in deze situatie wordt die positie ook nog eens gebruikt
om een private partij van een voorrangspositie te voorzien.
Termen als kartelvorming, concurrentievervalsing en het
blokkeren van de markt kunnen hier (weer) opduiken.
Verbeteringen voor landinrichtings
praktijk
Aangezien de Wvg een instrument is dat vrijwel altijd ten
behoeve van verstedelijking wordt ingezet, zal de toege
voegde waarde voor de landinrichtingspraktijk vrijwel nihil
zijn. Vanuit de landinrichtingspraktijk geredeneerd mag
verstedelijking slechts zo beperkt mogelijk worden toege
laten. Ook natuur, landschap en recreatie botsen vaak met
de verstedelijkingsdrang. Uit de samenleving komt naast
een vraag naar woningen ook steeds meer een vraag naar
groene ruimte. Daar is bijvoorbeeld de Vereniging Milieu
defensie op ingesprongen met een campagne die ze de
komende jaren gaat voeren. Onder de naam 'Trek de Groe
ne Grens' [6] wordt gepleit voor een efficiënter ruimte
gebruik, waardoor de groene ruimte groen kan blijven.
Omdat de vereniging die 'groene grens' niet alléén kan
trekken, worden bondgenoten gezocht. Hier ligt misschien
een mogelijkheid voor de Wvg.
Een eerste verbetering zou kunnen liggen in het feit dat de
vestiging van een voorkeursrecht planologisch onderbouwd
moet worden. Gemeenten kunnen niet zomaar grond aan
wijzen; goed moet worden nagedacht over de te realiseren
bestemming. Als het voorkeursrecht wordt ingezet ten be
hoeve van stadsuitbreiding, betekent dat, dat er al in een
vroeg stadium (meer) duidelijkheid ontstaat over de nieu
we bestemming. Terwijl er nog geen bestemmingsplan is,
wordt voor grondeigenaren en ontwikkelaars de grens tus
sen rood en groen dus vrij snel zichtbaar. Door de vestiging
van een voorkeursrecht kan worden voorkomen dat er
lukraak door diverse partijen op verschillende plekken ver
worven wordt.
Over het algemeen wordt het voorkeursrecht gebruikt voor
gebieden waar de bestemming wijzigt van agrarisch naar
wonen of bedrijven. Je zou echter ook kunnen denken over
het vestigen van een voorkeursrecht voor bijvoorbeeld het
realiseren van regionaal groen. Zo zou een voorkeursrecht
wellicht uitkomst kunnen bieden bij het realiseren van de
bestemming in relatienotagebieden. Dit zijn gebieden die
in de Relatienota (1975) zijn aangewezen als beheersgebied
of reservaatsgebied. Beheersgebieden zijn gebieden waar zo
wel landbouw als natuurontwikkeling moeten plaatsvin
den. De natuurontwikkeling werd gewaarborgd door het
sluiten van contracten tussen de overheid en agrariërs.
Sinds kort is men afgestapt van de contracten en is daar
voor een subsidieregeling in de plaats gekomen. Reservaats-
gebieden zijn gebieden die volledig natuurgebied dienen te
worden. Deze gebieden moesten door de overheid worden
aangekocht (aankoopplicht). Sinds kort is het echter ook
mogelijk om de benodigde grond niet aan te kopen, maar
met behulp van contracten te laten beheren door agrariërs.
In totaal gaat het om twee keer 100.000 ha grond waarop
vóór 2018 de bestemming gerealiseerd moet zijn. Inmid
dels is bij de overheid wel duidelijk dat
het budget voor het aankopen van de
gronden in reservaatsgebieden veel te
klein is.
Nu nog landelijkIn discussies rond de toekomst van
maar straks? relatienotagebieden wordt onder an-
Misschien is dere de mogelijkheid geopperd om
voorkeursrecht een voorkeursrecht in te zetten ten be-
een middel om hoeve van de verwerving van de grond.
landelijk gebied Het zou dan gaan om het voorkeurs-
landelijk te recht uit de Wet agrarisch grondver-
houden. keer (Wag), waarvan het onduidelijk is
of het nu al kan worden gebruikt, om
dat een deel van de Wag niet in wer
king is getreden.
Conclusies
De Wvg lijkt een goede aanvulling op
het bestaande verwervingsinstrumen-
tarium en daarvoor is de wet ook be
doeld. De meeste gemeenten geven
aan dat hun regierol in het ontwikke
lingsproces versterkt is. Actief verwer
ven is door vestiging van een voor
keursrecht beter mogelijk en de echte
speculanten kunnen worden geweerd.
Ook lijken gemeenten de aan de loca
tie-ontwikkeling gestelde doelen mak
kelijker gerealiseerd te krijgen. Veel
gemeenten hebben ondanks het voor
keursrecht echter wel te maken met
grondposities die vroegtijdig door
marktpartijen zijn ingenomen. Daar
naast spelen ook nog de problemen
rond 'het gat in de Wvg'; de construc
ties waardoor het makkelijk is om de
wet te omzeilen.
Discussies rondom het grondbeleid
zijn dus nog niet van de baan. Veel
problemen die rond de toepassing van
de Wvg spelen, zoals de opdrijving van
grondprijzen en de rol en invloed van
gemeenten en marktpartijen zijn niet
aan één instrument toe te wijzen. Om-
548
GEODESIA