Web Mapping ook zijn dezelfde structuren te definiëren in XML-Schema, met als doel een naadloze aansluiting op GML. Het abstrac te model dat de grondslag vormt van dit geodetische werk, is het ISO-model (ISO DIS 19111) en niet het abstracte Open- GlS-model (het zgn. Topic 2), dat op een groot aantal punten tekortschoot. Het gebruik van geodetische termen in dit ISO-model en dus ook het genoemde OGC-document is enigszins anders dan de meeste mensen gewend zijn. Zo wordt het RD-stelsel in ISO- en OpenGIS-termen bijvoor beeld aangeduid als een Coordinate Reference System en niet als een Coordinate System. Met het laatste wordt na melijk slechts het assenstelsel aangeduid, in dit geval de X- en Y-assen. Pas na koppeling aan een Datum ontstaat een Coordinate Reference System, een assenstelsel gekoppeld aan de aarde, waarin de locaties van punten op aarde een duidig kunnen worden beschreven. Er zijn diverse typen Coordinate Reference Systems, zoals Geographic, Projected en Vertical. RD-kaartcoördinaten zijn daarom gedefinieerd in een Projected Coordinate Reference System, maar RD/ NAP wordt een Compound Coordinate Reference System genoemd omdat het een samenvoeging is van twee afzon derlijke Coordinate Reference Systems. Naast nationale en regionale coördinatenstelsels beschrijft dit document ook locale coördinatensystemen zoals die worden gebruikt voor satellietbeelden en luchtfoto's. Fig. 4. Roel Nicolai (Shell) en George Percivall (NASA): OpenGIS en de EPSG-database ook voor niet-aardse toepassingen. Een kleine groep uit de olie- en gasindustrie heeft een aan zienlijke invloed gehad op de ontwikkeling van deze mo dellen, omdat deze problematiek hier al enige jaren speelt. Deze groep staat bekend als de EPSG Geodesy Working Group, kortweg EPSG (European Petroleum Survey Group), waaraan Shell een actieve bijdrage levert. Deze EPSG publiceert een database met wereldwijde geodetische refe rentieparameters via het Web, een must voor de interna tionaal werkende geodeet. Deze database is op dit ogenblik de defacto-standaard voor internationale geodetische para meters en vormde het uitgangspunt voor het betreffende werk van zowel OpenGIS als ISO. Waarschijnlijk zal binnen afzienbare tijd een 'live' versie van deze database op de OpenGIS-website worden geplaatst. De bedoeling is dat web- georiënteerde GIS-software de benodigde geodetische refe rentieparameters via deze website online kan opvragen, die dan uiteraard als XML-file worden overgestuurd. De EPSG- website biedt daarentegen uitsluitend een MS-Access be stand aan. Ook ISO is inmiddels een project ge start om geodetische referentiepara meters te verzamelen en te registreren (Project 19127). Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de EPSG-data base, maar Project 19127 zal zich be perken tot 'officiële' coördinatensyste men en -transformaties. De Web Mapping SIG en de Architec- tufe SIG hielden, gezien de overlap tus sen deze groepen, ook een gezamen lijke bijeenkomst. Hier werd duidelijk dat een gedistribueerd geo-informatie- systeem meer kan betekenen dan al leen geo-informatie uit meerdere bronnen ophalen en bekijken. Ten eer ste is het mogelijk dat niet de geo-in formatie wordt overgestuurd, maar de dienst zelf (ingeval van massieve ras- terdata is het al snel duidelijk dat het veel efficiënter is om een relatief klei ne dienst over te sturen, een bewer king op een massieve dataset te laten uitvoeren en alleen het resultaat weer op te halen). Dit verschil wordt duide lijk gemaakt door de aanduiding van de twee basismodellen met de termen 'shipping data' of 'shipping services'. In de praktijk moet de architectuur na tuurlijk ook geschikt zijn voor een ge distribueerde mengvorm hiervan. Ten tweede gaat met de ontwikkeling rond de Web Feature Server (WFS) specifica tie de functionaliteit van een gedistri bueerd GIS nu veel verder dan alleen inzien van geo-informatie op afstand. De uiteindelijke WFS-specificatie, die zelf initieel weer is ontstaan in één van de web map testbedden, voorziet na melijk ook in functionaliteit voor het 'loclcen' (blokkeren voor anderen) van features op afstand en voor het uitvoe ren van transacties (veranderingen die al dan niet als geheel doorgaan) op af stand. Natuurlijk zullen ook de nodige autorisatie-aspecten aan het uitvoeren van dergelijke acties hangen, maar het geeft wel aan dat het mogelijk moet gaan worden om echte gedistribueer de geo-informatiesystemen te gaan bouwen met heterogene onderdelen vanuit de verschillende locaties in het netwerk. Al deze interfaces of 're quests' (verzoeken) worden natuurlijk weer gecodeerd in XML en met een HTTP-post naar de server gestuurd. Een alternatief is het verzoek te coderen als een URL (Universal Resource Loca- GEODESIA 2001-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 42