Een dagje...
Hoe nat is het DTB-Nat
van Rijkswaterstaat?
Een fotogrammetrisch dagje in 's-Heer Arendskerke
Alles draait hier om DTB-Nat, ver
telt Wouters, dat is een Digitaal
Topografisch Bestand dat de
basis gaat vormen voor GIS-toepassing
voor het (natte) beheer van alle dienst-
kringen van Rijkswaterstaat. Daaron
der vallen alle rivieren, kanalen, ha
vens, meren, dammen, oevers en kus
ten in Nederland (voorzover die bij het
Rijk in beheer zijn uiteraard, de hoofd
vaarwegen dus). Van al die onderdelen
moet een eenduidig digitaal vectorbe
stand beschikbaar komen voor heel
Nederland, op een detailniveau van
kaartschaal 1:1000. Op dit moment is
er al wel een DTB-Rivieren en een DTB-
Kanalen, maar die zijn zeker niet een
duidig, ze zijn verschillend van detail
lering en er worden topografische ele
menten op weergegeven, die verschil
lend zijn gecodeerd. Het DTB-Rivieren
is vervaardigd op schaal 15000, dat
van de kanalen op 11000. Deze laatste
is dus qua detaillering reeds bruik
baar, het rivierenexemplaar en de ove
rige hoofdinfrastructuur moeten op
nieuw worden gemaakt en beide moe
ten dan dezelfde 300) soorten topo
grafische elementen gaan bevatten.
Het DTB-Nat wordt dus de digitale
kaart van alle door Rijkswaterstaat be
heerde natte gebieden op een (inwin)-
schaal van 11000 met daarop alle to
pografie die men nodig heeft. Het ge
heel is in 3D (x, y en z) in punten, lij
nen en vlakken, en dat is heel wat
meer dan de GBKN te bieden heeft.
Medewerkers vestiging 's-Heer Arendskerke.
Als het DTB-Nat gereed is, is de basis
gelegd voor toepassing in natte GIS- en
CAD-applicaties. De droge GIS-basis
"Heb je misschien nog vragen?",
vroeg Peter Wouters, productmanager
van het DTB-Nat mij, nadat ik de
productfolders had gekregen. Zo
direct kon ik er maar drie bedenken:
wat maken jullie hier, hoe doen jullie
dat en voor wie? En toen hij dat
allemaal had uitgelegd, kwam er nog
eentje bij: waarom in 's-Heer Arends
kerke? Toen konden we even vooruit
want, hoewel die eerste drie vragen
vrij uitgebreid in de toegezonden
papieren waren toegelicht, zag Peter
er toch geen been in om het nog
eens in gewone taal uit te leggen.
Natte hoofd
infrastructuur:
rivieren, havens,
kusten, dijken,
enzovoort.
Theo Scheele,
redacteur.
GEODESIA 2001-6