Verwerken van persoonsgegevens en
normering daarvan
persoonsgegevens worden aange
merkt" (Tweede Kamer 25892, no. 3,
Memorie van Toelichting, p. 46). Bete
kent dit nu dat vastgoedgegevens - om
dat er altijd wel een relatie van het ob
ject met een of meerdere personen is -
altijd persoonsgegevens zijn? Niet elk
technisch of toevallig verband tussen
een gegeven en een persoon maakt dat
gegeven een persoonsgegeven. Volgens
de minister is dit - anders dan hij aan
vankelijk in de Memorie van Toelich
ting (p. 47) had gesteld - wel het geval
voor eigendom- en waardegegevens
over vastgoedobjecten, zoals deze in
het Kadaster voorkomen (Tweede Ka
mer 25892, no. 9, p. 1). Maar betwijfeld
zou kunnen worden of dit altijd geldt
voor alle gegevens omtrent vastgoed
objecten; denk bijvoorbeeld aan het
aantal verblijfseenheden in vastgoed
objecten; de toegepaste materialen of
aan een verhoudingsgetal omtrent het
oppervlak bebouwd/onbebouwd van
een perceel. Maatschappelijke waarde
ringen en het (potentieel) gebruik van
de gegevens zijn bij dit aspect van
doorslaggevende betekenis.
Het tweede aspect - is sprake van een
identificeerbare persoon - doet zich altijd
voor als relevante vastgoedgegevens in
verband worden gebracht met bij
voorbeeld Naam-Adres-Woonplaats-ge-
gevens of persoonsnummers. Daarbij
is beslissend of deze gegevens met be
schikbare middelen op relatief eenvou
dige wijze met elkaar kunnen worden
gecombineerd. Hierbij is van belang in
hoeverre vastgoedgegevens beschik
ken over identificerende kenmerken
en kunnen worden gekoppeld aan
identificerende persoonsgegevens. Bij
de vraag of gegevens herleid kunnen
worden tot een identificeerbare per
soon, kunnen de beveiliging van gege
vens, het aggregatieniveau van gege
vens en de stand van techniek een rol
spelen. Zo kan door de beveiliging van
een bestand via technische of organisa
torische maatregelen identificatie van
gegevens voor niet-ingewijden onmo
gelijk zijn (vgl. het motorrijtuigen-ken
tekenregister). Het aggregatieniveau van
gegevens is van belang omdat de Regis
tratiekamer heeft uitgemaakt dat (ge
aggregeerde) gegevens op het niveau
van de 6-positiepostcode (derhalve zon
der huisnummer) geen persoonsgegevens meer bevatten.
Dit betekent dat vastgoedgegevens veelal slechts op per-
ceels- of woningniveau - derhalve de grootschalige ge
gevens - als persoonsgegevens gekwalificeerd kunnen wor
den. Door deze opstelling van de Registratiekamer is het
ook mogelijk dat talrijke organisaties op het niveau van de
6-positiepostcode consumentenprofielen bijhouden. Het in
verband brengen van een consumentenprofiel met een con
crete natuurlijke persoon betekent echter dat wel weer
sprake is van persoonsgegevens (Eerste Kamer 3/7/2000,
p. 1628). Dat de stand van techniek van groot belang is voor de
mogelijkheid gegevens tot een geïdentificeerde persoon te
herleiden, spreekt welhaast vanzelf. Zodra identificatie ech
ter disproportionele inspanning vergt, is geen sprake meer
van een persoonsgegeven (zie [2] over de vraag wanneer vast
goedgegevens als persoonsgegevens moeten worden aan
gemerkt). In dit verband dient erop te worden gewezen dat
gegevens ook kunnen bestaan in beeld of geluid. Voor vast
goedobjecten betekent dit bijvoorbeeld dat ook foto- of
video-opnamen onder de reikwijdte van het begrip per
soonsgegevens kunnen vallen. Denk aan toenemend ge
bruik in de gemeentelijke geo-informatievoorziening van
luchtfoto's en cyclorama's
prof. mr. J. de
Jong, hoogleraar
Onroerend-
goedrecht, sectie
Geo-informatie
en Grondbeleid,
afdeling
Geodesie,
TU Delft.
Ik zit nu midden in een
bespreking
De locatie van
mobiele telefoons:
een persoons
gegeven?
De Wbp is van toepassing op elke handeling gedurende de
gehele levensloop van een persoonsgegeven, vanaf de inwin
ning tot aan de vernietiging. Art. 1 sub b definieert verwer
king van persoonsgegevens als volgt: "Elke handeling of elk ge
heel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaron
der in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bij
werken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken
door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm
van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband
brengen, alsmede het afschermen, uitwisselen, of vernietigen van ge
gevens". Dit betekent dat de werking van de wet zich uit
strekt vanaf de inwinning, via onder andere het statische be
waren of opslaan van gegevens tot het meer dynamische ge
bruiken of verstrekken van gegevens
en de vernietiging daarvan. Van belang
is in dit verband dat het opnemen van
een persoonsgegeven in een geaggre
geerd bestand ook als een verwerking
wordt gezien (Eerste Kamer no. 92c,
p. 13). De Wpr concentreert zich vooral
op de verstrekking van gegevens; het
door de Wpr in dit verband gebezigde
begrip 'persoonsregistratie' speelt geen
rol meer. De Wbp richt zich echter niet
alleen op geautomatiseerde gegevens
bestanden, maar ook tot handmatige
bestanden (bijvoorbeeld dossiers) voor
zover deze op gestructureerde wijze
zijn ontsloten. Art. 6 geeft de belangrijkste norm uit de Wbp
weer; Persoonsgegevens worden in overeenstemming met
de wet, en op behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt.
GEODESIA 2001-1