150 jaar Landmeetkunde en Cartografie in België Expositie Vakgroep Geografie van de Universiteit Gent i 150 jaar Catalogus Tot en met 31 juli 2001 is er in het Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen te Gent een ex positie '150 jaar Landmeetkunde en Cartografie'. Het museum stelt met deze tentoonstelling zijn deuren open voor de Vakgroep Geografie van de Universiteit Gent. Aan leiding is de viering van het tienjarig bestaan van de oplei ding landmeetkunde daar. De oude topografische collectie van de vakgroep was overigens al opgenomen en deels geëx poseerd in de permanente collectie van het museum. UNIVERSITEIT GENT Adri den Boer, redacteur. Hoekmeet- instrumenten als grafometer en repetitiecirkel van Rochette, Parijs. Samensteller van de expositie Christof Vanvinckenroye laat in acht staande vitrines een vergelijkende opstelling van landmeetkundige instrumenten zien. Daarnaast zijn er een 'balcenbos' en een 'statieventuin' op kunstgras, alsmede tafelvitrines en panelen met kaarten. De evolutie van de bouw ei-van en van de meettechniek wordt in de vitrines met instrumenten op een opvallende manier uitgelegd. Van een 2D-plastic voetafdruk op de grond komt men bij de instrumenten voor directe afstandmeting via standaard meter, ketting en invardraad bij de kunststof meetband. De optische afstandmeting verloopt van een stadimetrische kijker uit 1869 naar een DISTO van Leica uit 1997 en de plaatsbepaling van sextant tot GPS. Bij het royale aantal waterpasinstrumenten wordt vermeld dat de luchtbel waterpas (of buisniveau) al in 1666 werd uitgevonden door de Franse geleerde Théveniot. Bij de hoekmeetinstrumen- ten prijkt een Hollandse cirkel uit 1780 van Feuset uit Parijs, met een fraai lederen foudraal voorzien van fleur-de- lysversiering. Repetitiecirkels zijn in de 19c eeuw de over gangsvorm naar de latere theodolieten. De tentoongestelde kaarten geven een overzicht van de Belgische topografi sche kartografie in honderdvijftig jaar, maar de tentoonstelling bevat even eens Duitse en Engelse oorlogskaarten uit 1915 van Gent. Een catalogus is onmisbaar, als bij elke tijdelijke expositie, want anders heb ben de objecten in dit museum slechts nummers (in dit geval wel 114). Die ca talogus is er in twee versies: in het uit gebreide exemplaar van 74 pagina's (en 300 francs) wordt de objectenbe schrijving voorafgegaan door inleidin gen over landmeetkunde en kartogra fie van de professoren A. De Wulf en Ph. De Maeyer. In de eerste wordt ge wezen op het ogenschijnlijk gemakke lijk gebruik van moderne apparatuur met een onderhuidse complexiteit, "die potentieel een enorm aantal fout- genererende factoren met zich draagt". Inzet van onvoldoend ge schoolden wordt gevreesd. "Winst maximalisatie op korte termijn kan in dit domein weieens de slechtst moge lijke sociale en economische keuze zijn...", aldus de inleiding. De be schrijving geeft een goed overzicht van de landmeetkunde van de Romeinse groma en de sleepketting tot total- stations en GPS. In de voetnoten treft men onder andere artikelen van Pouls in Geodesia aan. De bijdrage over hon- Bakenbos. GEODESIA 2001-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 12