TU Delft SCRIPTIES 3DTOP10: Integratie van Topiovector en het AHN Die Möglichkeiten der Umlegung im niederlandischen Stadtebau Locatieontwikkeling, samenspel van kwaliteit en haalbaarheid De afstudeerscripties van de TU Delft, afde ling Geodesie, zijn te verkrijgen bij de bi bliotheek, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft, tele foon (015278 25 60 of 278 25 68. De publi caties zijn ook aan te vragen via: www.geo. tudelft.nl/bibliotheek. Merlijn Simonse (Afstudeerdatum: 26-5-2000) Nederland heeft vanaf 2001 zowel een uniform landsdekkend digi taal topografisch bestand als een nauwkeurig digitaal hoogtebestand: ToplOvector en het AHN. In ToplOvec- tor wordt van slechts enkele objecten, door middel van attribuutwaarden of arceringen, globaal een hoogte-indica tie weergegeven. Voor veel toepassin gen is deze globale hoogtebeschrijving niet voldoende. Het AHN is ingewon nen met vliegtuiglaseraltimetrie en heeft een nauwkeurigheid in hoogte van 15 cm. Bij laseraltimetrie is het niet bekend welk object op het aardop pervlak wordt aangemeten. Het is ech ter wel mogelijk de planimetrische lig ging van de hoogtemetingen te relate ren aan de objecten in ToplOvector, waardoor het mogelijk wordt de ToplOvector-objecten in hoogte te mo delleren. In het onderzoek is een methode ont wikkeld om Topl Ovector en het AHN te integreren tot een 3D-topografisch be stand: 3DTOP10. Voor alle objecten uit ToplOvector die de infrastructuur be schrijven (wegen, vaarwegen, spoorwe gen) is een representatieve hoogte- waarde bepaald uit de omliggende la- seraltimetriepunten. Dit is ook uitge voerd voor de 'kartografische' hoogte- vlakken, die zijn afgeleid uit de talud- en dijksymbolen. Deze vlakken zijn vervolgens door middel van een Delau- nay-triangulatie opgenomen in een Triangulated Irregular Network (TIN). De 'overlappende' vlakken (bruggen en viaducten) zijn in een aparte TIN opge nomen. Deze twee TIN's vormen geza menlijk de 3DTOP10. De ontwikkelde methode is geïmple menteerd in ArcView en getest op een proefgebied bij Nijmegen. De resulta ten die hieruit komen, maken duide lijk dat ToplOvector en het AHN ge schikt zijn om te integreren. Zonder toevoegen van additionele gegevens lean met de ontwikkelde methode ge automatiseerd voor heel Nederland een representatief 3D-topografïsch be stand worden geconstrueerd. Carola SchlofFer (Afstudeerdatum: 29-9-2000) Sinds enkele jaren is de grondmarkt in Nederland aan het veranderen. Niet de gemeenten, maar private par tijen zijn steeds vaker actiefbij locatie ontwikkelingen. Het huidige gemeen telijke instrumentarium lijkt voor sa menwerking met private partijen niet (meer) te voldoen. Het afstudeeronderzoek hield zich be zig met een in Duitsland veel gebruikt instrument voor locatieontwikkeling, de zogenaamde 'Baulandumlegung' of kort 'Umlegung', een soort hei-verkave ling. De grond wordt opnieuw ver deeld, zonder dat eigenaren hun ei gendom kwijtraken. Door de waarde stijging van de grond blijft er na de Umlegung grond over, die de gemeen te voor de aanleg van openbare voor zieningen kan gebruiken. In Duitsland is bij een aantal gemeen ten gekeken hoe de Umlegung in de praktijk werkt en welke mogelijkhe- den ze biedt. Naast de wettelijke Umle gung bleken vele andere vormen te be staan. Vervolgens is in Nederland een mogelijke invoering van de Umlegung onderzocht. Bovendien is bij een aan tal gemeenten geïnventariseerd of de Umlegung nieuwe mogelijkheden zou bieden en een invoering wenselijk zou zijn. E. G. van der Leij (Afstudeerdatum: 29-9-2000) Het ontwikkelen van een woning bouwlocatie is een complexe aan gelegenheid. Het succes is in grote ma te afhankelijk van de samenwerking tussen de stedenbouwkundigen en de grondeconomen. Voor de nieuwe be woners is uiteraard het resultaat het enige dat daadwerkelijk telt, maar voordat het zover is, moet er heel veel gebeuren. Voor de stedenbouwkundigen is het re sultaat van de ontwikkelde locatie goed wanneer er aan een bepaalde vooraf vastgestelde ruimtelijke kwali teit wordt voldaan. Het resultaat moet dus in eerste instantie 'mooi' zijn. Voor de grondeconoom is het resultaat goed wanneer er een vooraf bepaald fi nancieel resultaat wordt gehaald. Door middel van een verbetering van de koppeling tussen de stedenbouw kundige producten en de fïnancieel- economische berekeningen worden beide doelstellingen bereikt. De pro bleemstelling van het onderzoek was dan ook de volgende. Hoe kunnen de koppelingen tussen de verschillende GEODESIA 2001-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 43