GML 2.0 implementatie
specificatie
Op weg naar GML 3.0
Conclusie
tion), zoals dit ook bij de Web Map Ser
ver (WMS) specificatie het geval is. Ove
rigens wordt getracht de scope van een
specificatie beperkt te houden, zodat
er al snel families van specificaties ont
staan. Enkele voorbeelden van andere
gerelateerde specificaties zijn de WCS
(Web Catalog Service) specificatie en
de Filter Encoding specificatie (om se-
lectievoorwaarden aan te kunnen ge
ven, vergelijk de SQL 'where'-clause).
omdat beide uitgaan van dezelfde abstracte specificaties.
Voor GML 1.0 is hier een geslaagde aanzet toe gedaan, voor
GML 2.0 heeft niemand hier de moeite voor genomen om
dit uit te proberen. Toch blijft ook het gevoel hangen dat al
het werk dat is verricht in het kader van GML 2.0, toch meel
is dan wat via automatische toepassing van een set code-
ringsregels verkregen zou kunnen worden. De levendige
discussie werd afgesloten met de afspraak dat dit in het
kader van de ISO/OpenGIS-harmonisatie verder zal worden
uitgezocht en dat eventuele verschillen zullen worden op
gelost.
Een belangrijke stap vooruit was dat
GML 2.0 in Luik als OpenGIS-imple-
mentatiespecificatie is geaccepteerd.
Voorheen had deze specificatie slechts
de status van aanbeveling en GML 1.0
is nooit verder gekomen dan deze sta
tus. Dit werd mede veroorzaakt door
de snelle ontwikkeling van de opvol
ger versie 2.0. Heel interessant was
trouwens de discussie over hoe nu een
(abstracte) specificatie in XML te
coderen: met de hand (zoals dit bij
GML gebeurt) of geautomatiseerd om
uit het UML (Unified Modeling Langu
age) model via een set regels zoals
voorgeschreven in ISO DIS 19118 een
codering in XML te realiseren. David
Slcogan (Sintef, Noorwegen, fig. 5) gaf
in zijn presentatie duidelijk aan een
voorstander te zijn van de laatste op
tie. Deze heeft namelijk als voordeel
dat de abstracte specificatie altijd over
eenkomt met de implementatiespecifi
catie (codering in XML) ervan. Een an
der voordeel om bij UML te beginnen is
dat zo niet alleen de gegevens- (data)-
kant, maar ook de functionele kant
van applicaties wordt meegenomen. In
theorie zou coderen volgens ISO DIS
19118 en GML hetzelfde moeten zijn,
Fig. 5.
David Skogan:
met de hand of
automatisch coderen
in XML?
Echter, nu 2.0 net is geaccepteerd als implementatiespeci
ficatie, wordt er alweer hard gewerkt aan de opvolging hier
van: GML 3.0. De belangrijkste doelen hiervan zijn functio
nele uitbreidingen te realiseren, te harmoniseren met
andere XML-coderingen van geo-informatie (o.a. G-XML uit
Japan, Land XML en natuurlijk de ISO 19118-codering). Dit
alles met behoud van compatibiliteit met de vorige versie,
GML 2.0. De uitbreidingen in GML 3.0 zijn ondergebracht
in een aantal 'work items', die in Luik zijn besproken om
de scope vast te stellen: welke andere OpenGIS- en ISO-
standaarden zijn relevant. Tevens is er afgesproken wie in
het kader van wellc 'work item' welke taak zal uitvoeren.
De volgende uitbreidingen zijn besproken: geometrie-uit-
breidingen (krommen, 3D-typen), topologische structuren,
bedekkingen ('coverages' zowel grid als niet-grid varian
ten), bijzonder punt/gebied (niet onderdeel van model,
maar aanvullend), presentatiestijl, standaard metadata-
beschrijving, temporele aspecten, ruimtelijke indicatie
(meer generiek dan punt, bijvoorbeeld ook postcode, straat
adres, omschrijving of toch x,y-coördinatenpaar), standaard
voor niet-ruimtelijke eenheden, coördinaten-referentiesys
temen, enzovoort. Verder zijn er nog 'worlc items' om de
algehele modelstructuur en syntax consistent te houden
met al deze uitbreidingen en wordt er ook gewerkt aan
GML-standaarden op de gebieden van profiling (gebruikers-
specifieke eigenschappen meenemen) en applicatieschema
(en 'namespace') registratie. Het blijkt dat heel veel andere
onderwerpen van de andere SIGs of WGs weer op een of
andere manier in het kader van GML bij elkaar komen. Het
is nu al wel duidelijk dat dit een enorme klus is, waarbij de
inspanning van vele partijen noodzakelijk is. Maar het feit
dat er zoveel partijen samenwerken, maakt het er ook weer
niet gemakkelijker op. Ron Lake (Galdos uit Vancouver,
Canada, fig. 6) tracht het geheel in goede banen te leiden.
Indien alles volgens schema verloopt, moet vóór het einde
van het jaar 2001 de volgende GML-versie een feit zijn. Van
uit Nederland hebben zowel Shell (op het gebied van coör
dinatenstelsels en -transformaties) als de TU Delft (op het
gebied van de ondersteuning van topologie en op het ge
bied van temporele aspecten) toegezegd hieraan mee te
werken.
Ook tijdens deze OpenGIS TC-meeting is er aanzienlijke
vooruitgang geboekt in de definitie van implementeerbare
interfaces tussen softwarecomponenten. De constructieve
GEODESIA 2001-7/8