lossing te moeten worden gevonden. Voor sommige punten
zal zelfs een bestuurlijk besluitvormingstraject nodig zijn,
omdat dat de enige manier is om de onzekerheid omtrent
bepaalde grenzen weg te nemen. Daarom is het op dit mo
ment niet zonder meer mogelijk om LKI formeel als 'het' ge-
meentegrenzenbestand van Nederland' te gaan gebruiken.
Een bestuurlijk traject zal vermoedelijk erg lang gaan du
ren, en daardoor zal een basisbestand jaren worden voor
uitgeschoven. Ter wille van een efficiënt beheer en ten be
hoeve van de gebruikers kan er wel voor een pragmatische
oplossing worden gekozen. Die bestaat daaruit dat de ge
vonden fouten in LKI worden gecorrigeerd, en dat er een in
terim-oplossing voor de onderzoekspunten wordt gezocht
die vanuit de historische en huidige registratiepraktijk te
onderbouwen zijn (een soort 'de facto'-grenzen). De ratio
hierachter is dat er zo een 'voorlopig basisbestand' kan wor
den gecreëerd, dat 'het beste' uit beide huidige bestanden
bevat. Als dat is gebeurd, kan een gemeentegrenzenbestand
worden geëxtraheerd uit LKI, dat kan worden gegenerali
seerd ten behoeve van kleinschaligere toepassingen. Dit tra
ject is relatief gemakkelijk uit te voeren. De TDN hoeft dan
geen tussentijdse wijzigingen aan te brengen in Topgren-
zen, maar kan na verwerking van alle mutaties/correcties
door het Kadaster in één keer overgaan op het gebruik van
digitale grensgegevens uit LKI.
Authentieke registratie?
Om te komen tot een 'definitief basisbestand' zullen de vol
gende acties nodig zijn:
een formeel traject voor het vastleggen van de gemeente
grenzen die 'onzeker' zijn, inclusief de vraag hoe moet
worden omgegaan met riviermiddens en met wijzigin
gen van gemeentegrenzen door kaartvernieuwing, ruil
verkaveling en redressen. Een interessante vraag is bij
voorbeeld of een ambtelijk gewijzigde gemeentegrens
door verloop van tijd officieel zou kunnen worden;
onderzoeken hoe gemeentegrenzen systematisch zou
den moeten worden geregistreerd, en hoe moet worden
omgegaan met gemeentegrenzen waarvan geen veldwer
ken bestaan;
regelmatige aanpassing van variabele gemeentegrenzen
in LKI. Hiervoor zullen procedures en afspraken (met on
der andere Rijkswaterstaat) nodig zijn;
een goede procedure ontwikkelen voor het terugkoppe
len naar BZK of provincies voor die gevallen waarin
grensbeschrijvingen onvolledig, onjuist of tegenstrijdig
zijn;
adequate procedures en middelen voor het waarborgen
van de kwaliteit en de actualiteit van het LKI-gemeente-
grenzenbestand;
inventariseren van de consequenties voor LKI als (burger
lijke) gemeentegrenzen een aparte status krijgen ten
opzichte van 'gewone' perceelsgrenzen.
De bovenstaande aanbevelingen raken overigens wel het
principiële probleem dat het LKI-bestand (met de kadastrale
veldwerken) geen formele status heeft, in ieder geval niet
voor de burgerlijke gemeentegrenzen in dat systeem. Zo
lang LKI als digitale kadastrale kaart een intern bestand
blijft, met een 'indicatief karakter,
blijft de kans bestaan dat er revisies of
kartografische wijzigingen worden
aangebracht op grond van intern-amb
telijke overwegingen. Het LKI-gemeen-
tegrenzenbestand zou daarom een for
mele status moeten krijgen, bijvoor
beeld als een authentieke registratie,
met de daarvoor benodigde procedu
res en middelen. Alleen dan kan het
gat worden gedicht tussen het Kadas
ter dat grenzen registreert maar er
niet voor verantwoordelijk is, en de
overheid die voor grenzen verantwoor
delijk is maar ze niet registreert.
Naschrift
De resultaten van het onderzoek zijn
aangeboden aan de TDN en het Kadas
ter, en aan het herstellen van de fou
ten zal worden gewerkt. De beide dien
sten zullen in onderling overleg bepa
len hoe verder kan worden omgegaan
met deze problematiek. Acties daartoe
zijn in werking gesteld.
Summary
Do we know where the municipal
boundary lies?
The delimitation of the present-day munici
pal boundaries in the Netherlands is based
on a variety of documents dating from 1830
up till the present day. These boundaries
can be found on cadastral and topographi
cal maps. For some years both the Cadastre
and the Topographic Service have made the
boundaries digitally available, and both
datasets were compared to check the diffe
rences, with an eye to a possible merger in
the near future. Aparifrom errors that can
be corrected easily, it was concluded that
there are many situations in which munici
pal boundaries cannot be delimited exactly,
due to errors, unclear terminology or vague
descriptions in the relevant official deci
sions. A practical solution is given to create
one dataset, but further discussion with
the responsible government bodies (e.g. the
Ministry of the Interior) is necessaty.
geo-information engineering,
cadastre, system analysis
geo-informatievoorziening, kadaster,
systeemanalyse
KEYWORDS
TREFWOORDEN
GEODESIA 2001-7/8