Standaards voor
metadata
Fig. 3.
Een gewone
automobilist wil
andere dingen van
een weg weten dan
de wegbeheerder.
(Foto: RWS/MD.)
gevens dan vanuit het gebruiksdoel van een automobilist
(fig. 3). De wegbeheerder wil gedetailleerde gegevens over
de verharding, het onderhoud, de belijning, enzovoort. Een
automobilist wil weten of die betreffende weg naar zijn
bestemming leidt en hoe hard hij mag rijden. Voor beide
toepassingen is een andere nominale grondslag nodig. Ver
volgens is het inwinnen van de gegevens aan de orde en ook
daarvoor worden specificaties opgesteld. Nadat gegevens
zijn ingewonnen, kan daarvan de kwaliteit worden bepaald
door de inhoud van de gegevensverzameling te vergelijken
met de nominale grondslag.
Uit het voorgaande is af te leiden dat een gebruiker bij het
beoordelen van de bruikbaarheid van gegevens eerst de
nominale grondslag zal bekijken. Als die geschikt is voor de
betreffende toepassing, kan aan de hand van kwaliteits
parameters verder worden gekeken of de gegevens passen.
Daarom moet een kwaliteitsbeschrijving inzicht geven in
zowel de nominale grondslag (de gegevensspecificatie) als
de kwaliteitsparameters. De belangrijkste elementen van
een gegevensspecificatie zijn:
definities van objecten (entiteiten);
conceptueel schema, bestaande uit objecten (entiteiten)
en kenmerken (attributen);
geometrische representatie;
voorwaarden (bijvoorbeeld een object moet een identi
ficerend attribuut hebben);
resolutie en referentiesysteem;
actualiteit.
Andere elementen die in de specifica
tie kunnen zijn opgenomen, zijn bij
voorbeeld selectiecriteria op grond
waarvan objecten wel of niet in de ge
gevensverzameling zullen worden op
genomen, en de toegankelijkheid. Bij
kwaliteitsparameters gaat het om:
gegevens over de bron, zoals de in-
winningsdatum, inwinningsmetho-
de en beheerder;
objectieve parameters waarmee de
kwaliteit van een bestand wordt
beschreven, zoals volledigheid, con
sistentie, precisie en betrouwbaar
heid;
aanvullende gegevens als mutatie
frequentie, bijhoudingsbeleid, QA/
QC-(kwaliteits)beleid van de leve
rancier en het volgen van een gege-
venswoordenboek.
De kwaliteitsparameters en de gege
vensspecificatie worden in de meta-
informatie van een gegevensverzame
ling vastgelegd.
Als we het eens zijn over nut en nood
zaak van meta-informatie, is vervol
gens de vraag aan de orde hoe gege
vens te documenteren. In essentie zou
een simpel tekstbestandje kunnen vol
staan. De praktijk is echter dat aan een
effectieve meta-informatievoorziening
hogere eisen moeten worden gesteld,
die uitmonden in het volgen van een
standaard.
Om de voordelen van het gemeen
schappelijk gebruiken van digitale
geo-informatie optimaal te benutten,
is standaardisatie noodzakelijk. Be
langhebbenden maken gezamenlijk
afspraken over het verzamelen, bewer
ken, beheren en verstrekken van geo-
informatie. Een en ander wordt uitge
werkt in de vorm van normen, stan
daarden en praktijkrichtlijnen. Stan
daardisatie van geo-informatie heeft
betrekking op inhoud, uitwisselings
formaat, en op metadata - de beschrij
ving van datasets. Het volgen van een
standaard voor metadata heeft ver
schillende voordelen. Uitwisseling is
daarvan het voornaamste, maar van
wege het voorhanden zijn van check
lists, vaste terminologie en richtlijnen
voor het invullen, is een standaard in
het praktische gebruik vaak gewoon
handig.
GEODESIA 2001-7/8