Laseraltimetriemeting
Betuweroute
Een (ver)nieuw(d) hoogtemodel voor de Betuweroute
In het kader van de aanleg van de Betuweroute is
in het voorjaar van 1999 het tracé met behulp van
laseraltimetrie gemeten. Het project is uitgevoerd
door Grontmij Geogroep bv in samenwerking met
TopoSys Topographische Systemdaten GmbH en
Aerodata International Surveys. Het hoogtemodel
van de Betuweroute is geproduceerd in opdracht
van de Nederlandse Spoorwegen Management-
groep Betuweroute, onder toezicht van
NS Geodesie en Infradata, en in samenwerking met
Grontmij - De Weger. Dit artikel beschrijft het
ontstaan van het product, de uitgevoerde
kwaliteitscontroles en de vergelijking van het
fotogrammetrische DTM met het laser DEM
(Digitaal Elevatie Model). Het wordt besloten met
conclusies en aanbevelingen voor toekomstige
m laseraltimetrieprojecten.
Voor het ontwerpen van de Betuweroute bestond de
behoefte aan een actuele grootschalige kaart en een
actueel hoogtemodel. Anno 1991 was fotogramme-
trie de techniek die deze behoefte kon vervullen voor een
redelijke prijs. Daarom is medio 1991 een fotovlucht over
het tracé van de Betuweroute uitgevoerd met schaal
1:4.000. Deze is in 1991/1992 uitgewerkt tot een foto-
grammetrisch DTM.
In de loop van de jaren daarna rees de vraag of het foto
grammetrische DTM nog actueel was. Verschillende terres-
- trische bij metingen hebben in die tijd plaatsgevonden en
vertoonden af en toe behoorlijke afwijkingen ten opzichte
van het fotogrammetrische DTM. Anno 1998 was laseralti
metrie (fig. 1) de techniek die de behoefte aan een actueel
1 hoogtemodel kon vervullen voor een redelijke prijs. Boven-
tfjjt dien heeft het laser DEM een zeer hoge puntdichtheid in
32 - vergelijking met het fotogrammetrische DTM, namelijk
Mm 10.000 punten per ha tegen gemiddeld 150 punten per ha.
Door deze hoge puntdichtheid is bijna 'iedere molshoop' te
zien en is het laser DEM zeer goed bruikbaar voor volume
bepaling van hoeveelheden grond.
Het eindproduct van de in 1999 uit
gevoerde laservlucht is een DEM van
de Betuweroute met een resolutie van
één punt per vierkante meter en een
standaardafwijking in de hoogte per
punt beter dan tien centimeter. Het
zal duidelijk zijn dat op deze manier
het gehele maaiveld en bijna alle ob
jecten op het maaiveld langs het tracé
door de laser worden gedetecteerd
(fig- 2).
Het tracé van de Betuweroute strekt
zich uit van Rotterdam tot aan de
grens met Duitsland over een lengte
van ±100 km. Bijna het gehele tracé
van de Betuweroute is ingewonnen
met behulp van laseraltimetrie. Met de
randvoorwaarde van een strookbreed-
te van minimaal 75 m aan weerszijden
van de as komt men aan een model
met minimaal 30.000.000 hoogte
punten. Het gebied is aangegeven in
fig. 3.
Vluchtuitvoering
Zoals bij alle opnamevluchten wordt
begonnen met het opstellen van het
vliegplan en alle voorbereidingen,
waarbij locatie, tijdstip en het weer
een cruciale rol spelen. Daarnaast
dient rekening te worden gehouden
met het plaatsen van de noodzakelijke
GPS-referentiestations binnen het op-
namegebied. Het vliegplan wordt inge
voerd in het navigatiesysteem van het
vliegtuig. Zodra de weersverwachting
boven het opnamegebied geschikt is,
wordt een vliegplan met alle relevante
gegevens zoals opnameduur, vlieg
hoogte en locatie ingediend bij de
luchtverkeersleiding.
De laserscan-apparatuur van TopoSys,
waarmee de inwinning van de data is
verzorgd, bestaat uit een aantal losse
elementen. De scanner wordt nauw
keurig gemonteerd op de plaats waar
normaliter de fotocamera zit. Na de
kalibratie van het systeem wordt de
positie van de scanner exact bepaald
ten opzichte van de DGPS-antenne. Na
het doorlopen van de testprocedures
kan de driekoppige bemanning, be
staande uit piloot, navigator en sys
teem-operator, koers zetten naar het
opnamegebied. Ter plaatse zal de pi-
ir. R.J.G. Bun,
projectleider
Grontmij
Geogroep.
GEODESIA 2001-2