Pragmatische aanpak
uniformering GBKN - een aanvulling
In Geodesia nummer 2000-12 heeft Ad van der
Meer uitgebreid verslag gedaan van de studie
middag van het Landelijk Samenwerkingsverband
GBKN (LSV) op 31 oktober 2000. De projectgroep
Uniformering van het LSV presenteerde op die
middag zijn eindrapport. Het verslag geeft een
goede indruk van de presentaties en de eind
rapportage. Het geeft ook aan waar de informatie
over de uniformering van de GBKN duidelijker had
kunnen zijn.
Onder punt 2 (Hoe moeten gebou
wen in de GBKN worden opgeno
men?) leest men dat "...centro-
iden in de GBKN worden geplaatst,
waarin straat- en huisnummerinfor
matie verborgen zit...". Hieruit zou
men de conclusie kunnen trekken dat
het GBKN-bestand en het adrescoördi-
natenbestand geïntegreerd gaan wor
den in één bestand. Dat is nadrukke
lijk niet het geval. Totdat een, wette
lijk geregelde, identificatie van gebou
wen (verblijfseenheden) van kracht
wordt en deze verwerkt is in diverse
gegevensverzamelingen, biedt de com
binatie van de GBKN en een adrescoör-
dinatenbestand verschillende moge
lijkheden. Zo kan de GBKN ontsloten
worden met behulp van adressen en
kunnen meer gegevensverzamelingen,
via het adres, met de GBKN worden ge
combineerd. Gezien echter het min of
meer tijdelijke karakter van het ge
bruik van de GBKN met adrescoördina-
tenbestanden moet toepassing van de
ze combinatie geen onnodige inspan
ning vergen. Een (tijdelijke!) integratie
van beide bestanden eist wijzigingen
in het datamodel van de GBKN en kost
dus nogal wat inspanning van par
tijen. De projectgroep heeft met zijn
aanbevelingen steeds zo dicht moge
lijk bij de dagelijkse praktijk willen
blijven en integratie van de bestanden
Hans van Eekelen,
adviseur LSV.
is volgens de projectgroep dan ook een
ongewenste ontwikkeling. GBKN en
adrescoördinatenbestand blijven dus
twee gescheiden bestanden.
Een nadere uitleg vraagt ook de afbeel
ding van een vlakgerichte GBKN die bij
het verslag is afgedrukt, en hier ter
herinnering opnieuw is geplaatst. We
zien aan die afbeelding dat selectief
kleurgebruik plaatsvindt. Dat is alleen
mogelijk wanneer intelligentie aan de
vlakken is gegeven, maar dat is niet
wat de projectgroep als 'vlakgericht'
heeft gedefinieerd. In wezen is er na
uniformering namelijk nog steeds
sprake van een lijngericht bestand,
omdat het bestand 'niet weet' tot welk
vlak de omsluitende lijn behoort. Na
tuurlijk zullen veel gebruikers op basis
van een geüniformeerd vlakgericht be
stand één stap verder gaan en de vlak
ken gaan benoemen. Pas na die activi
teit kunnen veelzeggende afbeeldin
gen, zoals het artikel toont, worden ge
genereerd. Tot die stap kan men welis
waar vlakken inkleuren, maar alleen
op een willekeurige manier. Dat is een
uitstekende manier voor een visuele
kwaliteitscontrole op de geslotenheid
van vlakken die echter minder, of zelfs
ongeschikt, is voor publicaties.
Onder punt 8 (fs er geschikte software
voor structureren, en hoe gaat de uitwisse
ling?) behoeven de ondervonden pro
blemen met de uitwisseling een toe
lichting. Het uniformeringsniveau dat
de projectgroep adviseert, is 'vlakge
richt met objectgerichte gebouwen'.
Met de in de pilots gebruikte software
is het mogelijk objectgericht te wer
ken. Wanneer vervolgens tussen ver
schillende organisaties moet worden
uitgewisseld, loopt men tegen proble
men aan. Het document dat richtlij
nen voor objectgericht uitwisselen be
schrijft, de Nederlandse Praktijkricht
lijn 3611 (kortweg NPR3611), geeft ver
schillende mogelijkheden hiervoor. In
het kader van de pilots ontbrak het de
uitvoerders aan tijd en geld, en von
den ze het te riskant om inspanningen
te gaan (laten) verrichten om objectge
richt uitwisselen mogelijk te maken.
Ook is men van mening dat er maar
één manier beschreven moet zijn. De
projectgroep heeft de Ravi gevraagd
hier zorg voor te dragen. Uit boven
staande blijkt dat objectgericht uitwis
selen niet alleen voor het Kadaster een
probleem betekent. De uitleg over de
afbeelding geeft aan dat er nog steeds
sprake is van een lijngericht bestand.
Dagelijks wisselen organisaties moei
teloos bestanden uit volgens de stan
daard die hiervoor bestaat: NEN1878.
Een afzonderlijk adrescoördinatenbe
stand, in het formaat dat in het Unifor-
meringsbestelc staat beschreven, en
het feit dat de vlakgerichte GBKN nog
steeds een lijngericht bestand is, mo
gen op dit moment geen praktische
problemen bij de uitwisseling ople
veren.
GEODESIA 2001-1