beperken. Vanuit landmeetkundig oogpunt zijn de specificaties van het te leveren product aan de ontwerper niet bijzonder ingewikkeldeen X, Y, Z- bestand met een simpele lijncodering. De nauwkeurigheid van de Z is daar bij in de orde van 0,5 a 1 cm en voor de X en Y beter dan 20 cm. Daarnaast is de Regionale Directie vaak geïnte resseerd in specifieke kenmerken van het terrein, zoals de hoogte van rij- ijzers. Rij-ijzers worden in het weg dek geplaatst om kunstwerken ruimte te geven voor vervorming als gevolg van verschillende weersomstandighe den. Deze rij-ijzers zijn onderdeel van kunstwerken, zoals viaducten of tun nels. Aangezien deze op palen zijn ge fundeerd, is de verzakking van deze kunstwerken nihil, vergeleken met de rest van de rijksweg in met name het westen van het land. De bestuurder merkt dit door de verzakkingen vlak voor of na een kunstwerk. De ontwer per dient in het ontwerp dus op deze rij-ijzers aan te sluiten en de verzak king te compenseren. Zo wordt ook de doorrijhoogte bij viaducten geme ten, zodat bij het ontwerp rekening kan worden gehouden met de mini male doorrijhoogte van een viaduct. Technologische oplossingen voor organi satorische problemen Het is interessant te zien dat deze pro blematiek heeft geleid tot een techno logische ontwikkeling waar in de na bije toekomst een nieuw hoofdstuk aan kan worden toegevoegd. Eerst zal worden ingegaan op stappen die de laatste twintig jaar zijn gezet, voordat wordt ingegaan op de huidige ontwik kelingen. De meest rudimentaire vorm van deze techniek bestaat uit het waterpassen van langs- en dwarsprofielen (fig. 2). Voor de gemiddelde landmeter be hoeft deze techniek geen nadere toe lichting. Als verdere ontwikkeling hiervan kan tachymetrie worden ge zien waarbij vanuit vaste punten langs de weg met een tachymeter punten worden aangemeten op het wegdek. De ervaring leert dat om redenen van betrouwbaarheid en precisie de opstel- punten moeten worden gewaterpast. Zowel met waterpassen als tachymetrie moet de weg wor den betreden en daarom is een wegafzetting vereist. Overi gens worden deze technieken nog steeds toegepast in die gevallen waarin toch al een wegafzet ting aanwezig is, omdat de meting bij voorbeeld gecombineerd kan worden met het vervangen van de geleiderail. Fig. 3. Laser Hoogte Meet Systeem in actie. De bedrijfszekerheid van het meetsysteem liet in de prak tijk te wensen over. Meer onderzoek en ontwikkeling had den hier wellicht verbetering in kunnen brengen ware het niet dat de logistiek van de metingen enorm ingewikkeld was. Naast operators voor de lasers langs de weg en een ope rator in de meetauto werd de hele stoet begeleid door mo toragenten voor en achter de meetkaravaan. Naast tal van anekdotes leverde dit ook weieens gevaarlijke situaties op, terwijl de methode juist was uitgevonden om die te voor komen. Ondanks de elegante technologie is deze wijze van meten dan ook een vroegtijdige dood gestorven. Fig. 2. Waterpassen op de snelweg Eind tachtiger, begin negentiger jaren is door de MD het Laser Hoogte Meet Systeem ontwikkeld. In [1] is over dit systeem gepubliceerd. Langs de weg werden op regelmatige afstanden rote rende lasers opgesteld (fig. 3). De hoogten waarop de afzonderlijke lasers ronddraaiden, werden bepaald door aansluiting op NAP-hoogtemerken. Met behulp van een zelfdetecterende baak, waarmee grondverzetmachines ook zijn uitgerust, kon hoogte worden gemeten. Deze baak was op ingenieuze wijze gemonteerd op een wiel dat met een hoekopnemer achter een auto werd aan getrokken. Door middel van een afstandmeter, aangesloten op het wiel, kon de afstand tot een startpunt worden gemeten. Op deze wijze konden met een snelheid van 60 tot 80 km/uur langsprofielen over het wegdek wor den gemeten. Meerdere langsprofielen naast elkaar gaven op deze wijze een goed beeld van het gehele wegoppervlak. GEODESIA Traditionele metingen Laser Hoogte Meet Systeem

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 7