Kaarten op school
Leerdoelen
INFORMATIEBRON TE GEBRUIKEN
tekstverklaren. Praten en schrijven
vormen de creatieve componenten van
het werken met het symboolsysteem
taal. Beelden en werelden kunnen wor
den ontworpen en uiteindelijk ook
worden gerealiseerd.
In de tweede plaats kennen we het
symboolsysteem van de getallen. Ook
hier plegen ouders en maatschappij
enorme inspanningen in tijd en geld
om kinderen zich dit systeem eigen te
laten maken. Evenals bij het verwer
ven van taalvaardigheden kent het re
kenonderwijs een duidelijk sequenti-
ele structuur. Ook met behulp van dit
systeem kunnen werelden worden be
schreven, ontdekt en gecreëerd.
In de derde plaats kennen we de we
reld van de grafische symbolen. "That
geography uses the language (forma
lism) of maps to communicate spatial
information is important because all
languages are unique systems of struc
turing thought" (1 Het is van belang
te onderkennen dat het dus gaat om
een uniek systeem om het denken te
structureren. Het zal ook duidelijk
zijn dat dit net zoals met taal- en getal
systemen niet geheel vanzelf zal gaan.
De inspanning die gepleegd wordt om
kinderen daarmee te leren werken is,
in tegenstelling tot het leren van de
twee andere symboolsystemen, erg be
perkt. In de eerste groepen van de ba
sisschool leren kinderen aan de hand
van 'plaatjes' van bijvoorbeeld dieren
dat je 'dingen' uit de werkelijkheid
ook kunt 'tekenen' (zie kader).
Dit leren gaat niet altijd zonder pro
blemen gepaard. Zo herinner ik mij
[HvD, red.] de fietstochten met mijn
oudste zoon Jogchem Pieter, die voor
op in het zitje als tweejarige met zijn
vinger naar elk paard wees en vervol
gens riep: "Papa, koel". Gelukkig leg
de een collega Nederlands van de ho
geschool waar ik destijds werkte, mij
uit dat hier sprake was van een klas
siek geval van 'semantische over-
generalisatie': alle grote dieren met
vier poten en een staart heten dan
hetzelfde en koe is makkelijker uit te
spreken dan paard.
dr. J.A. van der Schee, onderwijs-
geograaf aan het Instituut voor
Didactiek en Onderwijspraktijk van de
Vrije Universiteit,
en dr. H. van Dijk, directeur Basiskaart
Noord-Holland.
In de laatste groepen van de basisschool en de eerste klas
van het voortgezet onderwijs wordt aandacht besteed aan
aspecten als schaal en legenda van de kaart. Het leren ge
bruiken van de kaart als informatie
bron bij de oplossing van maatschap
pelijke vraagstukken komt niet of nau
welijks aan de orde.
In veel leermethoden voor moderne
vreemde talen staan tegenwoordig
kaartjes afgebeeld. Ook geschiedenis
methoden gebruiken in toenemende
mate kaarten. Kennelijk wordt door de
schrijvers ervan uitgegaan dat leerlin
gen de informatie van deze kaarten
kunnen gebruiken. Als het gaat om het
leren werken met kaartinformatie dan
wordt daar op scholen maar in beperk
te mate aandacht aan geschonken. Een
reden hiervoor kan zijn dat ten aan
zien van de sequentie van taken bij het leren werken met
kaarten maar weinig bekend is. In het wiskundeonderwijs
beginnen lesmethoden vaak met het leren werken met
coördinaten op een kaart als introductie op het leren wer
ken met een assenstelsel. Ook het werken met het schaal-
begrip komt daarbij aan de orde. Deze twee onderwerpen
komen ook bij aardrijkskunde aan de orde samen met het
leren van de betekenis van de legenda op een kaart. Van eni
ge afstemming tussen beide vakken is geen sprake. Wie les
methoden voor wiskunde en aardrijkskunde voor de brug
klas bestudeert, kan constateren dat leerlingen vergelijk
bare inhouden moeten leren bij beide vakken. Een betere
afstemming is dus wenselijk.
Ervan uitgaande dat de meeste geodeten niet op de hoogte
zijn van wat er ten aanzien van kaartvaardigheden in het
voortgezet onderwijs geleerd dient te
worden, geven we eerst een overzicht
van de leerdoelen op dit gebied, zoals
geformuleerd voor aardrijkskunde in
de basisvorming:
"De leerlingen kunnen - onder andere
met behulp van een computer - ge
bruikmaken van atlassen, archieven,
kaarten en remote sensingbeelden
(met name luchtfoto's) bij oriëntatie in
gebieden en bij beeldvorming over ge
bieden en bij het verwerven van inzicht
in aardrijkskundige verschijnselen en
processen. In dat verband kunnen zij:
zoeksystemen in (geautomatiseerde)
atlassen gebruiken;
verschillende soorten kaarten benoe
men en gebruiken;
GEODESIA 2001-1