Précis Historique en Meetkunstige Beschrijving In ons land was het eerder genoemde stelsel van Krayenhof het eerste het gehele land bedekkende driehoeksnet. Dit net, bepaald op basis van de Bonneprojectie, was in beginsel bestemd voor de vervaardiging van een eerste topografische kaart op schaal 1115.200 [8], Deze kaart van het nieuwe koninkrijk dat Nederland en België na de Franse tijd geza menlijk gingen vormen, werd in 1822 voltooid. Het stelsel van Krayenhof, waarvan de metingen aanvingen in 1802, was in 1811 gereed. De resultaten weiden in 1815 gepubli ceerd in de Précis Historique [9]. Het stelsel had als y-as de meridiaan van de toren van de Amsterdamse Westerkerk en als x-as een lijn loodrecht op het punt waar de breedtegraad van 52,5 graden deze meridiaan nabij Chaam snijdt. De lengte-eenheid van het stelsel was de nieuwe 'meter' die was ontleend aan de meest zuidwestelijke driehoek Duin- kerken-Watten-Mont Cassel. Deze driehoek maakte deel uit van het Franse driehoeksnet van De Lambert en Méchain. Hiervan waren de lengten van de driehoekszijden onder andere gebaseerd op de basismeting Melun-Lieusaint, gele gen ten zuidoosten van Parijs [10]. Het net van Krayenhof had nogal een wijdmazige structuur en was daarom al on geschikt om de verkleiningen van zeer vele minuutplans op elkaar aan te sluiten. Het net telde op het Friese vasteland slechts negen driehoekspunten. Het meest noordoostelijke punt van het net was Jever in Oost-Friesland. Dit punt was eveneens een driehoekspunt van een Duits driehoeksnet uit de tijd van Gauss, zoals is afgebeeld op een biljet van tien mark. Om toch een topografische kaart op de schaal van 150.000 te kunnen maken, werd het driehoeksnet van Krayenhof door het Ministerie van Oorlog vanaf 1836 door middel van extra metingen verdicht en verbeterd. Maar deze voor Friesland ook nogal wijdmazige verdichting kwam pas in 1855 voor het gehele land gereed. De resulta ten van deze verdichting werden in 1861 in het boekwerk 'Meetkunstige Beschrijving van het Koningrijk der Neder landen' gepubliceerd [11]. Het aan dit net ontleende coördi natenstelsel diende tot 1932 als de meetkundige grondslag voor de vervaardiging van de Nederlandse topografische kaarten. Na de uitgave van een proefblad van een gebied in Noord-Brabant in het jaar 1843 werden, nadat de werk zaamheden in 1852 aanvingen, de TMK-l<aarten voor het gehele land in 1864 voltooid. linker- of rechterbladrand te lezen dat de positie van die bladrand zich be vindt op "x graden bewesten of beoos ten Leeuwarden". Uiteraard is hiermee de meridiaan van de Oldehove van Leeuwarden bedoeld. Hieruit volgt dat de richting van de y-as van het stelsel van Krayenhof nooit kan overeenko men met de richting van de bladran den van de atlas van Eekhoff, omdat de richting van de meridiaan van de Amsterdamse Westertoren nu een maal ongeveer een graad verschilt van de meridiaan van de Leeuwarder Olde hove. Dat veronderstelt wellicht toch het gebruik van een ander coördina tenstelsel. Noms des stations. Dunkerque IVatten Mont-cassel Angles des cordes. 42°. 6'. 9,"34 74. 28. 44, 88 63. 25. 5, 7» 1800. o'. o," Angles corrigds. 45°. 6'. 9,"39 74. 23. 44, 83 <">3. =5- 5. 78 1800. o'. 0," Logarithmes des sinus des angles. 9.8263732 9.9838666 9.9514818 Logarithmes des distances en niëircs. 4.2811847 4.4386781 4.4062933 19106,65 57458,5«; 55435, 5°' (a) Le premier triangle" de ce tableau est 1c üëmier a Tëxrrtfmité de la chaine de triangles, observée' par Mr. dclambue, pour l'dtablissement du systéme mètriqueil nous a servi de base pour la triangulation de la Hollande. On le trouve dans l'ouvrage de eet astronomeinstituléBase du système mitrique tome 2page Hoi De eerste bladzijde uit het 'tableau primitif van de 'operations geodésiques'. Het noordoostelijke gedeelte van het net van Krayenhof met de zijde Jever-Varel, zoals die ook voorkomt op het op een biljet van tien mark afgebeelde Duitse driehoeksnet. Zoals gezegd was de meridiaan van Amsterdam de y-as van het stelsel van Krayenhof. Maar bij het opslaan van welke kaart dan ook uit de Eekhoffatlas is op elke kaart bij de De eerste vraag blijft of en hoe de ge noemde 'secundaire' driehoeksmetin gen van Krayenhof voor de meetkundi ge grondslag van de vanaf 1843 ver vaardigde atlaskaarten zijn gebruikt. De berekeningen van de Meetkunstige Beschrijving werden pas in 1856 vol tooid en eerst in 1861 gepubliceerd. Men kon derhalve nog niet beschikken over de resultaten van de secundaire uitbreiding van ICrayenhofs driehoeks net. Of is er wellicht toch geheel of ge deeltelijk sprake van een eigen stelsel? Over de nauwkeurigheid wordt in het voorwoord gezegd dat de grootste af wijking drie ellen bedraagt. Of deze bewering juist is, zal mogelijk in een volgende aflevering blijken. In het voorwoord van de atlas wordt vermeld dat "ten aanzien van het hoogere meetkundige der triangulatie enz. er (in 1847) toezigt was van den inge nieur verificateur J. H. Jappé"Genoem de heer Jappé was in Groningen inge nieur-verificateur van het Kadaster, zo als later zal blijken uit de onderteke ning van een aantal nog te noemen kaartjes. De tweede vraag is nu wat het "toezigt op het hoogere werk van de triangula- Strakheid Smtden «2. ■~G Sandfiedt Qldcnbourj- GEODESIA 2001-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 18