E S TA N D maatschappelijke ontwikkelingen zijn van invloed op de nieuwe generatie TOPproducten. Technologie Hardware en software: een voorbeeld ter illustratie van de hardware-progressie aan de hand van het digitaliseren van luchtfoto's voor TOPlOvector (fig. 1). In 1990 duurde het twaalf seconden voordat een luchtfoto met resolutie van 1 m op het beeldscherm stond. Nu staat een foto met resolutie van 40 cm in een fractie van een seconde op het scherm. De software heeft uiteraard eveneens een grote sprong voorwaarts gemaakt. Dit geldt zowel voor de toe- passings- als de productiesoftware. GIS kruipt langzaam uit zijn niche om een plek te vinden in toepassingen van al gemene aard. Databases: geografische data worden in toenemende mate opgeslagen in data bases. Databases worden steeds krach tiger en kunnen landsdekkende data sets bevatten. Databases zijn cruciaal voor de verspreiding van geografische data, zoals via internet. De opkomst van object-georiënteerde technieken maakt het beter mogelijk de gegevens gestructureerd aan te bieden aan de gebruiker. Object-oriëntatie is ook een krachtig middel om te komen tot schaalloze databases. Schaalloos is in dit verband te interpreteren als het manipuleren van objecten met attri buten naar een willekeurig aggregatie niveau. Het automatisch afbeelden op een willekeurige schaal zal mogelijk zijn, wanneer de gebruiker genoegen neemt met een mindere graad van kar- tografïsche perfectie. Voor de produ cent van de TOPvectordata is het dus zeer belangrijk dat de objecten in de diverse schalen (110.000 - 1500.000) zodanig met elkaar overeenkomen dat objecten op elk schaalniveau zijn te identificeren en uit elkaar zijn af te lei den. Het concept schaalloosheid is van belang voor het gebruik, maar zeker ook om de productiekosten van de be standen omlaag te kunnen brengen. Voorwaar één van de belangrijkste cri teria voor TOP(2e-generatie)vector. Datatransport: de snelheid waarmee data kunnen worden gemanipuleerd ir. E. Kolk en drs. N. Bakker, resp. hoofd en senior beleids medewerker van de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling van de Topografische Dienst Nederland. en overgestuurd van het ene platform naar het andere, zorgen ervoor dat de uit hun aard grote geografische be standen een steeds groter toepassingsbereik krijgen. Omdat met de data meer mogelijk is, kunnen ook de eisen aan de data worden opgeschroefd. Onderlinge afstemming van datasets: datasets van verschillen de bronnen zijn van oudsher nooit op elkaar afgestemd ge weest. Elk vakgebied hanteert zijn eigen definities. Analoge gegevens, gebaseerd op die definities, zijn gedigitaliseerd. Zowel inhoud als structuur van datasets zijn onderling verschillend. Inhoudelijke afstem ming betekent objecten eenduidig de finiëren en bestanden aanpassen; een moeizaam en ook duur proces. De af stemming van de structuur biedt meer hoop. De ontwikkelingen onder lei ding van het OpenGIS-Consortium gaan in de richting van een universele modellering. De OpenGIS-specificaties vormen een harde eis voor de TOP- vector-hervorming. Fig. 2. De palmtop als WAP-mobieltje? Intranet en internet: intranet en internet geven de gebruiker toegang tot exter ne databronnen. Dit impliceert dat het voor de gebruiker overbodig wordt zelf data te beheren. Databeheer kan op nationaal niveau ge coördineerd worden, bijvoorbeeld middels een Nationaal Clearinghouse waarbij de producent de bestanden levert en beheert. Beheren kan, zeker als het gaat om datasets van diverse origine, ook bij één organisatie worden onder gebracht. De gebruiker kan dan alleen die data oproepen die nodig zijn voor de toepassing van dat moment. Dat stelt onder andere eisen aan de structuur van de data. Plaatsgerelateerde diensten: nieuw zijn de wireless-toepassin- gen die nu bekendheid verkrijgen onder de naam 'location based services'. De technologie is nieuw, de toepassing van geografische data zal zich nog vele jaren op een elementair niveau afspelen, omdat het systeem niet berekend is op grote hoeveelheden data. Geografische data zullen speci fiek moeten worden toegesneden op dit type gebruik (fig. 2). Maatschappelijke ontwikkelingen Het product TOPvector. Vóór 1990 vervaardigde TDN digitale bestanden ten behoeve van de productie van militaire lcaartseries. De aanwezige digitale bestanden hadden, door hun gerichtheid op de productie van kaarten, een beperkt nut voor de digitale gebruiker. Het bestand 'gemeentegren zen' werd het meest verkocht. Daarna volgden het bestand 1:250.000 en het hartlijnenbestand 1:50.000. Door de snelle technologische ontwikkelingen en de grote prijs daling van werkstations konden de lcaartseries 1:10.000, 125.000 en 150.000 binnen zeven jaar volledig landsdek- lcend digitaal beschikbaar zijn (fig. 3). Bij de modellering werd rekening gehouden met GIS-gebruik. Naar onze me- GEODESIA 2001-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 7