Deel I: Een Friese driehoeksmeting? Friesland neemt binnen het Nederlands staatsbestel een unieke plaats in door zijn eigenheid. Een eigenheid die zich kenmerkt door zijn vrijheids lievende bevolking, zijn vier gesproken streektalen, zijn eigen literatuur, zijn bijzondere sporten als skutsjesilen, kaatsen, schaatsen en Fries dammen, alsmede zijn karakteristiek landschap. Maar dat Friesland ook een eigen driehoeksnet had, is weinig of niet bekend. Dit net had de bekende, zeer scheefgezakte Leeuwarder toren 'de Oldehove' als centrum. Over de Oldehove schreef de Friese boer en dichter jan Linzes van der Burg een strofe in het officieuze Friese volkslied [ij: "Dèr't de Aldehou syn brommen Oeren fier soms dreunt yn't run". vinden door in driehoeken de afstan den te berekenen tussen de torens van verschillende plaatsen. Dit stelsel van torens en andere punten vormde dan tezamen een net van driehoeken: 'een driehoeksnet'. Eekhoffatlas De provincie Friesland beschikte se dert 1718 over de bekende fraaie atlas van Schotanus-Halma, maar deze was begin 19e eeuw sterk verouderd en gaf weinig detailinformatie over Fries- lands topografie. Toen in 1832 het ka daster werd ingevoerd, kwamen de nieuwe kadastrale kaarten beschik baar. Deze kaarten bevatten een schat aan actuele detailinformatie. De be schikbaarheid van die kaarten leidde ertoe, dat er plannen kwamen om nieuwe kleinschalige kaarten te ma ken. Eerst nam de toenmalige inge nieur-verificateur van het Kadaster in Friesland, D. Ritmeester, in 1833 het initiatief om een 'kadastrale kaart van Friesland' [3] in vier bladen uit te geven. Toen echter deze onderneming geen bijval vond, 'vormde hij in 1837 het plan tot het uitgeven van een grie tenij sgewij zen atlas in steendruk', al dus het voorwoord van 1859 in deze 'Nieuwe atlas van de Provincie Fries land'. Dit gewijzigde plan werd op 11 juli 1839 aan de Friese staten voor gelegd. De Staten van Friesland beslo ten na een uitvoerige rapportage (door Gedeputeerde Staten) op 26 juli 1843 door middel van verkleining, samen voeging, naverkenning en aanvulling uit genoemde kadastrale kaarten per grietenij na 1848 gemeente) kaarten te maken. Verkleiningen van deze kaarten zouden worden samenge voegd tot een atlas, uit te geven door uitgever W. Eelchoff te Leeuwarden, waar in de praktijk de atlas als 'Eek hoffatlas' naar is vernoemd. Dat de Friese kadastrale minuutplans als ba- De Aldehou. In het midden van de achttiende eeuw werd er een drie hoeksnet bepaald, dat bestond uit de geodetische data van bijna driehonderd 'yn it run' van deze Aldehou, bepaalde Friese dorpstorens, alsmede enkele kerken en bakens. Maar dat die oude, zeer scheefgezakte Oldehove (behalve te dreunen) naast als centrum van een driehoeksnet te fungeren tevens zou dienen als drager van het nulpunt van een Fries coördinatenstelsel, heeft nie mand, deze dichter niet en ook de in Dokkum geboren Jemme Reinersz, ooit kunnen dromen. Jemme Reinersz was onder de naam Gemma Frisius beroemd als professor in Leuven. In 1537 schreef hij: "Een nuttig en profijtelijck boecxken voor alle geografen" [2]. Daarmee introdu ceerde hij in de Nederlanden de drie hoeksmeting als een methode om na het meten van één afstand en een groot aantal hoeken afstanden te kun nen bepalen. Deze bepaling kon plaats- Een Fries driehoeksnet en een Fries coördinatenstelsel GEODESIA 2001-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 16