Stelselherziening geometrische infrastructuur
VERSLAG
Verslag van de studiemiddag op woensdag 21 september 2000
569
GEODESIA
Zoals in het themanummer van Geo-
desia van september 2000 te lezen was,
heeft Nederland een stelselherziening
van de geometrische infrastructuur
doorgevoerd. Nederland is hiermee
aangesloten aan het Europese referen
tiestelsel ETRS89. Eind september
organiseerde de Stichting Geodesia in
samenwerking met het Kadaster en
de Meetkundige Dienst van de Rijks
waterstaat een studiemiddag om be
langstellenden te informeren. Is het
nieuwe referentiestelsel een onmisbare
innovatie of is het slechts een storm in
een glas water
Karien Ris,
freelance
redacteur.
Met de komst van GPS werd het mo
gelijk vervormingen in het RD-stelsel
te bepalen. Omdat sommige gebrui
kers van GPS en het RD-stelsel last
hebben van deze vervormingen, stond
geodetisch Nederland voor de vraag:
moeten we streven naar een volledige
herziening van het stelsel van de Rijks
driehoeksmeting? De keuze die het
Kadaster nu heeft gemaakt, ETRS89
en het huidige RD, doet recht aan de
resultaten van gehouden onderzoeken.
Ook al was de materie rondom de stel
selherziening gesneden koek voor de
ruim tweehonderd deelnemers aan de
studiemiddag, de interesse voor het
onderwerp werd er niet minder om.
De bezoekerslijst liet een evenwichtige
verdeling zien van de herkomst van
alle bezoekers: 27% was afkomstig
vanuit het bedrijfsleven, 16% van het
Kadaster, 14% had het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat om een 'vrije'
Stemmen over de
stellingen.
Dagvoorzitter
Brouwer.
middag gevraagd en nog eens 14% was afkomstig van één
van de Nederlandse gemeenten. De overige deelnemers
kwamen respectievelijk uit het onderwijs, de provincies, de
waterschappen en defensie.
Het was druk in De Houtrust in Hooglanderveen. Een lo
catie die volgens dagvoorzitter Frits Brouwer niet toevallig
was gekozen, maar uitzicht bood op de O.L. Vrouwetoren
van Amersfoort, het projectiecentrum van de RD. De dag
voorzitter, een bekende van zowel de RD als de TU Delft
en de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, opende
met een paar persoonlijke woorden: "In het dagelijks leven
ben ik directeur Water van Rijkswaterstaat Noord-Hol
land. Ooit was ik geodeet, maar na het televisie-interview
met de kroonprins besloot ik over te stappen. Vandaag ga
ik terug naar mijn wortels en voel ik me toch weer een beet
je geodeet. Zeker nu ik zoveel bekende gezichten zie!" Kort
daarna lichtte hij de aanwezigen in over het vervolg van het
programma: "Wij hebben een interessante middag voor de
boeg, met een tweeledig doel. In de eerste plaats proberen
we u allen, vertegenwoordigers van geodetisch Nederland,
te informeren over de besluiten die mensen bij de Rijks
driehoeksmeting hebben genomen en de gevolgen daarvan
voor de dagelijkse praktijk. Dat zal ieder van u het meest
interesseren". Nadat hij de maatschappelijke relevantie van
het thema had verduidelijkt aan de hand van verwijzingen
naar de Troonrede die de week vóór de studiemiddag was
gehouden, introduceerde Brouwer de eerste spreker.
Martin Salzmann, hoofd Geodesie bij het Kadaster en ver
antwoordelijk voor de Rijksdriehoeksmeting, hield een
boeiend verhaal onder de titel 'Rijksdriehoeksmeting sluit
aan op Europa'. Hij ging daarbij in op de gevolgen van de
beslissingen rondom het nieuwe referentiestelsel. "Het
ETRS89, ofwel European Terrestrial Reference System, is
een driedimensionaal, mondiaal stelsel dat de koppeling
met andere Europese stelsels vereenvoudigt". In het kort
legde hij de werking van het nieuwe stelsel uit, om daarna
over te gaan tot een blik op de toekomst. "Ik voorzie een
toenemend gebruik van GPS-RTK en van satellietbeelden
voor allerlei toepassingen. Op technologisch gebied ver
wacht ik een verdere popularisering van GPS/Galileo en
een versmelting tussen plaatsbepaling en communicatie.
Dat zal het vakgebied uiteindelijk ten goede kunnen
komen".
Ronald Molendijk van de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat ging dieper in op de gevolgen van het nieu
we stelsel voor de NAP-gebruiker. Hij sprak achtereen
volgens over de eenmalige correctie voor de vervorming in
gepubliceerde NAP-hoogten, over het werken aan de be
wustwording en over het feit dat hoogten veranderen. "In
hoeverre zult u iets gaan merken van deze veranderingen?",
vroeg hij het publiek, waarop hij direct zelf het antwoord