Toekomst NCGI
GPS-cursus in Zambia
NexpRI van stichting naar bv
Op 14 december 2000 heeft het
bestuur van het NCGI uitvoerig
gesproken over de toekomst van het
Nationaal Clearinghouse. Tijdens deze
vergadering is onder andere terug
gekeken op de ontwikkeling van het
NCGI in de afgelopen jaren. Vanaf
1995 is het NCGI ontwikkeld op basis
van subsidies van de overheid. Voor
waarde van toekenning van deze subsi
dies was onder andere dat het NCGI in
2002 door bijdragen van aanbieders
zichzelf volledig zou kunnen financie
ren. Ondanks dat het NCGI inmiddels
veertien toonaangevende aanbieders
van metadata telt, is dit niet genoeg
voor een toekomstige zelfstandige fi
nanciering. Het bestuur en de direc
teur van het NCGI zijn dan ook tot de
conclusie gekomen dat een andere wij
ze van voortzetting nodig is.
Naar aanleiding van deze conclusie
heeft het bestuur opdracht gegeven
aan de directeur om een aantal scena
rio's voor de toekomst van het NCGI
uit te werken. Op 25 januari 2001 heeft
het bestuur van het NCGI een extra
vergadering belegd, die geheel in het
teken stond van de toekomst van het
NCGI. In deze vergadering zijn ook de
uitgewerkte scenario's gepresenteerd
en uitvoerig bediscussieerd. Het be-
Van 13 t/m 17 maart 2001 hebben
Simon Schoustra en Hiddo Velsink
een GPS-cursus in Zambia gegeven. De
ze cursus is georganiseerd door de
werkgroep Ontwikkelingssamenwer
king van de NVG in samenwerking met
de Zambiaanse zustervereniging, Sur
veyor's Institute of Zambia (SIZ). De
cursus is mogelijk gemaakt door on
dersteuning van het Kadaster, NVG, TU
Delft (CiTG en CICAT), Hogeschool van
Utrecht, Stichting Geodesia, Arcadis,
Van Steenis, Grontmij Geogroep, Leica
en Fugro.
De Zambiaanse overheid heeft in de
laatste jaren een aantal GPS-ontvangers
aangeschaft, waardoor er een behoefte
ontstond de landmeters met GPS ver
trouwd te maken. Als werkgroep meen
den wij aan deze behoefte te kunnen
voldoen door een introductiecursus
GPS aan te bieden. Ruim vijfentwintig
personen hebben deelgenomen. Het ac
cent van de cursus lag op de praktijk.
stuur heeft haar voorkeur uitgespro
ken voor het scenario waarin een ver
gaande samenwerking wordt aange
gaan met een commerciële partij. Op
basis van deze voorkeur heeft het NCGI
drie commerciële partijen uitgeno
digd om hun belangstelling voor deze
verregaande samenwerking met het
NCGI te tonen. Op 5 maart jl. zijn de
voorstellen van deze commerciële par
tijen in een extra bestuursvergadering
besproken. Na ampel beraad is vastge
steld dat het voorstel van Geodan de
voorkeur van het bestuur geniet. Mo
menteel wordt er met Geodan verder
gesproken over de voorwaarden en
omstandigheden waaronder de samen
werking met het NCGI vorm zal krij
gen. Het bestuur geeft de voorkeur aan
een zogeheten PPS (Publieke Private
Sancnwerking)-constructieMaar voor
dat er een definitief besluit kan wor
den genomen, moet het NCGI eerst in
gesprek gaan met de belangrijkste sub
sidieverstrekker - het Ministerie van
VROM - en de huidige data-aanbieders.
Nadat deze gesprekken zijn gevoerd en
een en ander geconcretiseerd kan gaan
worden, zal het NCGI de afspraken en
wijze van voortzetting naar buiten
brengen.
(NCGI-Nieuwsbrief)
Er is veel geoefend met apparatuur, ter
beschikking gesteld door het Survey
Department van het Ministry of Lands.
Piet Sluiter heeft voor deze cursus een
fraaie syllabus samengesteld, die ook
voor soortgelijke projecten goed kan
worden gebruikt. Dat de Zambianen
veel waarde aan deze cursus hechtten,
blijkt wel uit het feit dat de minister de
cursus heeft geopend en dat de secreta
ris-generaal aan de afsluitende work
shop heeft deelgenomen. Over dit pro
ject zal nog een artikel verschijnen in
dit tijdschrift.
De werkgroep Ontwikkelingssamen
werking wil dit succes continueren en
zal in dit kader projecten blijven ont
wikkelen. Mochten mensen ideeën
hebben of in de werkgroep activiteiten
willen ontplooien, kunnen ze met de
werkgroep contact opnemen.
Paul van Asperen
Jan-Peter Chatrou
De Stichting NexpRI is in 1989 opge
richt met behulp van NWO/SURF-
gelden door vijf samenwerkende uni
versiteiten (UU/LUW/TUD/UvA/ITC).
De Faculteit Ruimtelijke Wetenschap
pen (FRW) van de Universiteit Utrecht
(UU) fungeert sindsdien als gastheer
instelling. Als universitair expertise
centrum op het gebied van de geografi
sche informatieverwerking had NexpRI
tot doel het 'Nederlandse GIS-land-
schap' te inventariseren, informatie
hieromtrent in een digitale gegevens
bank vast te leggen en deze informatie
aan derden ter beschikking te stellen.
Dit GIS-landschap betrof dan het ge
heel van organisaties, gegevensbestan
den, cursussen/trainingen en soft-/
hardware met betrekking tot geogra
fische informatie. Verspreiding van de
ze informatie geschiedde met name via
het SURF-net en later via cd-rom's (Sam-
sorn's Planologische Kengetallen). Deze
vroegere rol van informatiecentrum
zal bij velen van u nog bekend zijn.
In een tijdsbestek van grofweg tien
jaar verandert er natuurlijk ongeloof
lijk veel in onze dynamische GIS-we-
reld: de opkomst van gebruiksvriende
lijk GIS, van dynamisch GIS, van inter-
net-GIS, van mobiel-GIS, en ga zo maar
door. Maar ook in de omgeving, in de
financieringsstructuur en in de taak
opvatting van NexpRI veranderde veel:
van interuniversitair samenwerlcings-
instituut naar FRW/UU-instituut; van
100% gesubsidieerde instelling naar
volledig zelfvoorzienend, overigens al
weer sinds 1996; van dienstverlenende
instelling voor al uw GIS-vragen naar
commerciële marktpartij. Het zal dui
delijk zijn dat een dergelijke marktge
richte verzelfstandiging zich slecht
verhoudt tot een stichting-structuur.
Het is daarom dat NexpRI nu ook haar
organisatievorm aanpast. Op de val
reep van 2000 heeft het College van Be
stuur van de Universiteit Utrecht het
principebesluit genomen tot verdere
verzelfstandiging van NexpRI: als bv
onder de Holding van de Universiteit
Utrecht. Dit biedt de mogelijkheid
zich verder te profileren als markt
gericht universitair expertisecentrum
voor ruimtelijke informatieverwer
king, in het bijzonder ten behoeve van
de ruimtelijke ordening en planologie,
volkshuisvesting, milieu, en verkeer
en vervoer. NexpRI fungeert daarbij
als kennisintermediair tussen weten-
GEODESIA 2001-5