Ka io jaar DigTop in Den Haag Een toevalstreffer op de internationale GIS-dag ïiïA Donderdagmiddag 15 november 2000 werd in het restau rant 'Sapphire' in Den Haag het jubileumcongres '10 jaar DigTop' gehouden. Het was duidelijk een 3D-gebeuren: op de 25e verdieping werd het toekomstbeeld van hoog niveau geschetst. Gastvoorzitter en cabaretier was de Hagenees (niet: Hagenaar!) Sjaalc Bral. De voorzitter van de Beheerraad DigTop, H. J. van Eerten, verzorgde de introductie en de terugblik: "We hebben samen tien jaar gebouwd aan een product dat zo'n stevige basis heeft opgeleverd dat science- fïction-beelden niet eens heel erg ver weg meer zijn". De digitale topografische kaart van Den Haag is afgestemd op groot stedelijke eisen. De directeur-secretaris van het Landelijk Samenwerkingsverband GBKN, ir. L.M. Murre, gaf een overzicht over 'de omgeving van vandaag'. Unifor mering, standaardisatie en meer inzichte lijkheid voor de afnemers zijn doelen van het samenwerkingsverband. Vervolgens overhandigde Van Eerten als scheidend voorzitter van de Beheerraad symbolisch het eerste password van de website www.digtop.nl aan een vertegenwoordiger van zijn opvol ger. Er is onderscheid tussen een extranet-deel voor partici panten en een internet-deel voor het publiek. Na een pauze kwam de toekomst royaal aan bod. Ir. P.G.M. Mekenlcamp van de Universiteit Utrecht maakte onder scheid tussen DigTop en het basisbestand: de plaats van het basisbestand is 'wat partners willen', al zijn nietjesbestan den voor iedereen uit de tijd. Kort gezegd staat het basis bestand aan de basis en DigTop aan de top. Deze spreker be keek het gegevenswoordenboek. Van de zesennegentig soorten objecten zijn er maar vijf waar nagenoeg alle partners interesse in hebben. Hij memoreerde de aard van de geodeet om van hogere kwaliteit te spreken naarmate er meer terrestrisch is gemeten. Kwaliteit is echter iets waar van iedereen een eigen definitie heeft. Prof.dr. F. Ormeling van de Universiteit Utrecht memoreer de dat DigTop hoogstens zes joud oud is en voor drie kaart- schalen is er één bestand. In de afgelopen tien jaar veran derde de toegankelijkheid van de tekentafel in die van de computer en van kaartbladen naar bestandslagen. Gechar geerd wees de spreker ook op de teruggang in toegankelijk heid: papier was voor alle Hagenaars, DigTop is alleen be schikbaar voor contractanten. ("Nu is een plot boven een bureau alleen voor een gemeente-ambtenaar boven een be paalde schaal".) Internet vergemakkelijkt volgens Ormeling onvermijdelijk het omgaan met èn de toegankelijkheid van data. Tot slot bekende de spreker dat "een mooie presenta tie gisteravond in de cyberspace verdween". Sjaalc Bral was na deze bijdrage "als Hagenees geschrokken van de macht van de geo-driehoelc". Ir. G.A.M. Vrijlcotte van de Topografische Dienst Nederland vond dat de situatie bij ToplOvector veel overeenkomt met die bij DigTop of de GBKN. Dat er bij de TDN onderscheid is gemaakt tussen een landschaps- en een kaartmodel, was a r geen principe, maar een lastenaspect van het 'lcloterige of kernbestand ToplOvector'. Een statement van deze spreker was ook "Als u mij een definitie van een gebouw kunt geven, sta ik daar graag voor open". Klanten van zijn dienst blijken tweeënveertig verschillende softwarepakketten te benutten en zo kwam men tot de keus al leen uit te leveren in NEN1878 en het for mat van marktleider ESRI (Are/Info). De hoop voor de toekomst is gevestigd op Open Gis èn de mogelijkheden dat de pak ketten van de klanten GML kunnen lezen. Voor de eigen topografen blijft de fiets favoriet, maar zal de pencomputer het achteraf thuiswerken relativeren. Foto- grammetrie verdwijnt bij zijn dienst door afname van orthofoto's van externen. In zicht in de interne processen werd verder gegeven door de bekentenis "We muteren te veel, ook zaken die niet veranderd zijn. We hebben namelijk nog geen was/wordt- bestanden". Inhoudelijke objectmodelle ring wordt besproken in het ToplOvector-overleg. "Na hon derdvijfentachtig jaar gaat de klant bepalen wat hij wil en trouwens niet de Ravi, want die trekt een te grote broek aan als niet-gebruiker", aldus de defensie-ambtenaar. Prof. dr. H. Scholten van Geodan en de VU was ten opzichte van het gedrukte programma een technologische toegift. In tien jaar veranderde er veel: "Ormeling vond dat mensen als Scholten zich niet met kaarten mochten bezighouden, nu maakt die er duizenden per dag". Hij verwacht alles van WAP-stad als de stad van de toekomst, maar loopt nog krom vanwege drie verschillende mobieltjes in zijn zakken. Inter net zag hij ook als een extreme standaardisatieslag. "In de WAP-stad schrijven we elkaar geen standaardisaties meer voor. UMTS zorgt wel voor de broodnodige versnelling van het mobiel verkeer". Op basis van een proef waarbij in Am sterdam al iedereen en echt overal goed te volgen was, ver wacht hij een landelijk traceren door de politie en agenten hebben er zelf geen bezwaar meer tegen gevolgd te worden nadat het resultaat daarvan eens reddend was. Na een HP-animatie volgde een forumdiscussie met een kernvraag over de beveiliging. Scholten antwoordde daar royaal op hoeveel ervaring de politie er al mee heeft. Dat moest leiden tot de conclusie van Sjaalc Bral: "Als ze u vra gen hoe laat het is, zegt u hoe een horloge in elkaar zit". Daarmee was het tijd voor een borrel en Dim Sum. Tot slot kreeg iedere deelnemer een door Marnix Rueb persoonlijk ondertekende genummerde zeefdruk van 'Haagse Harry in DigTop'. Het enige verschil met het cadeau voor de sprekers was het ontbreken van een lijst De gemeente Den Haag, Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, KPN, Casema, HTM, Kadaster en Eneco hebben het tienjarig bestaan van DigTop op passende wijze gevierd op de precies passende datum van de internationale GIS-dag. Maar dat moet toeval zijn geweest. A.M. den Boer, redacteur. 1 kpn t N' N. caroma GEODESIA 2001-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 10