Hoe doen ze het? Nu we weten wat er wordt gemaakt, komt de vraag aan bod hoe dat wel ge beurt. Eigenlijk was dat het meest inte ressante deel van het bezoek, want daar kun je wat bij zien. Omdat het grootste deel van de DTB-Nat-gegevens fotogrammetrisch worden ingewon nen, komt daarvoor de imposante in strumentenzaal het eerst in beeld. Daar worden de binnengekomen luchtfoto's op een vijftal analytische uitwerkingsinstrumenten uitgewerkt tot digitale bestanden. Alle eigen foto- grammeters hebben hierin al jarenlan ge ervaring en zijn enthousiast meege groeid met de veranderingen. Ook voor de uitwerking geldt dat het mees te werk door de branche wordt ver richt, al worden die projecten wel dooi de Zeeuwse projectleiders voorbereid en begeleid. De controle op nauwkeu- Controle en verwerking van de gegevens m.b.v. Infocam (Barend van Beek). Op de voorgrond oude analoge tekeningen die hij de controle een rol spelen. Kaart 2. Met 'tobui' worden de vlakken gevormd. righeid en volledigheid, en de eind verwerking gebeuren ook in 's-Heer Arendskerke. Om dat goed te kunnen doen en de expertise te behouden moet je het werk ook zelf kunnen uit voeren, vindt de MD. Operator Jan Oreel is bezig met de uit werking van een stukje bij Lauwersoog en vertelt wat over de procedure. Eerst zijn buiten (door de regionale afdeling van de 'Productie Terrestrisch') de vliegschijven gelegd en ingemeten, meestal met GPS, en op een mooie dag heeft het fotovliegtuig zijn werk ge daan. De resultaten daarvan, de ana loge stereofotosets, zijn hier binnen gekomen en Jan is nu bezig die op een analytische plotter Kern DSR 15 om te zetten in een digitaal bestand. Eerst werden ze rekenkundig getriangu- leerd, dat wil zeggen aan elkaar ge breid en getransformeerd van een plaatselijk stelsel naar het RD-stelsel. Daarbij krijgt men ondersteuning van dingen getroffen. De precieze gebiedsgrens is bepaald, er is een vliegplan gemaakt (meestal wordt op opnameschaal 1:4000 gevlogen) en is er een keuze gemaakt welk bedrijf de vlucht gaat verzorgen en zo mogelijk nog een deel gaat uitwerken. Het overgrote deel van de inwinning van de vectordata gebeurt namelijk door de geodetische branche. Negen bedrijven komen daarvoor in aanmerking, alle zijn daarvoor gecertificeerd en vol doen aan de kwaliteitseisen. Het zijn Nederlandse, Belgische, Duitse en En gelse fotogrammetrie- of luchtkarte- ringsbedrijven. Negen is eigenlijk nog te weinig, licht Peter toe. Als we straks op volle toeren draaien, kunnen die het nog niet aan en we zullen er dan nog meer bij moeten betrekken. GEODESIA 2001-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 36