en verschillende iteraties met experi menten zijn de waarden voor de tabellen prioriteit_t(a) en co7npatibiliteit_t(a,b) gevuld zoals aangegeven in de respectievelijke tabellen 1 en 2; meer details kunnen gevon den worden in [6]. De visuele resultaten van het on-the-fly generaliseren van de vlakGBKN zijn weergegeven (op ge lijke presentatieschaal om de verschillen goed te kunnen zien) in fig. 2 t/m 5 door steeds de minimumvereiste im portantie te verhogen. De precieze relatie tussen de mini mumvereiste importantie en de geschikte presentatieschaal moet nog worden vastgesteld via aanvullende experimen ten. Door een extreem hoge minimale importantie te eisen kan de kaartimpressie nogal veranderen (fig. 5). Op de doelschaal zou dit gebied echter overeenkomen met slechts vier of negen pixels op het beeldscherm, zodat het effect niet storend zal zijn. Daar de nadruk ligt op het generaliseren van vlakkenparti- ties met de GAP-tree, zijn lijn- en puntobjecten niet weer gegeven. In fig. 4 zijn de belangrijkere wegen in het lande lijk gebied niet volledig aanwezig. De enige manier om dit op te lossen is de prioriteit van de wegen te verhogen. Ech ter de verhoogde prioriteit van wegen zorgt ervoor dat we gen belangrijker worden dan bebouwde gebieden. Eigenlijk zouden de wegen in landelijk gebied geleidelijk aan steeds belangrijker moeten worden. Dit zou gerealiseerd kunnen worden door de wegen steeds iets breder te maken, wat weer inhoudt dat ze iets belangrijker worden. Dit idee wordt verder uitgewerkt in de paragraaf Verbeteringen. Ijflllllll Fig. 1. Legena kaarten. Legenda van de De Top 1 Ovector is in de meeste geval len vervaardigd met behulp van mo- nofotogrammetrie, aangevuld door naverkenning in het veld. De presen tatieschaal is 110.000 en de dekking is inmiddels ook landelijk. Er zijn meer soorten objectklassen voor de vlakobjecten dan in de GBKN, met name wat betreft de verschillende ty pen terrein. De nauwkeurigheid van de Top 1 Ovector is beschreven in ter men van absolute precisie in het RD- stelstel: de positie van de punten zou niet meer dan twee meter mogen af wijken. Er wordt voor de Top 1 Ovector van hetzelfde generalisatiedoel uitge gaan als voor de GBKN. -rJ L, "V p=-1 Kr» X V. X*— rr X| "-V. X f WMt Fig. 2. De Top 1 Ovector heeft een aparte clas- VlakGBKN 1 sificatie voor terreinen in stedelijk ge- (oorspronkelijke bied. Deze kunnen dan ook relatief ge- kaart). makkelijk aan de gebouwen worden toegevoegd door ze een lage prioriteit te geven in verhouding tot de gebou wen. Hierdoor kunnen andere object klassen weer een relatief hogere prio riteit krijgen in vergelijking met de GBKN. Wegen zijn ook in een aantal categorieën ingedeeld: belangrijk, minder belangrijk en fietspaden. Dit geeft de mogelijkheid om deze ver schillende categorieën ook anders te behandelen. Belangrijke wegen kun nen veel langer gehandhaafd blijven dan onbelangrijke wegen en fietspa den door ze een hogere prioriteit te ge ven. Verder is het wenselijk dat de ver schillende losse onderdelen van be langrijke wegen geleidelijk aan samen- Fig. 3. smelten tot een geheel. Daarom moet VlakGBKN2. de compatibiliteit tussen belangrijke GEODESIA Hl - S-' -7 terrain road J water crossing building railroad Resultaten met de Top I Ovector I V.-'ï-A' ---% éij* w 7 -!r- V 5 ?d fflftess© -* 500

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 14