Meervoudig ruimtegebruik Het geodetisch werkveld ontstijgt het platte vlak Recent kwam Minister Pronk met het nieuws dat er in Nederland behoefte is aan ruimte met een totale oppervlakte die vergelijkbaar is met de grootte van heel Zuid-Holland. Vooral de functies wonen, werken en infrastructuur leg gen een claim op de nog 'beschikbare' ruimte. Dan wordt al snel geroepen om meervoudig ruimtegebruik en on dergronds bouwen. Deze worden de laatste jaren immers beschouwd als het tovermiddel om de ruimtelijke proble men deels op te lossen. Met name bij de aanleg van nieuwe of vernieuwing van bestaande infrastructuur wordt getracht dit ondergronds te realiseren. Dubbel grondgebruik kent weliswaar vaak hogere kosten, maar kan ook meer opleveren: stijging van de vast- goedwaarde van de bestaande bebou wing, reductie van de negatieve aspec ten van infrastructuur (bijvoorbeeld geluidshinder, aantasting open ruim te, barrièrewerking), ruimte voor de realisatie van nieuwe functies, verho ging van de ruimtelijke kwaliteit, en zovoort. Er zijn genoeg plannen en de plannenmakers gaan vaak zeer en thousiast van start, maar ondanks alle positieve effecten blijkt meervoudig ruimtegebruik in de praktijk finan cieel niet zo gemakkelijk te realiseren als gehoopt. In dit artikel zal naar aan leiding van een in mei 2000 gehou den expertmeeting van de werkgroep POLIS nader worden ingegaan op de juridische en planologische regelingen die gelden voor meervoudig-ruimte- gebruik-projecten en de mogelijkhe den van financiering hiervan. Daar naast zijn ervaringen verwerkt vanuit projecten bij DHV en Arcadis/Kafi. Planologische en juridische regelingen De Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) is van toepassing op de grond, en dit omvat ook de ondergrond. Het opne men van meervoudig ruimtegebruik is mogelijk in de daarvoor bestemde plannen (streekplan, bestemmings plan). Indien de overheid meervoudig ruimtegebruik wil stimuleren, zal er ir. C.R.M. Vencken, adviseur infra structuur en ruimtelijke planning bij DHV Milieu en Infrastructuur, en ir. J. van de Beek, hoofd Kaf Advies van meervo echter een denkslag moeten worden gemaakt. De WRO biedt wel de kaders voor het regelen van de ondergrond, maar bij het maken van een bestemmingsplan wordt meest al niet nagedacht over de ondergrondse ruimte. Hierdoor worden de mogelijkheden van het gebruikmaken van de ondergrond onbewust beperkt. Er zouden betere richt lijnen moeten komen voor het bestemmen van de ruimte waarin aandacht wordt gevraagd voor welke bestemming wel en welke niet voor de ondergrond geldt. Hiervoor zijn voor zover ons bekend echter nog geen concrete acties opgestart. Men bevindt zich nog in het bewustwordings proces. Plet eigendom van onroerend goed is in relatie tot meer voudig ruimtegebruik te regelen. Maar de regelingen die hiervoor worden gebruikt, zijn enigszins gekunsteld (ge- doogplicht, appartementsrechten, opstal). Het denken in slechts twee dimensies komt ook tot uitdrukking in het feit dat driedimensionale onteigening niet mogelijk is. Indien meervoudig ruimtegebruik vaker zal worden toegepast, ver dient het aanbeveling om deze regelingen nog eens kritisch te beschouwen vanuit het oogpunt van meervoudig ruimte gebruik. Tevens zou moeten worden bekeken of het voor delen biedt de vastlegging van de onroerend-goedrechten (dit gebeurt nu in lagen) en het maken van bestemmings plannen in drie volledige dimensies te beschouwen. Voorbeeld ruimtegebruik. W.&ïh. Z xi. Financiering van de meerkosten: beperkende factor Om de haalbaarheid en financierbaarheid van inrichtings projecten te beoordelen moeten kosten en baten (zowel direct als indirect) in beeld worden gebracht. De belangen, en voor- en nadelen voor de verschillende partijen moeten zoveel mogelijk worden gekwantificeerd, liefst niet alleen op de korte maar ook op de lange termijn. Bij meervoudig 515 GEODESIA De auteurs schrijven dit artikel onder per soonlijke titel.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 29