Projectopbouw
Deelprojecten
In 2000 is een onderzoek gestart naar een nieuw datamodel.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het
Centrum voor Geolnformatie te Wageningen, ITC en TU
Delft, afdeling Geodesie. Het totale project stelt als doel de
realisatie van:
moderne structuur van de gegevens;
gebruik van moderne informatie- en communicatietech
nologie;
unieke identificeerbaarheid van geo-objecten;
aansluiting bij internationale standaarden;
passende productie-, beheer- en leveringsomgeving.
Om het gehele traject beheersbaar te houden en regelmatig
terug te kunnen koppelen naar de gebruikers van de TOP-
vectorbestanden, is het project opgedeeld in een aantal
deelprojecten, die gefaseerd zullen worden uitgevoerd (zie
kader op deze p.).
Het eerste project loopt van medio 2000 tot medio 2001.
In dit onderzoekstraject worden de volgende fasen onder
scheiden:
a. vaststellen van gebruikersspecificaties;
b. ontwikkelen van een gegevensmo-
del TOP10 objectgericht;
c. samenstellen van een prototype op
basis van OpenGIS-specificaties;
d. evaluatie van het prototype op basis
van gebruikersspecificaties;
e. terugkoppeling naar de gebruikers.
Dit eerste project wordt uitgevoerd in
samenwerking met drie Nederlandse
universiteiten. Het onderzoek naar de
gebruikersspecificaties (fase a.) is ver
richt door het Centrum voor Geolnfor
matie (CGI) van de Universiteit Wage
ningen, onder leiding van prof. dr. ir.
A. K. Bregt. De deelrapportage is in no
vember 2000 afgerond.
Fase b. betreft de ontwikkeling van een
conceptueel en een gegevensmodel
voor de objectgerichte TOPlOvector.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd bij
het ITC te Enschede door prof. dr. M. J.
Kraak en drs. R. Knippers. Het gege-
Het eerste deelproject omvat het ont
werp van een objectgericht model
voor TOPlOvector en TOPlOwegen.
Het bouwen van een prototype ter de
monstratie van het model in een ge
bruikersomgeving vormt een onder
deel hiervan.
In het tweede deelproject worden de
kleinere kaartschalen nader onder de
loep genomen. Eén van de doelstellin
gen van een objectgerichte structuur
is om automatische aggregatie (een
schaalloos bestand) zoveel mogelijk
te ondersteunen. Door in het ontwerp
op te nemen dat topografische objec
ten meerdere geometrieën kunnen
bezitten, afhankelijk van de afbeel-
dingschaal, kan hier mogelijk aan te
gemoet worden gekomen. Voor de
TDN is het bereik de schalenreeks
1:10.000 - 1:500.000. Aan de groot
schalige kant van de schalenreeks be
vindt zich de GBKN. Ook de GBKN
werkt aan een vlakgerichte structuur.
De GBKN-objecten zullen dan ook
nauwgezet vergeleken worden met de
TOPlO-objecten om zo mogelijk de
schaalloosheid door te trekken naar
de GBKN.
Het derde project omvat het onder
zoek naar het af te leggen migratie
traject. Na het ontwikkelen van het
prototype en de evaluatie daarvan
door de (huidige en toekomstige) ge-
1 Project onderzo«k objectgerichte TOPlOvector
2 Gegevensmodel 60k, 100k,260k, SOOk
3 In kaart brengen migratietraject
4 Bouw nieuwe productie-omgeving
5 Conversie TOPvector naar objecten
6 Productie cfm nieuwe methode
12001
M 2 3
2002
12 3 4
bruikers dient het hele migratietra
ject onderzocht te worden. Dat be
telcent onder meer de ontwikkeling
van productspecificaties, conversie
methodiek, benchmark van produc
tiesystemen, enzovoort.
Op basis van het voorafgaande zal in
het vierde deelproject een nieuwe pro
ductieomgeving worden opgezet. Pro
ductieprocessen dienen aangepast te
worden aan de gewijzigde bestands
structuur. Objectdefinities en -attri
buten wijken af van het nu gehan
teerde TDN-coderingssysteem. Con
trole van de bestanden op consisten
tie en juistheid zal op een andere wij
ze plaatsvinden. Daarvoor is mogelijk
nieuwe hardware, maar zeker nieuwe
software nodig.
Deels parallel aan het vierde project
zal in het vijfde project de conversie
van de huidige TOPvector-bestanden
2003
12 3 4
2004
12 3 4
2005
12 3 4
dienen plaats te vinden naar de nieu
we structuur. De opdeling van de hui
dige gecodeerde geometrische ele
menten in objecten zal zoveel moge
lijk geautomatiseerd worden. Voor
zien is dat toch een groot aantal
handmatige handelingen nodig zul
len zijn om tot de juiste opdeling van
topografische basisobjecten te gera
ken. Ook de gehele beheer-leverings-
omgeving dient aangepast te worden.
Veel tijd zal gemoeid zijn met het ver
vaardigen van documentatie en het
voorlichten van de gebruikers. Uiter
aard zullen de TOPvectorbestanden
nog geruime tijd in de huidige struc
tuur geleverd worden.
Tenslotte zal de gehele productie vol
gens de nieuwe productiemethodiek
en met de aangepaste inhoud van
start gaan.
GEODESIA 2001-6