Uü (k bww pcb "Dtc& (fa&ot Op 1 november 2000 zaten 'stakehol ders' in het geodetisch en geo-infor- matica onderwijs om de tafel in een themavergadering om het zogenaamde Bakkenist-rapport te bespreken en zich te bezinnen of er naar aanleiding van dit rapport iets ondernomen moest worden. Sterk samenvattend ging het Bakkenist-rapport over het beschrijven van een beroepsprofiel van de geodeet op de korte en middellange termijn. Belangrijkste aanleiding voor deze opdracht van de NCG, die overi gens werd gefinancierd door belang hebbenden, was de alarmerende terug loop in aanmeldingen bij mbo, hbo en wo. Bij het io (internationale onder wijs i.e. het ITC) is dit niet het geval, maar dat komt vermoedelijk omdat de doelgroepen mid-career professionals zijn, hoofdzakelijk uit ontwikkelings landen, waarvan de meeste een beurs hebben voor kopstudies in de geo- informatica en haar toepassingen. Ter verduidelijking, deze studies duren van twaalf maanden voor een Profes sional Masters, tot achttien maanden voor een MSc. en tweeënveertig maan den voor een PhD. In de geo-informa- tica en geo-informatie management programma's stromen per jaar onge veer honderd studenten in. In essentie kwam het Bakkenist-rap port neer op het volgende. Het ont breekt afgestudeerde (van alle onder wijsniveaus) geodeten en geo-informa- tici niet aan technische kennis, doch aan competenties die hun doel treffendheid in de werkomgeving aan merkelijk zouden kunnen verhogen. Die liggen op het gebied van compe tenties om in multidisciplinair ver band probleem- en klantgericht op te treden. Dit zet ze op een achterstand ten opzichte van andere disciplines die schadelijk is voor hun onmiddellijke doeltreffend zijn en voor de aanzet van hun carrière. Het ontbreken van de genoemde competenties wordt ook gezien als één van de oorzaken van de verbijsterende terugloop in het aantal hogere bestuurs- en beleidsposities die geodeten bijvoorbeeld bij het Kadaster en de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat innemen. Interessan ter is echter dat het rapport ook melding maakte van een zich ont wikkelende ten dens om anders opgeleiden, die wel de vereiste competenties hebben, in te wijden in geodetisch en geo-informa- ticawerk, en dat dit kennelijk tot te vredenheid bij de werkgevers leidt. In de bovengenoemde themavergade ring werden uitstekende referaten ge houden door elke onderwijsinstelling waarin hun reactie op het Bakkenist rapport werd vermeld. Daarop aan sluitend was er voor elk een co-referaat van het bedrijfsleven. Daarna was er een wat moeilijk lopende discussie die toch een positief resultaat heelt opge leverd voor een gezamenlijke actie van de onderwijsinstellingen. Voor ik daar wat meer over vertel toch nog enige hoofdpunten uit de referaten. In te genstelling tot wat tenminste drie re feraten over de conclusies en voorstel len van het Bakkenist-rapport stelden, ontdekte ik dat als je goed luisterde naar wat iedere instelling nu doet of geforceerd is te doen, sterk aansluit op deze conclusies. Bijvoorbeeld in het mbo-referaat werd uitgelegd hoe de ci viele techniek-branche het heft zelf in handen heeft genomen en eindtermen heeft ontwikkeld waaraan een landme ter moet voldoen als middenkader functionaris in de civiele techniek. Het is ongelukkig dat in de ontwikke ling van de eindtermen geen geodeten of geo-informatici betrokken waren. Maar toen ik de eindtermen van deze kopstudie zag, dacht ik, dat is een fijn beroep met een duidelijke context en dat kan het onderwijs alleen maar ten goede komen. Dat het geen zwaarte punt had in de geo-informatieverwer- king, vind ik niet zo'n heikel punt, ik verwacht namelijk dat er andere toe passingsgebieden zullen zijn waarin op dezelfde manier de eindtermen voor een geo-informaticus als kopstudie zullen worden vastgesteld. Misschien kan ons beroepenveld dat stimuleren en er bijvoorbeeld ook voor zorgen dat er goede bijscholing in de geo-infor- rnatica beschikbaar is voor de docen ten die in die kopstudies mee moeten draaien. Bij het referaat van het hbo ligt het enigszins anders. De Utrechtse oplei ding is al ingebed in een cluster van toepassingen waarbinnen het mogelijk is via projectgericht onderwijs de meest praktische contextuele aanslui ting te krijgen. Deze instelling neemt aan dat het projectgerichte onderwijs ook in grote mate de relationele com petenties zal bijbrengen waar het Bak kenist-rapport om vraagt. Ik weet niet zeker of dat zonder formeel onderwijs in die onderwerpen wel zal lukken. Overigens erg jammer dat hbo Am sterdam (Hydrografie) er weer niet bij was. Mijns inziens zijn er grote kansen in de maritieme geo-informatica, waarbij tussen Utrecht en Amsterdam toch significante 'joint ventures' zou den kunnen worden opgezet. De TU Delft gaf ook een enthousiast referaat met nadruk op projectgericht onderwijs. Maar daarop aansluitend werd ook gemeld dat er andere facul teiten zijn in dezelfde universiteit, die geodesie en geo-informatica aanpalen de leerstoelen in het leven hebben ge roepen en die specialisaties (kopstu dies?) instellen vanuit het toepassings domein van die faculteit. Uit Delft kwam echter ook een signaal dat de bewuste competenties toch meer per soonsgebonden zijn dan bijgebracht in een opleidingsprogramma, tenminste niet ten koste van het wetenschappe lijke en technische gedeelte van het onderwijs. We bleven dus in feite zitten met het probleem hoe nu verder te gaan en in welk tempo. In aansluiting op wat Vosselman ook reeds had aangegeven, stelde Ottens voor om gebruikmakend van de opdrachten van de Minister WO om binnen twee jaar een voorstel van elke wo- en hbo-instelling te ont vangen hoe zij het BSc- en MSc-model willen invoeren. Daarbij zag Ottens weinig heil in een poging om op het BSc-niveau landelijk iets proberen aan te zetten. De Nederlandse cultuur waarbij studenten meestal naar een dichtbij huis liggende universiteit gaan, staat dat in de weg. Echter op het MSc-niveau verwacht hij dat er vruchtbare samenwerking tussen in stellingen mogelijk is die, gebruikma- 580 GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 42