Interview met professor Korthals Altes
Grondbeleid en Geodesie
Dr. Willem Korthals Altes be
kleedt sinds oktober 1997 twee
dagen per week de leerstoel
Grondbeleid aan de afdeling Geodesie
van de TU Delft, naast een functie als
senior-adviseur bij Kolpron Consul
tants. De leerstoel in Delft krijgt finan
ciële bijdragen van het Ministerie van
VROM en de grote steden. Onlangs is
zijn aanstelling voor drie jaar ver
lengd. Een goed moment voor een
kennismaking middels een kort inter
view.
Wat doet Kolpron en waarom is de combi
natie van twee functies aantrekkelijk?
Kolpron is een adviesbureau voor vast
goed en ruimtelijke inrichting. Samen
met het Nederlands Economisch Insti
tuut maakt ze onderdeel uit van Ecorys, een internationaal
conglomeraat van advies- en onderzoeksbureaus. Als advi
seur op het terrein van locatieontwikkeling voer ik projec
ten uit voor bijvoorbeeld het Ministerie van VROM, woning
corporaties en provincies. Het betreft dan meestal adviezen
op het gebied van stedelijke ontwikkeling, met zowel finan
ciële als instrumentele aspecten. Ondanks de tijdsdruk die
de combinatie van twee banen met zich meebrengt, weegt
toch vooral de meerwaarde van persoonlijke praktijkerva
ring voor het academisch onderwijs en onderzoek. Het
'haastwerk' van de adviespraktijk kan bovendien worden
gecombineerd met een meer reflectieve benadering op de
universiteit. Tenslotte is onderwijs gewoon leuk.
U bent planoloog; sluit dat aan bij Geodesie?
Ik ben afgestudeerd en gepromoveerd in de planologie aan
de Universiteit van Amsterdam. De planologie is actiege-
richt, streeft altijd naar verbetering. Op zich sluit dat dus
goed aan bij de technisch-innovatieve benadering van inge
nieurs. Als planoloog heb ik echter een minder exacte ach
tergrond. Uitgaande van een exacte en juridische basis richt
Geodesie in Delft zich veel meer op inrichtingsinstrumenten
en eigendomsrechten. Er is dan ook een hechte samenwerking
met de leerstoel Onroerend Goedrecht van professor De
Jong. De recent in opdracht van VROM uitgevoerde evalu
atie van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg, Geodesia
2000 no. 12) hoort dan ook typisch in Delft thuis. Het onder
zoek betrof immers de juridische kant van dit instrument
voor grondbeleid, versus het gebruik in de praktijk. Lopen
de Delftse (promotie)onderzoeken op het gebied van grond
beleid betreffen het instrumentarium voor locatieontwik
keling, de ordening en sturing van de grondmarkt (de spel
regels) en de planrealisatie met rechthebbenden. In de wel
bekende trilogie Bestemming - Inrichting - Beheer van profes
sor De Haan richten de planologen
zich dus meer op de keuze voor een be
paalde bestemming, terwijl geodeten
zich bezighouden met de vraag hoe je
die bestemming dan voor elkaar krijgt.
Inrichting en beheer dus. Samen met
professor De Jong richten we ons voor
al op de instrumenten. De meerwaarde
zit echter in de combinatie van kennis.
Wat is de plaats van het grondbeleid in een
geodetische opleiding?
De combinatie van landmeetkunde
en grondbeleid (of landmanagement)
komt internationaal veel voor, bijvoor
beeld in universitaire opleidingen in
Engeland en Scandinavië. Door de ster
ke binding met nationale regelgeving
en het ontbreken van eigen tijdschrif
ten was het internationaal-weten-
schappelijk echter weinig geprofi
leerd. De laatste tijd komt landma
nagement meer naar voren als interna
tionaal vakgebied. Ik geef het vak In
strumentarium voor Beleidsuitvoering.
Daarin besteed ik ook aandacht aan
het communicatieve aspect: hoe ga je
met het instrumentarium om. Daar
naast verzorg ik bijdragen aan de vak
ken Grondbeleid en Vastgoedinformatie en
Ruimtelijke Planning, en begeleid ik af-
GEODESIA 2001-6