Meten van zandontgravingen Water en zand We moeten een stuk naar het zuiden rijden, naar het dorp Zandontgraving Bemmel; daar zijn de landmeters Jan Klein Velderman en bij Cuijk. Jeroen Harbers bezig een pas gerealiseerd uitbreidingsplan op te meten. In een slordig geplaveide straat bewegen de mannen zich met prisma en tachymeter van huis naar huis om gebouwen, afrasteringen en andere grenspunten vast te meten aan een door henzelf ontworpen meetpuntennetje. Het lijkt allemaal erg simpel (huisje, tuintje, hekje), maar het blijft opletten, want de ene keer hoort de opsluitband van de stoep bij het huis, de andere keer bij het trottoir. Om de kou te trotseren verplaatst Jan zich in een hoog tempo met zijn prisma van gevel naar gevel, maar Jeroen is ge doemd achter de tachymeter die verrichtingen passief te volgen. De enige beweging is het intypen van de meetcodes (ontleend aan stageverslag van stagiaire Michel Loman d.d. 29-11-2000) Ten behoeve van de inrichting van ons land zijn jaarlijks vele kubieke meters zand nodig als beton- en met- selzand voor de bouw, evenals voor de ondergrond voor wegen en spoor lijnen. Dit wordt voor een groot deel verkregen door ontgronding uit grote zandwinlocaties in de provincies Gel derland en Limburg. Om een en ander bestuurbaar en controleerbaar te houden werd het overkoepelend or gaan Nederzand bv opgericht, waarin zeven grote aannemers participeren. Het gebied Heeswijkse plassen nabij Cuijk is één van die locaties. Nadat de bovenste kleilaag van enkele meters dikte zorgvuldig is weggegraven, kan met behulp van cutterzuigers de ech te zandwinning beginnen. Het zand wordt van de bodem opgezogen en naar een drijvende verwerkingsinstal latie getransporteerd. Daar worden grind en zand van elkaar gescheiden. Het zand wordt weer verder uitge splitst voor verschillende gebruiks- doelen. Elke aannemer heeft een eigen deel van de plas toegewezen gekregen om zand te winnen. Om dit te kunnen verrekenen wordt regelmatig geme ten hoeveel zand is weggehaald. Het is de taak van DHG dit zo zuiver mo gelijk te doen. Dit gebeurt vanaf een meetboot die voor de eigen plaatsbe paling is uitgerust met GPS en voor het meten van de diepten met een echosounder. Er wordt in loodrecht op elkaar staande raaien gevaren op onderlinge afstanden van vijfentwin tig meter. De echosounder levert Z- waarden op in een hoge frequentie. Bij een gemiddelde gevaren snelheid resulteert dit in een beschikbare Z- die via de mobilofoon tot hem komen. Een Kadasterploeg arriveert juist om de andere kant van de weg in kaart te gaan brengen. Het wordt nu wel erg druk met 'meters', maar dat merken de bewoners niet op, want man en vrouw zijn de hele dag aan het werk bij hun baas, een absolute voorwaarde om dit soort huizen te kunnen beta len. Geen koffieadresjes dus. DHG heeft een grote variatie aan op drachten lopen, volgens Henk Ensink, maar gezien de beperkte lengte van de dag moeten er keuzes worden ge maakt. Hij koos voor een werk van ge heel andere aard en daarvoor moeten we nog een eind zuidelijker zien te komen. In de buurt van Cuijk heeft DHG de taak om een zandwinput te be waken. En omdat een zandwinput van af het uitgraven van een aantal kubie ke meters zand geen zandput maar een waterplas wordt, moet een deel van dat meetwerk onder water gebeu ren (zie kader). Landmeter Mark Disbergen is met dat meetwerk belast, wat hij uitvoert van af een GPS-gestuurde peilboot. De boot vaart over vooraf berekende raaien die waarde bij elke dertig centimeter in de gevaren raai. Door GPS-meting met behulp van een referentiestation wordt de hoogte direct in NAP geme ten, zodat veranderingen in de water stand geen invloed hebben op de meetresultaten. Om verschillen ten opzichte van vorige metingen te kun nen berekenen worden de peilgege- vens getrianguleerd om een DTM te kunnen construeren, hetgeen ge beurt met AutoCad Land Develop ment. Elke drie maanden worden zo alle stukken van de zandput gemeten en berekend, ook al omdat er in de ontgravingsvergunning is bepaald hoeveel zand per kwartaal mag wor den ontgraven. Als alle bruikbare zand is weggehaald, is er meestal een fraai aangepast natuurlandschap ont staan of een interessant recreatie gebied. GEODESIA 2001-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 22